Voor de komst van de Fransen in 1795 kenden de verschillende gewesten in de Republiek Ridderschappen, waarin edelen verschreven konden worden, als ze aan bepaalde toelatingseisen voldeden. Bij het herstel van de onafhankelijkheid in 1813 werden de Ridderschappen hersteld als onderdeel van de standenvertegenwoordiging en kregen ze een staatsrechtelijke functie, waarbij de Ridderschappen uit hun midden een aantal leden van de Provinciale Staten mochten kiezen. De grondwetswijziging van Thorbecke in 1848 zorgde voor de afschaffing van de Ridderschappen en een aantal hief zichzelf vroeger of later op, terwijl andere als vereniging bleven voortbestaan. In de afgelopen jaren is er binnen de Nederlandse adel een hernieuwde interesse in dit onderdeel van hun geschiedenis en na de heroprichting van de Ridderschap van Fryslan, Zeeland en Groningen is op 13 juni jl. de oprichtingsakte van de Ridderschap van Holland ondertekend. Jonkheer drs. Roeland Elias, voorzitter van de Ridderschap van Holland, vertelt in een gesprek met AiN meer hierover.
Jonkheer Roeland Elias (1966) is partner bij Psychologisch Adviesbureau PONTE en directeur bij softwarehuis ModuleZ. Hij woont in Amsterdam. Over zijn familie zegt Roeland Elias: “Het regentengeslacht Elias, dat zijn oorsprong heeft in de 14e eeuw in Brabant, kent een rijke historie die vanaf de 16e eeuw verbonden is met de stad Amsterdam”.
Wanneer raakte u geïnteresseerd in uw familiegeschiedenis?
“Die interesse is er altijd al geweest. Familiegeschiedenis is iets waar je mee opgroeit, het is een constant gegeven.” Gevraagd naar zijn meest interessante voorvader antwoordt hij: “Ik ben geneigd te zeggen mijn vader, omdat hij degene is die ik het best gekend heb en waar ik het meest van geleerd heb. Kijkend naar de familie Elias is dat Jacob Elias, die op basis van zijn geloofskeuze in de 16e eeuw vanuit Brabant naar uiteindelijk Amsterdam trok en daarmee de Amsterdamse stamvader van de familie Elias werd. De bekendste voorvader via de vrouwelijke lijn is de Nederlandse zeeheld Michiel de Ruyter.”
De familie Elias en Amsterdam
“Op meerdere plekken zijn in Amsterdam zaken te vinden die aan de familie Elias herinneren. Zo is het familiewapen onder andere terug te vinden in het Amsterdam Museum, dat gevestigd is op de locatie van het Burgerweeshuis, in de Nieuwe Kerk en de Oude Kerk. Verder herinneren de naamplaten op de kisten in de crypte van Michiel de Ruyter in de Nieuwe Kerk aan de familie Elias.”
“Meer tastbare zaken zijn het familiehuis aan de Herengracht 166 met in de toog een bloemenmand met een bloeiende distel, het beeldmerk van de familie Elias. Daarnaast zijn er andere grachtenhuizen op de Heren- en Keizersgracht, die op een gegeven moment voor één of meerdere generaties toebehoorden aan de familie Elias, maar geen zichtbare kenmerken van de familie tonen, zoals het Huis Marseille en het huis In ’t Derde Vrede Jaar. Dan is er het Looyershofje dat in 1829 door jonkvrouwe Anna Maria Elisabeth Elias is gesticht. Ook herinnert de Burgemeester Eliasstraat in Amsterdam Nieuw West aan onze familie.”
Hoe is het idee voor de heroprichting van de Ridderschap van Holland ontstaan?
“Het initiatief komt oorspronkelijk bij mij vandaan. Ruim 4 jaar geleden kwam de gedachte bij me op om de Amsterdamse geslachten, die terug te vinden zijn op de wapenkaart uit 1901, te herenigen. Vandaaruit is het idee ontstaan voor eerst de heroprichting van de Ridderschap van Noord-Holland en daarna de heroprichting van de Ridderschap van Holland, dus inclusief Zuid-Holland, dat laatste is nu ruim anderhalf jaar geleden.”
In de afgelopen jaren is er een hernieuwde belangstelling voor de Ridderschappen en meerdere Ridderschappen (Fryslan, Zeeland en Groningen) zijn heropgericht. Als mogelijke verklaring geeft hij: “Wat je in het gewest Holland ziet, is dat tot ongeveer 150 jaar geleden er zeer nauwe relaties waren tussen de Hollandse regentengeslachten onderling. Deze verbondenheid is sindsdien sterk verminderd. Met de Ridderschap van Holland willen we een platform zijn om met name de verbondenheid van weleer tussen deze families terug te brengen. Mogelijk dat het zoeken naar verbondenheid een verklaring is voor de hernieuwde belangstelling voor de Ridderschappen.”
Kunt u iets vertellen over hoe de heroprichting tot stand is gekomen?
“De afgelopen 18 maanden is intensief en op gedegen wijze aan de heroprichting gewerkt. De eerste stap hierbij was het ontwikkelen van ideeën over het vormgeven van de Ridderschap van Holland. In deze voorbereidende fase zijn diverse personen benaderd, die allen van doen hebben met ridderschappen.
Daarna heb ik in de zomer van 2016 jhr. mr. Jan Pieter H. Six gevraagd de rol van toekomstig secretaris op zich te nemen. Waarna wij de ideeën zijn gaan concretiseren. In oktober 2016 zijn allerlei potentiële belangstellenden aangeschreven. Voor de rol als toekomstig penningmeester is eind vorig jaar jhr. Mirza B.A. van der Does de Bye aangezocht.
