Vendue Next Door online veiling ma. 1 en di. 2 april: Prins Esterhazy – de zwager van de Van Reedes op kasteel Amerongen

Afb. 1. Nicolas 3e Prins Esterházy de Galántha – zwager van de Van Reedes op kasteel Amerongen. Foto met hartelijke dank aan het Venduehuis in Den Haag.

Op maandag 1 en op dinsdag 2 april zijn er twee Vendue Next Door online veilingen bij het Venduehuis in Den Haag met o.a. het portret van een Hongaarse Prins Esterházy de Galántha. Lees het verhaal hierbij hieronder of kijk in de online catalogus van het Venduehuis voor wat er verder geveild wordt op https://auctions.venduehuis.com/nl/?utm_source=Nieuwsbrief+Venduehuis+Den+Haag+2021&utm_campaign=d55344f7bd-EMAIL_CAMPAIGN_2024_03_26_03_49_COPY_01&utm_medium=email&utm_term=0_-6807665424-%5BLIST_EMAIL_ID%5D#/auctions/766e9f6c-4ca1-42a6-89b1-45fa7f06ec44?lot_status=all en https://auctions.venduehuis.com/nl/?utm_source=Nieuwsbrief+Venduehuis+Den+Haag+2021&utm_campaign=d55344f7bd-EMAIL_CAMPAIGN_2024_03_26_03_49_COPY_01&utm_medium=email&utm_term=0_-6807665424-%5BLIST_EMAIL_ID%5D#/auctions/293bb1f4-70a4-48a5-8d22-0fe593e9bada?lot_status=all

Nicolas Paul Charles 3e Prins Esterházy de Galántha (1817-1894) behoorde tot een beroemd Hongaars geslacht van grootgrondbezitters, staatslieden, veldheren en mecenassen. Hun rijkdom en grondbezit is legendarisch en de familie bezat eens miljoenen hectares grond. De Esterházys hadden de componist Joseph Haydn in dienst voor hun privé hoforkest en hun paleizen hadden koninklijke allure.

De familie was kosmopolitisch ingesteld, hetgeen de Franse namen van Nicolas Esterházy op de schilderijlijst verklaard, en in 1842 trad hij in het huwelijk met de Engelse Lady Sarah Child-Villiers (1822-1853), die een dochter was van de 4e Graaf van Jersey. Een aardige bijzonderheid is, dat haar broer huwde met Elizabeth gravin van Reede (1821-1897), die onder meer vrouwe van kasteel Amerongen was – zou deze Hongaarse Prins ooit kasteel Amerongen van zijn schoonzusje en zwager hebben bezocht?

Uiteindelijk werden ook de Esterházys ingehaald door de gebeurtenissen van hun tijd: de achterkleinzoon van Nicolas was Paul V 6e Prins Esterházy de Galántha (1901-1989). Hij werd in 1949 na een communistisch showproces, samen met kardinaal Mindszenty, veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf als een klassenvijand van het volk. Het Hongaarse familiebezit werd vanzelfsprekend onteigend. In 1956 wist hij met zijn echtgenote, de Hongaarse prima ballerina Melinda Ottrubay (1920-2014) tijdens de Hongaarse Opstand naar Oostenrijk te vluchten en zij vestigden zich in Zwitserland. Van hieruit werden de overgebleven, riante bezittingen in Oostenrijk beheerd, waaronder het vorstelijke Schloss Esterházy in Eisenstadt. Helaas ging het resterende familiebezit definitief voor de familie verloren, omdat de kinderloos gebleven Prins Paul zijn echtgenote tot universeel erfgename maakte. Deze bracht de bezittingen onder in verschillende stichtingen, waarover de huidige Esterházys geen enkele zeggenschap hebben.

Het portret wordt getaxeerd op 300-500 euro.

