Op de foto een vooroorlogse afbeelding van het Huis Bingerden, dat in 1661 door de familie Van Pabst werd gekocht. Begin 19e eeuw werd het op grootse wijze verbouwd door jonkheer Rudolf Willem Jacob van Pabst en echtgenote Jeannette Antoinette Henriette van Diest en er werd zelfs een feest- en ontvangstzaal van grote allure gecreëerd. In 1827 was de verbouwing voltooid en het huis was nu in omvang verdubbeld, maar door de grote staat die de familie voerde, kon dit alles niet lang stand houden.
In 1841 overleed de schepper van al dat moois en een jaar later reeds werd Bingerden in veiling gebracht. Koper werd zijn zusje jonkvrouwe Geertruijd Sara Agatha van Pabst, die gehuwd was met Willem Hendrik Alexander Carel baron van Heeckeren. Haar achterkleindochter, Sophia Wilhelmina barones van Heeckeren van Kell, huwde in 1927 jonkheer mr. Wouter Everard van Weede en zij moesten beleven dat Bingerden, met de bevrijders reeds in zicht, door oorlogsgeweld in 1945 in vlammen opging met de complete historische inboedel.
Een ooggetuige schreef: “Vrijdag 6 April. Als wij ’s morgens opstaan, staat het kasteel Bingerden, waar wij zo lang, gerieflijk en mooi hebben gewoond, in lichter laaie. Daar komen wij nimmermeer in terug. We staan een tijdlang te kijken door een dakraam naar de brand. (…) Bij Derksen heeft men gemerkt, dat Duitse patrouilles rond Bingerden gelegen hebben, mijnen hebben gelegd en dat Bingerden circa te 2 uur ’s nachts in brand stond. En het heeft fameus gebrand!”
Na de oorlog werd Huis Bingerden weer opgebouwd door het echtpaar Van Weede-Van Heeckeren van Kell, maar wel in verkleinde vorm – tijden veranderen nu eenmaal.