In de 17e eeuw reisden jonge kunstenaars naar Rome uit liefde voor de schilderkunst én Rome. Zij waren jong, vierden feest met elkaar, provoceerden en inspireerden elkaar. Ver van huis verbonden zij zich met elkaar in een eigen genootschap: Bent Vueghels – een bende vrije vogels. Op het eerste gezicht lijkt de link met adel vergezocht, maar er zijn meerdere adellijke orden bekend uit het verleden (en nu hebben wij het hier niet over de ridderlijke, charitatieve orden), voor wie het samenzijn in goed gezelschap voorop stond. En zoals overal, ontdekten wij ook op deze tentoonstelling weer adellijke verhalen.
Bent Vueghels verwees naar de onafhankelijke positie van de leden en misschien ook naar hun diversiteit; hoewel de meesten schilder waren, waren anderen beeldhouwers, prentkunstenaars, dichters, edelsmeden en er was zelfs een apotheker lid van dit genootschap.
Er waren eigen rituelen en nieuwe leden moesten ontgroend worden, waarbij een banket aangeboden moest worden, dat natuurlijk rijkelijk vergezeld ging van veel wijn en bier. Zoiets kostte het nodige geld, maar dan ontving je wel de Bentbrief en had je in het verre Rome wel je eigen thuisbasis.
Aan het einde van de 17e eeuw trokken steeds minder kunstenaars naar Rome en het genootschap leek een zachte dood te zullen sterven, totdat dit versneld werd met het verbod op nachtelijke feesten buiten carnavalstijd door Paus Clemens XI. Zo’n veertig leden bleven in Rome werken en stierven hier ook, maar anderen keerden terug naar de Republiek met – al dan niet – nieuwe talenten.
Veel is nog onbekend over dit genootschap, maar uit bewaard gebleven documenten blijkt niet alleen de verbondenheid en gedeelde zorgen, maar spat ook het plezier, het gevoel voor humor en de vreugde voor het feestvieren. T/m 4 juni is deze zeer fraai vormgegeven tentoonstelling nog te zien in Centraal Museum Utrecht, die een feest voor het oog is!