Op 5 en 6 juni vindt er bij het Zeeuws Veilinghuis een grote veiling plaats met Indonesische schilderijen, kunst en antiek. Eén van de kavels betreft tafelzilver van de baronnen Van Burmania Rengers. Lees hieronder het verhaal hierbij of kijk op de website van het Zeeuws Veilinghuis met de online catalogus om te zien wat er verder geveild wordt op www.zeeuwsveilinghuis.eu. Het Zeeuws Veilinghuis biedt ook de mogelijkheid om online mee te bieden!
Tot de oude adel uit Groningen behoort het geslacht Rengers, waarvan de stamvader in 1353 als burgemeester van Groningen genoemd wordt. Deze familie kent verschillende takken: Rengers, Van Burmania Rengers, Juckema van Burmania Rengers, Van Aylva Rengers, Schratenbach Rengers, Looxma van Welderen Rengers en Van Welderen Rengers. Van deze takken leeft alleen Van Welderen Rengers nu nog voort.
De naamsvarianten ontstonden door huwelijken met erfdochters uit geslachten die op uitsterven stonden. Zo huwde Egbert Rengers, heer van Farmsum, Tuwinga, Oldenhuis en Tammingehuizen (1687-1745) in 1712 Titia Barbara van Burmania (1686-1714), die de erfdochter was van de Camminghaburg en Oosterbroek. Hun enige zoon kreeg de achternaam Van Burmania toegevoegd, zodat de naam Burmania voortgezet zou worden.
De bestekkist bevat twee sets van 12 zilveren couverts. De oudste couverts dateren uit 1719 en zijn gemaakt door de Haagse zilversmid Pieter Kersbergen. Deze zijn gegraveerd met het familiewapen Van Burmania. In 1765 werden de couverts aangevuld bij de zilversmid Servaas van der Gaaff in Den Haag. De eikenhouten bestekkist draagt de naam van Hoeker en Zoon Juweliers in Amsterdam en is eind 19e eeuw gemaakt. Op de buitenzijde is een zilveren plaat bevestigd met de initialen BR met daarboven een baronnenkroon met zeven parels.
Aangezien Hoeker en Zoon pas vanaf 1883 onder deze naam bestonden, lijkt de meest aangewezen persoon in de stamboom als opdrachtgever voor de bestekkist (en daarmee eigenaar van dit tafelzilver op dat moment) Frederik Constantijn Willem Juckema van Burmania baron Rengers (1839-1928) te zijn. Hij kreeg bij Koninklijk Besluit in 1870 toestemming om zijn familienaam Rengers te wijzigen in Juckema van Burmania Rengers.
Hij bereikte de rang van generaal-majoor tit. en was bevelhebber van de Rij- en Hoefsmidschool in Amersfoort. Zijn eerste echtgenote was Woltera Geertruida gravin van Limburg Stirum (1842-1904) en na haar overlijden huwde hij Digna Johanna Fransen van de Putte (1852-1923). Hun enige zoon bekleedde verschillende functies aan het Hof als kamerheer, hofmaarschalk en grootmeester. Met het overlijden van de dochter van de laatstgenoemde in 1952 stierf de naam Juckema van Burmania Rengers uit.
Het totale gewicht van de 24 couverts is ca. 3,6 kg en het wordt getaxeerd op 2000-3000 euro. De veilingopbrengst was 3000 euro.