Boekennieuws: Ach freule, door Elena Beelaerts van Blokland.

Afb. ‘Freule’ was vroeger de aanspreekvorm voor een ongehuwde adellijke mevrouw, maar het gebruik van dit woord is vrijwel helemaal verdwenen. In het Nederlandse adelsdialect wordt het uitgesproken met een ui-klank en rijmt het op ‘huile’.

Onlangs verscheen het boek ‘Ach freule. Op zoek naar de plantagehouder in mijn familie’, door jonkvrouwe Elena Beelaerts van Blokland. Voor wie denkt dat het hier om de adellijke familie Beelaerts van Blokland gaat, vergist zich. Het gaat hier om de overgrootvader van een grootmoeder in de vrouwelijke lijn. Even voor uw besef: iedereen heeft twee ouders, vier grootouders, acht overgrootouders, enz. Iedere generatie terug verdubbelt het aantal voorouders. In dit boek gaat het om vijf generaties terug, waarbij je vierenzestig voorouders op een rij hebt. Eén daarvan was voor Elena Beelaerts de tot voor kort voor haar onbekende voorvader Theodore Bray, waarover in haar familie niets bekend was. Voor de meeste mensen zal overigens gelden dat zij over deze vierenzestig voorouders vijf generaties terug helemaal niets weten, maar dat terzijde.

Deze Theodore Bray bleek plantagehouder te zijn geweest in Suriname en eigenaar van tot slaaf gemaakten. In haar boek beschrijft zij haar schuldgevoel hierbij en haar zoektocht naar deze voorvader. Zij reconstrueert niet alleen zijn leven, maar ook het leven van de tot slaaf gemaakten op een Surinaamse plantage. Hierbij maakte zij gebruik van tekeningen die haar voorvader Theodore Bray gemaakt heeft. Dit levert een goed geschreven en beeldende verhaallijn op, die een zeer waardevolle aanvulling is op de Surinaams-Nederlandse geschiedenis.

Een tweede verhaallijn is de omgang van Elena Beelaerts met haar adellijke afkomst. In haar geval een dubbele: haar vader is wijlen jonkheer mr. Siebren Erik Beelaerts van Blokland en haar moeder is een jonkvrouwe Krayenhoff. Haar leven lang heeft zij haar adellijke achtergrond lastig gevonden en heeft zij hiermee op gespannen voet gestaan. Toch is deze achtergrond deel van haar leven blijven uitmaken en door deze verhaallijn kom je meer te weten over de Nederlandse adelscultuur: over gewoontes en gebruiken, wat je wel doet en vooral niet (en deze verhaallijn ontstijgt gelukkig het eeuwige taartje/gebakje verhaal). Misschien is het zelfs wel helemaal goed gekomen, zullen sommigen zeggen, als ze zouden weten wat de familienaam van haar man is 😉 (of juist niet, zal weer een ander zeggen).

Maar er zit nog een verhaallijn in, eentje die er wat verborgen in zit, maar die ik persoonlijk zeer interessant vind: het verhaal van de vrouwelijke lijn en het stijgen op de maatschappelijke ladder in enkele generaties tijd. Betbetovergrootvader, zoon van de plantagehouder, gaf in een brief zijn ingekleurde kijk op zijn afkomst. Maar zijn dochters huwden daadwerkelijk op stand: de oudste (overgrootmoeder van Elena) huwde achtereenvolgens een meneer Kessler (wiens vader directeur was van een oliemaatschappij in Ned.-Indië), een jonkheer Van der Maesen de Sombreff en een jonkheer Ploos van Amstel. De jongste dochter huwde een jonkheer Berg. En ook in de volgende generatie zie je kéurige namen terug bij de huwelijkspartners.

De vrouwelijke lijn wordt nog weleens ondergewaardeerd, maar zoals een barones mij eens zei: mannen zorgen voor het geld en vrouwen zorgen voor het doorgeven van de tradities. In het geval van Elena Beelaerts blijkt wederom hoe sterk en bepalend die vrouwelijke lijn kan zijn.

Benieuwd naar dit boek en bestelmogelijkheid? Kijk dan op: https://uitgeverijpluim.nl/ach-freule-op-zoek-naar-de-plantagehouder-in-mijn-familie