Het beroemde schrijversechtpaar Lucretia van Merken en Nicolaas van Winter onderhield in de achttiende eeuw een levendige briefwisseling. De politieke en maatschappelijke actualiteit komt veelvuldig in de brieven aan bod. De Verlichting als periode van grote veranderingen, maatschappelijke discussies, wetenschappelijke ontdekkingen en politieke onrust blijkt een turbulente achtergrond voor het leven van deze twee schrijvers.
Link naar bestelmogelijkheid bij Uitgeverij Verloren: https://verloren.nl/Webshop/Detail/catid/90/eid/49829/brieven-uit-bijdorp
Nicolaas Simon van Winter (1718-1795) was makelaar en Iid van de fa. Jacob Muhl & Van Winter, een bedrijf dat handelde in indigo en verfwaren in Amsterdam. Daarnaast verwierf hij faam als letterkundige. Hij huwde eerst in 1744 Johanna Muhl (1718-1768), die in haar tijd bekendheid als dichteres genoot. Na haar overlijden huwde hij in 1768 Lucretia Wilhelmina van Merken (1721-1789), die een nog veel bekendere dichteres werd. Voor velen zal haar psalm ‘Hijgend hert, der jagt ontkomen’ nog steeds bekend in de oren klinken.
De kleinzoon van Nicolaas Simon van Winter werd in 1830 in de Nederlandse adel verheven. De ‘tedergeliefde vader’ overleed in 1795 ‘na eene slepende ziekte’ en hij werd net als zijn tweede echtgenote begraven in de Oude Kerk in Amsterdam. Het Genootschap voor Uiterlyke Welsprekenheid richtte voor hen een gedenkteken op, dat nog heden in de Oude Kerk te zien is: ‘TER NAGEACHTENIS VAN NICOLAAS SIMON VAN WINTER EN LUCRETIA WILHELMINA VAN MERKEN, TE AMSTERDAM GEBOREN, DOOR KUNST EN HUWELYKS-MIN-VEREENIGD, BEIDE UITMUNTEND ALS NEDERLANDSCHE DICHTERS’