Onlangs stond er in de NRC een artikel over de kledingberg bij H&M, waarbij geschreven werd over de 21 miljoen kledingstukken die de Nederlandse kledingbranche ieder jaar overhield en de 5,8 % die daarvan jaarlijks vernietigd of gerecycled werd – een groter contrast dan met het verhaal op deze tentoonstelling is niet denkbaar. Op de tentoonstelling ‘Zo heurt het (niet!): het versleten linnengoed van de barones’ is linnengoed uit de familie Schimmelpenninck van der Oye te zien, dat uit zuinigheid eindeloos versteld werd.
Het verhaal van deze tentoonstelling begint met de Zwitserse Odette Lina Graber, die als verpleegster in een Zwitsers sanatorium werkte en daar voor de Tweede Wereldoorlog de Nederlander Asueer Jacob (‘Jaap’) baron Schimmelpenninck van der Oye leerde kennen. Deze kwam er vanwege zijn tuberculose kuren en ze raakten verliefd op elkaar. Helaas brak de oorlog uit en er moest met trouwen gewacht worden tot deze voorbij was.
In oktober 1945 kwam Odette op Schiphol aan en Jaap wachtte haar met een bos anjers op. Helaas arriveerde haar bagage te laat voor haar huwelijk en zij trouwde in haar reiskleding. De jaren van opbouw na de oorlog waren vol tekorten en zuinigheid was een noodzaak. Daarom werd de zeer bescheiden Zwitserse linnenuitzet aangevuld met linnen van schoonmoeder Schimmelpenninck van der Oye-De Beaufort.
Odette zou het linnengoed haar leven lang blijven gebruiken en omdat het door het gebruik sleet, werd het voortdurend versteld. Alleen deed zij dat op geheel eigen wijze, waarbij gaten eindeloos op de naaimachine gestopt werden en er lukraak lappen op versleten stukken geplaatst werden. Het leverde een eindresultaat op, waarover wij ons als bezoekers kunnen verbazen, omdat het een zuinigheid laat zien, die we nu eigenlijk niet meer kennen.
Museum Het Leids Wevershuis in Leiden is de perfecte locatie voor deze tentoonstelling. Het is het enige huisje van een linnenwever in Leiden, dat in authentieke vorm is blijven bestaan. Het versleten interieur ademt een armoede, die wij ons nu bijna niet meer kunnen voorstellen. De armoede van arbeiders uit het verleden ontmoet hier de adellijke zuinigheid uit noodzaak na de oorlog.
Gastconservator Sanny de Zoete is kunsthistorica en een gepassioneerd verzamelaar van antiek linnengoed. Linnengoed noemt zij onze ‘derde’ huid, omdat het zo nauw met ons leven verbonden is: we slapen er tussen, drogen ons er aan af en dekken (of dekten) er onze tafels mee. Dankzij Elsabe Kalsbeek-barones Schimmelpenninck van der Oije, het nichtje van Odette, bleef het linnengoed bewaard en zij gaf het aan Sanny. Nu is het eenmalig op een eenmalige locatie te zien en het is wonderlijk te zien en te voelen hoe thuis dit linnen is in dit huisje, waar heden en verleden elkaar ontmoeten en het verhaal verteld wordt van rijk en toch arm. Tegelijk is het een eerbetoon aan zuinigheid en kunnen we hiervan iets leren over duurzaam gebruik – ook al gaf Odette barones Schimmelpenninck van der Oye daar op haar naaimachine een hele eigen draai aan.
Benieuwd naar deze tentoonstelling en wilt u meer weten over bezoekmogelijkheden? Kijk dan op www.wevershuis.nl.
Het complete verhaal over Odette Graber en Jaap baron Schimmelpenninck van der Oije, dat Elsabe Kalsbeek – barones Schimmelpenninck van der Oije bij de opening van de tentoonstelling voorlas, staat in het juninummer van het digitale magazine van AiN. Bent u ook benieuwd naar dit digitale magazine? Voor 17,50 euro per jaar wordt u donateur en steunt u ons in onze werkzaamheden. U ontvangt dan vier keer per jaar het digitale magazine en krijgt voorrang bij door AiN georganiseerde excursies. Voor meer informatie mail naar nieuwsbrief@adelinnederland.nl.