Gisteren was deel twee te zien van ‘Liefde voor het landgoed’ van Omroep MAX, waarin opnieuw kasteel Vosbergen voorkwam. Hierin werd ruim aandacht besteed aan de viering in 2023, toen de families Van Dedem en Kamerlingh Onnes herdachten dat Vosbergen in 1623 gebouwd werd. In 1715 kocht Alexander van Dedem (1658-1741) Vosbergen en het bleef sindsdien familiebezit. Link naar de aflevering online van gisteren van ‘Liefde voor het landgoed’: https://npo.nl/start/serie/liefde-voor-het-landgoed/seizoen-1/liefde-voor-het-landgoed/afspelen
Een aantal bewoners is van regionale en nationale betekenis geweest in Nederland en zelfs in het Verenigd Koninkrijk:
- Gijsbert Frederik Arnold Willem baron van Dedem, heer van Vosbergen (1776-1837), lid van de Ridderschap van Gelderland en dijkgraaf van Veluwe
- Willem Karel baron van Dedem, heer van Vosbergen (1838-1895), lid Tweede Kamer der Staten-Generaal en minister van Koloniën
- William Edward Hartpole Lecky (1838-1903), echtgenoot van Catharina Elisabeth Boldewina barones van Dedem, lid van het Britse Lagerhuis en eminent historicus
- Catharina Elisabeth Boldewina barones van Dedem (1842-1912), echtgenote van William Edward Hartpole Lecky, hofdame en vriendin van Koningin Sophie
- Pauline Theodora de Beaufort née barones van Dedem, vrouwe van Vosbergen (1846-1931), echtgenote van jonkheer mr. Willem Hendrik de Beaufort, dame du palais, grootmeesteres (1905-1925) en grootmeesteres honoraire (1925-1931) van H.M. de Koningin-Moeder
- Heike Maarten Albert Kamerlingh Onnes (1924-2001), echtgenoot van Geertruid Agnes Kamerlingh Onnes née barones van Dedem, jarenlang algemeen secretaris van de Stichting tot Behoud van Particuliere Historische Buitenplaatsen (PHB).
Over deze bewoners van Vosbergen leest u meer bij hun foto’s. Ook ziet u in de bijgevoegde foto’s een impressie van de fraaie lanen, de grachten en de rijk met varens begroeide sprengen op Vosbergen: een bezoek voor een wandeling meer dan waard!
Link naar de webpagina van kasteel Vosbergen: www.kasteelvosbergen.nl
Gijsbert Frederik Arnold Willem baron van Dedem, heer van Vosbergen (1776-1837), kan als een typische landedelman gezien worden: na het overlijden van zijn vader erfde hij in 1827 kasteel Vosbergen en beheerde hij zijn bezittingen. Daarnaast was hij lid van de Ridderschap van Veluwe en werd dijkgraaf van Veluwe – geen spectaculaire functies, maar plaatselijk en regionaal van betekenis.
In 1837 overleed hij op kasteel Vosbergen: “Op den 28sten Julij 1837 is op den Huize Vosbergen, bij Heerde, in den ouderdom van ruim 61 jaren, overleden, de Hoog Wel-Geboren Heer FREDERIC GIJSBERT ARNOLD WILLEM Baron van Dedem, Heer van Vosbergen, Lid der Ridderschap in de Provincie Gelderland, dijkgraaf van Veluwe.”
Op de oude begraafplaats in Heerde is nog heden ten dage zijn graf te vinden: een liggende zerk met daarop in alle eenvoud – naar zijn baronnentitel wordt slechts met de letter B verwezen – de tekst: GFAW B van DEDEM/OVERLEDEN/OP DEN 28 JULIJ 1837/OUD 61 JAREN.
Mr. Willem Karel baron van Dedem, heer van Vosbergen (1838-1895), studeerde rechten in Leiden, was advocaat in Nederlands-Indië en was in de jaren 1875-1891 burgemeester van Hoorn, een functie waarin hij zeer gezien en geliefd was en waar nog steeds een monument aan hem herinnert. Hij werd lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland, lid van de Tweede Kamer en was van 1891-1894 minister van Koloniën. In deze periode bereidde hij de wetgeving op het gebied van de decentralisatie van gewestelijke en plaatselijke besturen in Nederlands-Indië voor.
Tijdens een reis naar Nederlands-Indië, waarbij hij door de regering met een missie werd belast, overleed hij door een plotselinge ziekte in Calcutta en werd daar begraven. In kranten werd hij “Een hoogst bekwaam staatsman en zeer beminnelijk mensch…” genoemd.
William Edward Hartpole Lecky (1838-1903), echtgenoot van Catharina Elisabeth Boldewina barones van Dedem was afkomstig uit Ierland en werd lid van het Britse Lagerhuis. Ook was hij een vooraanstaand lid van het Institût de France en de British Academy. Hij genoot in zijn tijd grote faam als historicus en zijn studie in acht delen over de ‘History of England in the Eighteenth Century’ werd een klassieker. Andere bekende werken van hem zijn ‘Rationalism in Europe’ en ‘Democracy and Liberty’.