Benieuwd naar wat er verder geveild wordt? Kijk dan in de online catalogi op: https://auctions.venduehuis.com/nl/?utm_source=Nieuwsbrief+Venduehuis+Den+Haag+2021&utm_campaign=d55344f7bd-EMAIL_CAMPAIGN_2024_03_26_03_49_COPY_01&utm_medium=email&utm_term=0_-6807665424-%5BLIST_EMAIL_ID%5D#/auctions/766e9f6c-4ca1-42a6-89b1-45fa7f06ec44?lot_status=all en https://auctions.venduehuis.com/nl/?utm_source=Nieuwsbrief+Venduehuis+Den+Haag+2021&utm_campaign=d55344f7bd-EMAIL_CAMPAIGN_2024_03_26_03_49_COPY_01&utm_medium=email&utm_term=0_-6807665424-%5BLIST_EMAIL_ID%5D#/auctions/293bb1f4-70a4-48a5-8d22-0fe593e9bada?lot_status=all

Afb. 2. Schloss Esterházy in Eisenstad, Oostenrijk: een fractie van het eens vorstelijk patrimonium van de Esterházys. Door Zei Andrei Meriae – German Wikipedia, uploaded there by user Derfinne100 on 14. May 2006, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1060803

Tate Gallery Londen t/m 7 juli 2024: Sargent and fashion

Afb. 1. De Hertogin van Portland, uit de Engelse tak van de Bentincks, door John Singer Sargent.

John Singer Sargent (1856-1925) werd de ‘Van Dyck van onze tijd’ genoemd door de befaamde beeldhouwer Rodin en zijn succes was in zijn tijd ongeëvenaard. Hij schilderde politici, adel, grote schoonheden en Amerikaanse dollarprinsessen (tegenwoordig zouden we de laatste twee influencers noemen)  in een wervelwind van kleuren, beweging en gedrapeerde stoffen in al hun glorie. Voor het eerst sinds 1979 is er nu weer een overzichtstentoonstelling van hem in Tate Gallery in Londen, waar bijna 60 van zijn werken zijn bijeengebracht.

Enkele jaren na deze tentoonstelling kocht ik via De Slegte het tegelijkertijd verschenen boek ‘John Singer Sargent and the Edwardian age’ en hierin zijn de portretten van de Grote Namen uit die tijd terug te zien, die zo treffend ‘the Gilded Age’ genoemd wordt. Een wereld die heel beeldend beschreven werd in ‘The glitter and the gold’ door Consuelo Vanderbilt (1877-1964), de Amerikaanse dollarprinses, die Charles Richard John Spencer-Churchill, 9e  Hertog van Marlborough (neef van Winston Churchill) huwde. De Vanderbilt miljoenen repareerden het dak van Blenheim Palace en de tuinen werden hier in Franse stijl opnieuw aangelegd. Het deed een bezoeker opmerken: “American money has its use after all.” Iets van deze sfeer is terug te zien in de serie en de films over Downton Abbey – ook al gaat het hierin vooral over de nadagen van deze bloeiperiode.

Eén van mijn favorieten is nog steeds het portret van Winifred Anna Cavendish-Bentinck, Hertogin van Portland née Dallas-Yorcke (1863-1954), die met een telg uit de Engelse tak van de Bentincks gehuwd was. Haar portret kostte Sargent veel tijd om tot een tevreden eindresultaat te komen, maar het portret maakte zóveel indruk, dat een adellijke gast van de familie het tijdens de vervaardiging door het raam zag en hier tegenaan tikte, maar geen reactie kreeg. Later op de dag zei deze tegen de Hertogin: “Waarom was u vanmorgen zo hooghartig en wilde u niets zeggen, toen ik op het raam tikte?” Het portret is nog steeds familiebezit en hangt op Welbeck Abbey, een schatkamer vol Engelse Bentinck herinneringen.

Een tweede favoriet is het groepsportret dat Sargent van voornoemde Consuelo Vanderbilt met haar echtgenoot en kinderen (twee zoons: the heir & the spare) vervaardigde. Het is een monumentaal portret, waaruit niet alleen ‘the Gilded Age’, maar ook glorieuze dynastieke representatie spreekt. Het hangt nog heden op Blenheim Palace, waar de Vanderbilt dollars nieuwe glans brachten.