Jan Pieter Six en ik hebben, in de rollen van respectievelijk secretaris en voorzitter van de in oprichting zijnde Ridderschap van Holland, in januari 2017 als gast het zgn. Interridderlijk Overleg (IRO) in Slot Loevestein bezocht. Wij kregen daar de gelegenheid onze plannen te ontvouwen. Naar aanleiding van dit overleg hebben wij ons plan op één punt gewijzigd en dat betreft het lidmaatschap van dames. In plaats van onze initiële opzet om hen het onbeperkt lidmaatschap toe te kennen, zijn we met de andere ridderschappen tot een compromis gekomen en kunnen dames bij ons nu geassocieerd lid worden.
Op 13 juni 2017 hebben Jan Pieter Six en ik in Hilversum, ten kantore van notaris mr. A.C.W. Graaf van Limburg Stirum, de oprichtingsacte getekend en werd de heroprichting een feit. Na de oprichting heeft de Mirza van der Does de Bye het penningmeesterschap op zich genomen.
Op 17 september jl. vond de eerste ALV van de heropgerichte Ridderschap van Holland plaats in het voormalig Burgerweeshuis te Amsterdam, de locatie waar vroeger de Ridderschap van Noord-Holland vergaderde. Tegenwoordig is hier het Amsterdam Museum gevestigd.
Met deze eerste ALV was het voor het eerst sinds 175 jaar dat de Ridderschap van Holland weer bijeen was. Een historisch moment, waarvoor ik iedereen die de heroprichting mede mogelijk heeft gemaakt zeer dankbaar ben.”
Grote belangstelling voor heropgerichte Ridderschap
“Ik kan niet anders zeggen dan trots te zijn op het feit dat op dit moment 46 personen tot de Ridderschap van Holland zijn toegetreden. Ik ben daarom ook zeer blij met de toewijding van mijn medebestuursleden Jan Pieter Six en Mirza van der Does de Bye om samen met mij van de Ridderschap van Holland een succes te maken.”
In de statuten wordt specifiek over de geadelde regentenfamilies gesproken. Van de autochtone Hollandse adel is eigenlijk alleen de familie Van Wassenaer nog over. Zijn er leden van deze familie lid geworden? “Tot op heden is dat nog niet het geval, maar wij heten leden van de familie Van Wassenaer van harte welkom. Uiteraard geldt hetzelfde voor leden van andere oudadellijke geslachten wiens voorvader(s) lid waren van de Ridderschap van Holland.”
Geografisch gezien woont het grootste deel van de Nederlandse adel in West-Nederland, met name jongeren trekken naar het Westen. Zijn de huidige leden overwegend leden van geadelde regentengeslachten of zitten er ook leden van geslachten bij die voor 1795 in de Ridderschappen van de andere gewesten zitting hadden? “Van de 46 toegetreden personen is rond de 75% procent afkomstig van Hollandse geslachten” en over de verhouding jongeren/ouderen zegt hij: “Op dit moment zijn de meeste personen in de leeftijd 50 jaar en ouder. Wij gaan er van uit dat ook jongeren de Ridderschap van Holland zullen weten te vinden.”
Vernieuwing & traditie
De Ridderschap van Holland heeft, in vergelijking met andere Ridderschappen, ruimere toelatingseisen: niet alleen nakomelingen van leden die voor 1850 zitting hadden, maar ook leden van geadelde Hollandse regentengeslachten en zelfs dames. Gevraagd naar de reden waarom hiervoor gekozen is, antwoordt Roeland Elias: “Zoals gesteld is de voornaamste doelstelling het terugbrengen van de verbondenheid tussen de huidige en toekomstige leden van de Hollandse adellijke geslachten. Daaronder vallen ook de dames, zij delen immers dezelfde achtergrond. Let wel, het gaat hier om dames die bij geboorte tot een adellijk geslacht behoren. Vanwege het ontbreken van een Ridderschap van Holland zijn leden van Hollandse geslachten toegetreden tot andere ridderschappen. Om niet te concurreren met andere ridderschappen, maar om samen te werken hebben wij de mogelijkheid geïntroduceerd dat leden van andere ridderschappen, mits hun ridderschap dat toelaat, geassocieerd lid kunnen worden bij de Ridderschap van Holland. Een redelijk aantal van hen heeft al van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en is als geassocieerd lid tot de Ridderschap van Holland toegetreden.”
Verbinden en ondersteunen
De doelen van de Ridderschap worden omschreven als verbinden en ondersteunen. Over op welke manier(en) de Ridderschap dit wil verwezenlijken zegt hij: “Om het eerste doel, verbinden te verwezenlijken streven wij naar twee activiteiten per jaar. We willen onder andere de leden laten kennismaken met hun eigen geschiedenis en die van de anderen. Je kunt hierbij denken aan wandelingen door de historische stadskernen, lezingen over de verwantschap tussen de diverse families binnen een stad en het bezoeken van familiehuizen of hofjes, die door families gesticht zijn. Onze tweede doelstelling is het verlenen van hulp aan instellingen en projecten ten behoeve van het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed van de Hollandse adellijke regentengeslachten. Aangezien we op 13 juni jl. met een lege kas gestart zijn, zijn we hier nog niet mee begonnen. Met behulp van donaties zouden we daar wel versneld invulling aan kunnen geven.”
En wat hoopt u te zien als u over 25 jaar terugkijkt op wat de Ridderschap van Holland bereikt heeft? “Dan zie ik een bloeiende ridderschap, die door de volgende generatie met belangstelling en toewijding wordt voort gezet.”