Van hem zijn vele beroemde uitspraken bewaard gebleven, die nog steeds geciteerd worden en waarvan sommige ook nu nog verrassend modern klinken:
“The moral duty to be expected in different ages is not a unity of standard, or of acts, but a unity of tendency … At one time the benevolent affections embrace merely the family, soon the circle expanding includes first a class, then a nation, then a coalition of nations, then all humanity and finally, its influence is felt in the dealings of man with the animal world.”
“There are times in the lives of most of us, when we would have given all the world to be as we were but yesterday, though that yesterday had passed over us unappreciated and unenjoyed.”
“One of the most important lessons that experience teaches is that, on the whole, success depends more upon character than upon either intellect or fortune.”
In Dublin houdt een standbeeld de herinnering aan hem levend.
Catharina Elisabeth Boldewina Lecky née barones van Dedem (1842-1912) was hofdame van Koningin Sophie en een persoonlijke vriendin. Bij haar huwelijk met William Edward Hartpole Lecky in 1871 trouwde zij op nadrukkelijk verzoek van de Koningin vanuit Paleis Huis ten Bosch. Na het overlijden van de Koningin erfde zij haar dagboek en persoonlijke papieren met daarbij de wens om deze te vernietigen, hetgeen een latere generatie deed – alleen de kaft van het dagboek is er nog – maar de brieven en het manuscript ‘Histoire de ma vie’ bleven bewaard en het laatste werd uitgegeven in boekvorm.
Pauline Theodora de Beaufort née barones van Dedem, vrouwe van Vosbergen (1846-1931) was dame du palais, grootmeesteres (1905-1925) en grootmeesteres honoraire (1925-1931) van H.M. de Koningin-Moeder. Zij was gehuwd met jonkheer mr. Willem Hendrik de Beaufort (1844-1900). Zij was in haar functie bij vele gelegenheden aan het Hof aanwezig en begeleidde Koningin Emma bij vele bezoeken in het land of vertegenwoordigde haar, zoals bv. in 1913 toen zij H.M. de Koningin-Moeder vertegenwoordigde namens de Nationalen Vrouwenraad op een ontvangavond van de Internationalen Vrouwenraad.
Om gezondheidsredenen verzocht zij uiteindelijk om ontslag en deze werd haar op eervolle wijze verleend. ‘Onder dankbetuiging voor de goede diensten, door haar in de betrekking bewezen’ werd ‘Mevrouw de Douairière de Beaufort voornoemd benoemd tot Grootmeesteres-honorair van H.M. de Koningin-Moeder’.
Haar persoonlijke band met Koningin Emma bleek na haar overlijden: deze liet niet alleen door haar kamerheer en particulier secretaris baron Van Geen een krans brengen ‘ten sterfhuize’ van de douairière, maar woonde ook zelf persoonlijk de herdenkingsdienst op huis Leeuwenburg te Driebergen voorafgaand aan de begrafenis bij. Deze vond vervolgens ‘onder groote belangstelling’ aansluitend in Neerlangbroek plaats en hier liet Koningin Emma zich vertegenwoordigen door grootmeester jonkheer mr. A. Schimmelpenninck.
Aan het Westfries Museum in Hoorn legateerde zij ‘de Witjes’ door Jacob Wit, die als dessus-de-porte (bovendeurstukken) afkomstig waren uit het huis Kerkstraat 10 in Hoorn van haar broer mr. Willem Karel baron van Dedem, waar deze als burgemeester gewoond had.
Mr. Heike Maarten Albert Kamerlingh Onnes (1924-2001), echtgenoot van Geertruid Agnes Kamerlingh Onnes née barones van Dedem, stamde uit een patriciaatsfamilie in het Blauwe Boekje. Hij heeft zich sinds 1973 als algemeen secretaris van de Stichting Castellum Nostrum, vanaf 1981 Stichting tot Behoud van Particuliere Historische Buitenplaatsen (PHB) geheten, jarenlang ingezet voor dit unieke historische erfgoed en zette dit actief op de kaart bij de ministeries van Financiën, Landbouw en Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk.
Hij zag in de historische particuliere buitenplaatsen een manier van leven die langzaam aan het uitsterven was. Dit constateerde hij nuchter, maar hij betreurde wel de versnippering van bezit en de verdeling van kostbare interieurs. Buitenplaatsen werden zo ontmanteld en de huizen werden lege schillen. Aanleiding voor de oprichting van de PHB was de aftrekpost voor onderhoud begin jaren zeventig. “De eigenaren van monumentale huizen beseften dat dat de ondergang was”, aldus Kamerlingh Onnes in een interview in 1987. Hij kan als de grote voortrekker op het gebied van het behoud van particuliere buitenplaatsen gezien worden en heeft dit erfgoed prominent op de kaart gezet.
Daarnaast was hij sinds 1985 President of the Executive Committee of the Union of European Historic Houses Associations. In deze Europese organisatie verbonden zich 14 eigenarenorganisaties, waaronder PHB, met 20.000 particuliere historische buitenplaatsen, 200.000 ha. historische tuinen en parken en 5 miljoen ha. historisch landschap bestaande uit bossen, water en landbouwgronden.