Link naar meer informatie over deze tentoonstelling: https://www.tate.org.uk/whats-on/tate-britain/sargent-and-fashion

Afb. 2. De 9e Hertog van Marlborough met echtgenote Consuelo Vanderbilt en hun twee zoons. De oudste zoon en toekomstige 10e Hertog staat prominent in het midden en mag symbolisch de degen van zijn vader vasthouden. Het borstbeeld midden boven betreft de beroemde voorvader en veldheer John Churchill, 1e Hertog van Marlborough, die als dank voor zijn militaire verdiensten Blenheim Palace kreeg. By John Singer Sargent – John Singer Sargent Virtual Gallery, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=2163913

Webinar do. 28 mrt: ‘De Collection de Ramaix – blauw-witte campagnes voor een adellijke status’


De Werkgroep Adelsgeschiedenis (www.adelsgeschiedenis.nl) is opgericht in 1993 en heeft als voornaamste doel het bevorderen van de beoefening van en de kennis over de geschiedenis van de (Nederlandse) adel. Dit doet de werkgroep door middel van het uitgeven van het Jaarboek Virtus en monografieën in de Reeks Adelsgeschiedenis. Daarnaast organiseert de werkgroep symposia om het contact tussen onderzoekers en belangstellenden te vergroten. Ook organiseert ze voor haar leden excursies en webinars.

Op donderdagavond 28 maart gaat het webinar over De Collection de Ramaix – blauw-witte campagnes voor een adellijke status en spreker zal zijn Jo Tollebeek.

In de decennia rond 1900 trachtten de Belgische diplomaten Maurice en Gaston de Ramaix een adellijke status te verwerven, zoals dat gangbaar was in hun professionele milieu. Daarvoor waren drie vereisten: een titel, een voorgeslacht en een kasteel. Vader en zoon de Ramaix zetten daarnaast echter ook de kunst in: een exclusieve verzameling Delfts aardewerk moest het prestige van de familie verhogen. Gecombineerd met onder meer een collectie vroegmoderne tekeningen en prenten hielp de Delftse faience een oude, aristocratische wereld te evoceren. De Tweede Wereldoorlog maakte een bruusk einde aan die illusie.

Programma webinar

20:00 uur: Opening door Simone Nieuwenbroek
20:05 uur: Lezing door Jo Tollebeek
20:40 uur: Discussie
21:00 uur: Einde webinar
*De Zoom meeting room is vanaf 19:45 uur geopend.

Aanmelden kan via deze link: https://docs.google.com/forms/d/e/1FAIpQLScrjRHOzGjTTUZ_DCNry7ap82ogPufwqvBtDmd4pkutGyzOZg/viewform

Boekpresentatie: ‘Rombout Verhulst 1624-1698. Beeldhouwer in de lage landen’

Afb. 1. V.l.n.r. jonkheer ir. Diederik Six, die het eerste exemplaar in ontvangst nam, de auteur Stefan Glasbergen en Frits de Ruyter de Wildt, die het tweede exemplaar in ontvangst nam. Laatstgenoemde is een nazaat van Michiel de Ruyter, wiens grafmonument door Rombout Verhulst vervaardigd werd.

Afgelopen vrijdag vond in de Nieuwe Kerk in Amsterdam de boekpresentatie plaats van ‘Rombout Verhulst 1624-1698. Beeldhouwer in de lage landen’, een boek geschreven door Stefan Glasbergen ter gelegenheid van het 400e geboortejaar van Rombout Verhulst. Verhulst vervaardigde grafmonumenten voor helden als Michiel de Ruyter, maar ook voor adel. Het eerste exemplaar werd in ontvangst genomen door jonkheer ir. Diederik Six.

Over het boek:
De kunsten beleefden in de Republiek der Verenigde Zeven Nederlanden in de zeventiende eeuw een onbetwistbaar hoogtepunt. Rombout Verhulst (Mechelen 1624 – Den Haag 1698) was in deze periode de belangrijkste beeldhouwer in de Republiek. Deze rijk geïllustreerde biografie geeft een compleet overzicht van zijn werk.

Verhulst genoot zijn opleiding in zijn geboortestad Mechelen. Vervolgens vertrok hij naar Amsterdam, waar hij vooral dankzij zijn werk aan het nieuwe stadhuis (tegenwoordig het Paleis op de Dam) furore begon te maken. Daarna woonde en werkte hij in Leiden en Den Haag. Verhulst was getuige van belangrijke gebeurtenissen in zijn tijd. Hij was lid van het kunstenaarsgilde in Amsterdam toen Rembrandt daar
ook rondliep. Hij leverde werk voor het stadhuis van Amsterdam. Hij kreeg opdrachten uit hand van Johan de Witt en was waarschijnlijk aanwezig toen hij werd vermoord. Hij ontwierp praalgraven voor gesneuvelde zeeofficieren als Maarten Tromp en Michiel de Ruyter.

