Egbert Joost baron van Nagell werd geboren op 26 juni 1923 in Bad Harzburg. Zijn vader, mr. Justinus Egbertus Hendericus baron van Nagell, stamde uit een oud-adellijk geslacht uit Westfalen, waarvan de stamvader voor het eerst in 1385 genoemd werd. In de 16e eeuw vestigde een voorvader zich in Nederland en in 1814 werd de familie opgenomen in de Nederlandse adel met de titel van baron. Zijn moeder, Julia Johnson Calhoun, stamde uit een van oorsprong Schotse familie, waarvan de naam oorspronkelijk Colquhoun was. In de 18e eeuw vestigde de familie zich in de Verenigde Staten en kwam daar tot groot aanzien. Zo was haar vader de eigenaar van de Baltimore Coal Mining en Railway Company en was haar overgrootvader onder meer vice-president van de Verenigde Staten onder president John Quincy Adams.
Hij groeide op met een ouder zusje in het buitenland, omdat zijn vader in diplomatieke dienst was. Diens carrière bracht hem van Peking naar Washington, Sint Petersburg, Londen, Boekarest en Stockholm. In 1935 erfde hij van zijn tante het kasteel Schaffelaar in Barneveld, het belangrijkste kasteel in neo-Tudor stijl in Nederland. Hij was de enige mannelijke Van Nagell in zijn generatie (de 17e van zijn geslacht) en erfde het, zodat hij de naam Van Nagell op Schaffelaar kon voortzetten. Als enige zoon werd hij er regelmatig in de familie aan herinnerd dat hij moest trouwen om het geslacht Van Nagell voort te zetten en hij zei daarop altijd: “Dan zal ik toch eerst goede afspraken moeten maken, want als er zes dochters komen dan heb ik het voor niets gedaan.”
Toen in 1940 de oorlog uitbrak, was zijn vader buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Stockholm en Helsingfors. Egbert Joost reisde in de oorlog vanuit het neutrale Zweden via Siberië naar Wladiwostok en arriveerde uiteindelijk in Nederlands-Indië waar hij eerst logeerde bij de Gouverneur-Generaal jonkheer Tjarda van Starckenborg Stachouwer en daarna bij jonkheer Loudon. Vervolgens ging hij via bemiddeling van generaal Van Pabst via Japan naar Canada waar hij een opleiding tot vliegenier kreeg. Daarna vertrok hij naar Engeland, maar ging opnieuw naar Canada voor een officiersopleiding. Bij terugkomst in Engeland kwam hij in het 322 squadron van Z.K.H. Prins Bernhard en had toen de rang van 1e luitenant R.A.F. en reserve-luitenant-kolonel bij de Koninklijke Nederlandse Luchtstrijdkrachten. Hij vertrok met een spitfire naar Frankrijk, maar moest door het slechte weer laag vliegen en werd als één van de eersten neergeschoten op 28 januari 1944 boven Merville (Nord) in Frankrijk nog geen eenentwintig jaar oud. Hij werd door de Duitsers met militaire eer begraven met de Nederlandse vlag over zijn kist.
In 1947 werd Egbert Joost baron van Nagell, heer van Schaffelaar uit Frankrijk opgehaald om in Barneveld bijgezet te worden in het familiegraf bij zijn grootouders en tante. Postuum ontving hij vanwege zijn inzet voor de vrijheid het Oorlogsherdenkingskruis met gesp, de Britse ´39 – ’45 Star, de Britse Air Crew Europe Star en het Franse Croix de Guerre ’39 – ’45 met palmtak.