Margaretha Lucia barones Baud née jonkvrouwe van Suchtelen van de Haare, geboren Hilversum 14 maart 1926, overleden 19 april 2016, douairière mr. Alexander baron Baud.
In Memoriam
Jonkvrouwe Margaretha Lucia (‘Margot’) van Suchtelen van de Haare werd geboren op 14 maart 1926 te Hilversum. Haar vader, jonkheer Arnold Johan Bernard van Suchtelen van de Haare, was een telg uit een oud regentengeslacht, dat eeuwenlang een vooraanstaande rol speelde in het bestuur van de stad Deventer. Door de aankoop in 1748 van de havezate De Haere in Olst, die drie generaties familiebezit zou blijven, werd deze naam aan de familienaam toegevoegd. In 1816 werd een voorvader in de Nederlandse adel verheven.
Haar moeder, Nelly Margaretha Maria Theodora Hulsman, stamde uit een familie van predikanten en had jonkvrouwe Eveline Jacoba Elisabeth Hartsen tot moeder. Over haar vader ds. Gerrit Hulsman schreef men: “Een man met een breed gebaar en een hart waarin plaats was voor veel en velen. Daarbij begaafd met het vermogen om zich ongekunsteld, vloeiend en vlot uit te drukken, heeft hij als Verbi Divini Minister gedurende meer dan een halve eeuw het Evangelie verkondigd.”
Zij groeide als jongste in het gezin op in Apeldoorn op Het Loo met een broer en een zusje – één broertje overleed niet lang na de geboorte – en hier was haar vader werkzaam als intendant van het Koninklijk paleis en domein Het Loo en als opperhoutvester en jagermeester van Koningin Wilhelmina. Vanwege zijn functies bewoonde het gezin het huis Het Kleine Loo aan het begin van de oprijlaan van het paleis. Het wonen nabij het paleispark bood zo zijn voordelen, want in de winters kon er op de vijvers geschaatst worden. In 1933 overleed haar broer op twaalfjarige leeftijd na een ‘korte, hevige ongesteldheid in het ziekenhuis te Velp’, kort voor zijzelf zeven jaar zou worden.
In haar HBS-A jaren op het Baarns Lyceum leerde zij de latere schrijver en journalist Willem Oltmans kennen, die naast haar in de schoolbanken zat en over haar schreef in zijn Memoires. Hij vatte voor haar ‘een bijzondere affectie’ op en noemde haar zijn jeugdvriendin. In de lessen werd er druk met elkaar gecommuniceerd via notitieboekjes en ook buiten de lessen was er contact en gingen zij met vrienden zeilen en kwamen zij bij elkaar over de vloer. Ondanks haar bezwaren hierin genoemd te worden, droeg Willem Oltmans het deel van zijn jeugdjaren in zekere zin toch aan haar op – misschien mede omdat hij graag leek te strooien met (dubbele) namen uit de rode en blauwe boekjes. Na haar HBS jaren – het was inmiddels januari 1945 – werd zij een tijdlang werkzaam bij het Rode Kruis. Haar vader werd na de oorlog directeur van N.V. ’t Schoutenhuis in Woudenberg en de familie verhuisde naar het huis de Hulpe in Markelo.
In 1949 huwde zij jonkheer mr. Alexander Baud, wiens familie ook in hofkringen bekend was, want zijn vader was onder meer particulier secretaris van Prinses Juliana. Het geslacht Baud stamde uit Zwitserland en gaat terug tot in 1409 in de buurt van Genève. In de 18e eeuw kwam een Baud naar Nederland en werd sergeant in het regiment Zwitserse gardes onder de lijfcompagnie van de Prins van Oranje. Zijn kleinzoon, Jean Chrétien baron Baud (1789-1859), werd onder meer gouverneur-generaal van Nederlands-Indië en in 1858 werd hij in de Nederlandse adel verheven met de titel van baron bij eerstgeboorte.
Haar echtgenoot was secretaris van de afdeling ’s-Gravenhage van het Nederlandse Rode Kruis en hier gingen zij ook wonen en werden vier van hun kinderen geboren. Nadat haar man eerst nog commies op het ministerie van Sociale Zaken was geweest, verhuisde het gezin naar Bilthoven en werd hij eerst subst.-griffier en later griffier bij de Centrale Raad van Beroep in Utrecht. In Bilthoven werd het gezin nog uitgebreid met een dochter. Haar echtgenoot werd uiteindelijk ondervoorzitter van de Raad van Beroep in Zwolle.
Door het overlijden van haar schoonvader in 1976 kreeg haar man als ‘chef de famille’ de titel van baron en werd daarmee de 6e in de familie die deze titel droeg sinds deze in 1858 aan een voorvader verleend werd.
In de jaren tachtig werd zij eerst lid van de begeleidingscommissie en daarna bestuurslid van de Nederlandse Protestanten Bond (NPB) en in deze commissie werd zij als een van de drijvende krachten gezien. Ook zette zij zich in voor het Opleidingsinstituut van de NPB, dat pastorale medewerkers en ook voorgangers/pastoraal werkers opleidde. Zij beheerde het bestuurssecretariaat van deze opleiding en coördineerde de cursussen. Zij werd de ‘Moeder van de Cursisten’ genoemd, omdat zij steeds aanwezig was en niet alleen gastvrij ontving, maar ook informatie gaf en stimuleerde. Zij werd gezien als “… een innemende persoonlijkheid die bruggen bouwde en het vermogen had mensen te verbinden. Ze was trots als opnieuw een oud-student benoemd werd tot voorganger in een gemeente.” In 1990 werd zij vanwege haar vele verdiensten en grote inzet benoemd tot erelid van Vrijzinnigen Nederland.
In 2009 mochten zij hun 60-jarig huwelijk vieren en dit werd met de familie gevierd in Dalfsen, waar onder meer een rondrit met een huifkar op het programma stond. Via de moeder van haar echtgenoot, een barones Van Dedem, lag de keuze van Dalfsen voor de hand, omdat de Van Dedems hier sinds 1703 in het bezit zijn van de havezate Den Berg.
Drie jaar later kwam haar liefhebbende echtgenoot op de leeftijd van eenennegentig jaar te overlijden. Zelf overleed zij op 19 april 2016: “Onze lieve eigenwijze (schoon)moeder en oma is er niet meer.” Margaretha Lucia barones Baud née jonkvrouwe van Suchtelen van de Haare werd negentig jaar en wordt diep betreurd door haar zoons, dochters, schoondochters en –zoons, acht kleinkinderen, achterkleinkinderen en verdere familieleden.
Informatie mede met dank aan het Nederland’s Adelsboek, ‘Memoires 1925-1953’ door Willem Oltmans, de biografie van Gerrit Hulsman op www.dbnl.org en het In Memoriam in ‘Ruimte’ van de Vrijzinnigen Nederland door Peter Korver en Elsbeth Goettsch.