Dankzij zijn werk ontmoette hij daarnaast vrijwel iedereen die er enigszins toe deed. Het verhaal van Rombout Verhulst gaat daarom niet alleen over zijn uitmuntende artistieke prestaties, maar vormt zeker ook een venster op de bewogen geschiedenis van deze eeuw.

Afb. 2. Het grafmonument voor Michiel de Ruyter in de Nieuwe Kerk in Amsterdam door Rombout Verhulst.
Afb. 3. Het grafmonument voor Anna van Ewsum en haar twee echtgenoten in de kerk in Midwolde door Rombout Verhulst.

Binnen kijken op Biljoen: het laatste bal op Biljoen

a15
Afb. 1. Links de Heer G. Lüps en rechts de balzaal op Biljoen met de grote kroonluchter.

‘Gelders Arcadië’ heeft in 2016 een geweldige en gratis app ontwikkeld, waarmee je kunt binnen kijken op kasteel Biljoen. In dit filmpje heeft de heer Goswin Lüps, broer van de laatste bewoner, het over de laatste keer dat de grote kroonluchter in de balzaal met meer dan honderd kaarsen brandde. Dit was ter gelegenheid van het huwelijksfeest in 1959 van zijn broer mr. Johan Hendrik Willem Lüps (1930-2006) en jonkvrouwe Albertine Marie Isabelle Jeanne de Blocq van Scheltinga (1928-2006).

In de krant kon men toen lezen over de aanwezigheid van ‘de bloem van de Nederlandse adel’ op het bal:

Afb. 2. In de 19e eeuw ontwierp de architect Eberson een nieuwe toegangsbrug met daarop leeuwen en beren die schilden met familiewapens dragen. Foto met dank aan Uitgeverij WBOOKS.

“SPROOKJESACHTIG
Op het mooie kasteel Biljoen van de familie Lüps dat gelegen is in de luisterrijke omgeving van Velp is zaterdagavond een feest gehouden als voorteken van het huwelijk tussen mr. JOHAN H.W. LÜPS (28) en jonkvrouwe ALBERTINE M.I.J. de BLOCQ VAN SCHELTINGA (31). De bloem van de Nederlandse adel en van de advocatuur was in dit sprookjesachtige kasteel, dat vier torens heeft en midden in een vijver ligt, bij elkaar gekomen om aanwezig te zijn bij de afkondiging door de ouders van dit voorgenomen huwelijk. In de stijlvol verlichte historische Italiaanse zaal (zo genoemd vertelde de bruidegom mij, omdat zij door vier Italiaanse beeldhouwers gemaakt is, die daar ruim een jaar mee bezig zijn geweest) waar het bal gehouden werd, was het erg gezellig.

GROTE VERRASSING
DE BRUID (dochter van jhr. M. DE BLOCQ VAN SCHELTINGA, de vroegere bezitter van het Oranjewoud in Friesland) is schilderes. Zij heeft haar opleiding gedeeltelijk in Parijs gekregen en is aan de Haagse Academie voor beeldende kunsten afgestudeerd. Behalve de ouders van de ouders van de bruidegom, de heer en mevrouw G.E. LÜPS en de vader van de bruid waren aanwezig een zuster van haar, jonkvrouwe I.J. DE BLOCQ VAN SCHELTINGA, de getuigen bij het huwelijk dat op 18 april voltrokken zal worden op kasteel Biljoen: mr. O. TER HAAR en jonkheer J.W. BEELAERTS VAN BLOKLAND, een broer van de bruidegom de heer G.A. LÜPS, C.G. baron en barones VAN BOETZELAER, mr. H.J. van LEEUWEN met zijn vrouw, jhr. mr. J.W. WITSEN ELIAS, mr. G.A. baron VAN RANDWIJCK en als eregasten mag ik wel noemen de twee dochters van de Franse consul-generaal in Amsterdam. De heer en mevrouw Lüps zullen na hun huwelijk in Amsterdam gaan wonen. Waar de huwelijksreis heen ging kon de heer Lüps mij nog niet vertellen. “Dat is nog een grote verrassing”, vertelde hij mij. “Evenals dit feest, waar ik van tevoren niets van wist, omdat het helemaal door mijn ouders is georganiseerd.”

Kijk hieronder het filmpje:

Afb. 3. Kasteel Biljoen met zijn kenmerkende ronde hoektorens en met boven de ingang het familiewapen van de baronnen Van Hardenbroek.

Anna van Suchtelen: ‘Versailles aan de Schelde’

Afb. 1. Anna van Suchtelen vertelt in deze aflevering Noord, Zuid, Oost, West over Zorgvliet, het landgoed van de familie van haar moeder, waarover zij het boek ‘Versailles aan de Schelde’ schreef. Screenshot met dank aan Omroep MAX.

Gisteren kwam bij Omroep MAX in het programma Noord, Zuid, Oost, West jonkvrouwe Anna van Suchtelen aan het woord over haar boek ‘Versailles aan de Schelde’. Deze aflevering is online terug te zien en betreft aflevering 31. Het gesprek met haar is vanaf ca. 26 min. terug te zien en gaat over landgoed Zorgvliet in Ellewoutsdijk, dat eigendom was van de familie Van Hattum, waaruit zij via haar moeder een nakomelinge is.

Link naar de online aflevering: https://npo.nl/start/serie/noord-zuid-oost-west/seizoen-5_1/burdy-alles-voor-de-groningers-wandelen-met-wielaert/afspelen

Meer informatie over dit boek:

‘Een Versailles in miniatuur in een vergeten uithoek aan de Schelde’, schrijft een krantenverslaggever in 1894 over het huis Zorgvliet in het Zeeuwse dorpje Ellewoutsdijk. Bij zijn bezoek aan dit neoclassicistische buiten van de vermogende baggeraarsfamilie Van Hattum kan hij zijn ogen niet geloven. Binnen telt hij vijftien slaapkamers en ziet hij een wintertuin, een theater met een draaibaar to- neel en drie kunstzalen met toonaangevende schilderijen. Buiten stuit hij op een weelderige landschapstuin met een prieel, een kassengalerij en een eiland met een volière. Vanuit de uitkijktoren zijn in de wijde omtrek alleen wei- landen, de zeedijk en de Westerschelde te zien. De ondernemende J.C. van Hattum staat aan de basis van het succes: hij brengt het baggerbedrijfje van zijn va- der binnen één generatie tot grote bloei. Het bedrijf is on- der meer betrokken bij de aanleg van het Panamakanaal, de Afsluitdijk en de Zeelandbrug. Het zomerhuis groeit langzaam maar zeker uit tot een paleis in Moorse stijl, dat in het dorp het Suikerpaleis wordt genoemd. In Versailles aan de Schelde vertelt Anna van Suchtelen over de levens van drie vrouwen, de echtgenotes van drie generaties bag- geraars. Mater familias Frederika en haar ondernemende schoondochter Jaan doen goede werken voor het dorp. Op haar beurt maakt Jaan zich zorgen als haar zoon trouwt met Guusje, een meisje dat maar weinig opheeft met haar rol als weldoener en ambachtsvrouw van Ellewoutsdijk. Anna van Suchtelen beschrijft de geschiedenis van dit paleis in de Zeeuwse klei vanaf de tweede helft van de ne- gentiende eeuw tot na de Tweede Wereldoorlog. Wat houdt het in om lid van deze familie te zijn? Wat vormt je basis en wat geef je door? En wat betekent het geworteld te zijn op een bepaalde plek?

Link naar bestelmogelijkheid van het boek: https://www.uitgeverijcossee.nl/versailles-aan-de-schelde/9789059367555#samenvatting

Afb. 2. ‘Versailles aan de Schelde: een familiekroniek over drie generaties en een bijzonder huis.

 

Het portret van Emerentia de la Kethulle née van Ravenswaay

Afb. 1. Emerentia de la Kethulle née van Ravenswaay op haar portret door Paulus Moreelse. Foto met dank aan Weiss Gallery.

De TEFAF 2024 in Maastricht is weer voorbij, maar in maart 2018 werd op de TEFAF, een van de belangrijkste kunstbeurzen in de wereld op het gebied van kunst, antiek en design, bij Weiss Gallery een portret door de schilder Paulus Moreelse van Emerentia de la Kethulle née van Ravenswaay (1593-1634) aangeboden. Zij was de schoonmoeder van Thomas Walraven van Arkel, die in 1694 als laatste van het roemrijke geslacht Van Arkel zou overlijden.

Emerentia van Ravenswaay werd geboren in 1593 als dochter van Herman van Ravenswaay en Catharina de Botter. Haar voornaam dankte zij aan haar grootmoeder Emerentia Boelens, die de dochter van een Amsterdamse burgemeester was. De Van Ravenswaays waren een vermogende Utrechtse familie en haar vader, die in akten ‘jonker’ genoemd wordt, was onder meer dijk- en watergraaf van de polder Bijleveld. Naast een groot huis aan de Plompetorengracht in Utrecht, bezat de familie ook goederen in Vleuten. In 1617 trad zij in het huwelijk met Abraham van Mâle. Hij stamde uit een Antwerpse familie, die naar de Nederlanden gevlucht was, en hij werd drossaard van Land en Stad Steenbergen.

Na zijn overlijden hertrouwde Emerentia in 1621 met Louis de la Kethulle, die al twee keer eerder weduwnaar was. Hij behoorde tot de naaste omgeving van de Prins van Oranje en maakte naam in de strijd tegen Spanje. In 1619 werd hij militair gouverneur van Bergen op Zoom en verdedigde 3 jaar later de stad tegen de Spanjaarden.

Afb. 2. Het imposante grafmonument dat Emerentia voor haar echtgenoot liet oprichten in de Grote of of Sint-Gertrudiskerk in Bergen op Zoom. Foto met dank aan L.M. Tangel voor de collectie CARARE Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Zijn weduwe stichtte hem een vorstelijk grafmonument, dat nog heden te zien is in de Grote of Sint-Gertrudiskerk in Bergen op Zoom, en eerde hem met de tekst: ‘Voor u, Ludovicus de Ketulle, heer van Rihove, die, na bij de ruiterij de hoogste waardigheden tot het eind bekleed te hebben, tegelijk met het bestuur van deze stad uw leven hebt beëindigd, wiens dapperheid velen, wiens wijsheid allen, wiens dood niemand acht, heeft uw bedroefde echtgenote dit gedenkteken geplaatst. Hij stierf in het jaar 1631.’

Emerentia overleefde haar echtgenoot niet lang en stierf drie jaar later. Haar tekst op de tombe luidt: ‘De hoogedele Vrouwe Amerensia van Ravesway, een toonbeeld van de menselijke broosheid, een voorbeeld van ongebroken berusting, voleindde haar ziekelijke levensloop in het jaar, volgens de Christelijke jaartelling, 1634.’

Hun enige dochter, Johanna Barbara de la Kethulle, huwde Thomas Walraven van Arkel. Hij stamde uit het oude geslacht Van Arkel, dat onder meer Hertogen van Gelre voortbracht. Bekend is het rijmpje ‘Brederode de edelste – Wassenaar de oudste – Egmond de rijkste – Arkel de stoutste’, dat over de onverschrokkenheid van de Van Arkels gaat. Het vermogen van de familie De la Kethulle zal overigens zeker bijgedragen hebben aan de verbouwingen in die tijd op kasteel Ammersoyen, waar deze tak van de Van Arkels woonde en waarvan het alliantiewapen Van Arkel-De La Kethulle boven de toegangspoort nog heden getuigt.

Het verhaal bij een foto uit de collectie van de Backer Stichting

Afb. 1. Het huis in de Torenstraat te Breda van jonkheer en mevrouw Backer-Willinck. Foto met hartelijke dank aan de Backer Stichting/www.backercollectie.nl.

In 1910 werd de Backer Stichting opgericht door jonkheer mr. Johan Ferdinand Backer (1856-1928) met als doel om het rijke en bijzondere erfgoed van de familie bijeen te houden. Anno 2021 beschikt deze stichting over een website met een uitgebreide database, waarin het bezit online is terug te zien: www.backercollectie.nl. Eén foto hierin betreft het huis in de Torenstraat te Breda van jonkheer Ferdinand Backer (1835-1900). Hieronder het verhaal over deze bewoner.

Afb. 2. Het echtpaar Backer-Willinck in Wiesbaden in 1896 met een dochter, schoonzoon en twee kleindochters. Foto part. coll.

Moderne adel in de 19e eeuw: jonkheer Ferdinand Backer (1835-1900).
Op kleine foto is links staande jonkheer Ferdinand Backer (1835-1900) te zien. Hij stamde uit een oud Amsterdams regentengeslacht en 1815 werd zijn grootvader in de Nederlandse adel verheven met het predikaat van jonkheer. Qua functies en huwelijken waren de Backers heel traditioneel en onder de huwelijkspartners in de voorgaande generaties komen we bekende, nadien geadelde, Amsterdamse regentennamen tegen als Bicker, Elias, Dedel en Rendorp.

Jonkheer Ferdinand Backer huwde zelf buiten de kleine Amsterdamse huwelijksmarkt met Elisabeth Antoinette Willinck (1838-1920) (op de kleine foto rechts zittend te zien) en ook al had haar naam in Amsterdam misschien geen bekende klank, zij stamde wel uit een vooraanstaande Zutphense familie, die al in de eerste jaargang van het Nederland’s Patriciaatsboekje werd opgenomen. Haar vader was kapitein ter zee en haar grootvader was wijnkoper en (heel modern voor zijn stand) zeepfabrikant. Haar broer en zwagers waren ook officieren bij de marine en één zwager bracht het zelfs tot vice-admiraal, werd minister van Marine en adjudant i.b.d. van Koning Willem III.

De vader van jonkheer Ferdinand Backer was stadsecretaris van Amsterdam en twee van Ferdinands broers studeerde heel traditioneel rechten en waren jurist, terwijl een andere broer ingenieur was en later opzichter werd bij waterstaat en betrokken was bij de droogmaking van polders. Ondanks de grotendeels traditionele achtergrond en het bestaande netwerk koos jonkheer Ferdinand Backer voor een andere carrière: hij werd mede-oprichter en firmant van een fabriek in Breda.

In 1862 stichtte hij, zevenentwintig jaar oud, samen met ir. C.M. de Bruyn Kops een machinefabriek met de naam De Bruyn Kops & Backer, waarvan de naam later, na een directiewissel, veranderde in Backer en Rueb. Het bedrijf begon als machinefabriek en ijzergieterij, maar produceerde later ook stoomketels en stoommachines. Vanaf 1883 werden er ook stoomtramlocomotieven gebouwd, die bekend stonden onder de naam ‘Backertjes’. Het bedrijf werd de grootste op dit gebied in Nederland en bouwde meer stoomlocomotieven dan alle andere bedrijven samen.

Dankzij zijn zakelijke succes kon jonkheer Ferdinand Backer een traditioneel aristocratisch leven leiden overeenkomstig zijn stand: hij bewoonde een groot huis in de Torenstraat in Breda, had inwonend personeel, zijn zoon ging rechten studeren in Leiden, zijn dochters werden gepresenteerd aan het Hof (mede dankzij hun oom de vice-admiraal en adjudant i.b.d. van Koning Willem III?) en er werd gereisd, zoals een reisje in 1896 naar Wiesbaden, waar op 7 mei als herinnering deze foto werd gemaakt.

En hoe verging het zijn vier kinderen? Zijn zoon bleef ongehuwd, werd advocaat en procureur en later directeur bij een assurantiemaatschappij, om uiteindelijk referendaris op het ministerie van Justitie te worden. Eén dochter bleef ook ongehuwd, terwijl de andere dochters een jonkheer Siberg (jonge adel) en een baron Van Heeckeren van Waliën (oude adel) huwden. Beide schoonzoons begonnen hun carrière traditioneel, maar maakten later de overstap naar het bedrijfsleven: jonkheer Siberg was eerst kapitein bij het Oostindisch Leger, maar werd later directeur van de Koninklijke Nederlandsche Grofsmederij in Leiden en baron Van Heeckeren was eerst officier bij de marine en werd uiteindelijk directeur van zijn eigen bank, de N.V. Hollandsche Handelsbank te Haarlem.

Kijken we naar de familienamen van alle nakomelingen van jonkheer Ferdinand Backer, dan zien we daarbij alleen adellijke (Van Heeckeren van Waliën, Siberg, Van Lynden) en een patriciaatsnaam voorkomen (Meertens).

Keren we tot slot terug naar de foto uit 1896, dan zien we hierop jonkheer Ferdinand Backer met zijn echtgenote Elisabeth Antoinette Willinck, dochter Anne Maria Siberg née jonkvrouwe Backer (1865-1933), schoonzoon jonkheer Eduard Cornelis Siberg (1860-1906) en zijn kleindochters, de freules Pauline Elisabeth Antoinette (1887-1958) en Elisabeth Antoinette (1889-1975). Laatstgenoemde zou in 1975 overlijden als laatste van het adellijke geslacht Siberg. Verstild voor zich uitkijkend poseren zij allen voor ons in het decor van een wagon en het is bijna verleidelijk om hierin een verwijzing te zien naar het moderne ondernemerschap van jonkheer Ferdinand Backer.

Afb. 3. Drie van de vier kinderen van het echtpaar Backer-Willinck. V.l.n.r. jonkvrouwe Willemina Johanna Backer, jonkvrouwe Johanna Backer en jonkheer Ferdinand Gerhard Willem Jacob Backer. Foto part. coll.

 

Veilinghuis Van Spengen: recordopbrengst portret kinderen Van der Capellen

Afb. 1. Twee kinderen Van der Capellen, door Jacob Maurer. Foto met hartelijke dank aan Veilinghuis Van Spengen in Hilversum.

Op 29 februari jl. liep er bij het Veilinghuis Van Spengen in Hilversum een timed online veiling af met onder meer dit charmante portret van twee kinderen uit de adellijke familie Van der Capellen door Jacob Maurer, een Nederlandse schilder van Zwitserse afkomst.

Het bieden begon bij 1500 euro en eindigde op 8010 euro!

Wat het portret extra bijzonder maakt, is de originele lijst met bovenin het wapen Van der Capellen: in blauw een zilveren ankerkruis vergezeld van een gouden kapel.

Inmiddels heeft de stichting Adel in Nederland door eigen onderzoek kunnen vaststellen om welke twee kinderen uit de familie Van der Capellen het hier gaat. Indien de nieuwe eigenaar hierover meer wil weten, dan raden wij aan contact met ons op te nemen via info@adelinnederland.nl.

Insinger: reflecteren op het familieverleden

Afb. De zusjes Insinger – grondleggers van de Insinger Stichting.

Gisteren kwam de familie Insinger, een familie uit het Blauwe Boekje van het Nederland’s Patriciaat, in het nieuws door het onderzoek dat de Insinger Stichting heeft laten doen naar de herkomst van het stichtingsvermogen, waarbij bleek hoe winstgevend de firma Insinger & Co was met hun bedrijven in de slavernijsector.

De Insinger Stichting werd opgericht door de zusjes Anna Hermina Insinger (1824-1910) en Marie Henriette Albertine Insinger (1831-1916) met als doel ‘het bevorderen of steunen van godsdienstige of liefdadige instellingen welke zijn gevestigd of werken in Nederland of in de voormalige Nederlandse koloniën. Voorkeur wordt gegeven aan instellingen gebaseerd op het Christelijk Protestants beginsel’. De stichting heeft ieder jaar uit haar vermogen 1 miljoen euro te besteden.

De zusjes Insinger bleven ongehuwd, net als hun zusje Maria Wilhelmina Insinger (1829-1858) en hun broer Gustaaf Eduard Insinger (1826-1928). Alleen hun oudste broer, Maurits Herman Insinger (1825-1891), trad in het huwelijk en wel met jonkvrouwe Henrietta Agnes van Loon (1825-1902), die dame du palais van Koningin Emma zou worden. Hij had onder meer een indrukwekkende carrière in het bedrijfsleven en dit gefortuneerde echtpaar woonde aan de Herengracht in Amsterdam in een groot stadspaleis. Het huwelijk bleef echter kinderloos, waardoor deze tak van de familie zou uitsterven.

In opdracht van het stichtingsbestuur is er nu een onderzoek geweest naar de herkomst van het stichtingsvermogen om hierover transparant te zijn, aldus jonkheer Henrick van Asch van Wijck, secretaris van de stichting en via zijn grootmoeder zelf een nakomeling van de Insingers.

Lees meer over de uitkomsten van dit onderzoek op de website van de NOS: https://nos.nl/artikel/2512378-de-insingers-grootverdieners-tijdens-de-slavernij-nemen-eigen-rol-onder-de-loep

Afb. 2. Herengracht 458 in Amsterdam – het vorstelijke stadspaleis van het echtpaar Insinger-Van Loon, broer en schoonzusje van de stichters van de Insinger Stichting. Foto met dank aan Bestand:Amsterdam – Herengracht 458.JPG – Wikipedia