De Nederlandse adel telt op dit moment één markies: de markies van Heusden (en dan rekenen we de markiezenfamilies die na 1830 voor de Belgische adel opteerden niet mee), maar tot de historische markiezaten op het grondgebied van het huidige Nederland behoorden ook het markiezaat van Veere en Vlissingen en het markiezaat van Bergen op Zoom.
Bergen op Zoom behoorde eeuwenlang aan het geslacht Van Glymes en in 1533 verhief Keizer Karel V het tot markiezaat onder Antoon van Glymes (1500-1541), markies van Bergen op Zoom, die tevens graaf van Walain werd. Zijn zoon Jan IV van Glymes (1528-1567) zou de volgende markies worden en hij leek voorbestemd voor een grote toekomst. Door geboorte maakte hij deel uit van het kleine netwerk van de hoge adel in de Nederlanden en was hij nauw verwant aan bekende geslachten als Croÿ, Arenberg, Nassau, Merode, enz. Zijn broer zou prins-bisschop van Luik worden, via zijn moeder was hij gelieerd aan het machtige geslacht Croÿ en zijn oom was de 1e hertog van Aerschot. Zelf huwde hij Maria van Lannoy (1534-1580), die de erfdochter was van rijke goederen.
Jan IV bezat uitgestrekte bezittingen en zou volgens schattingen een inkomen van 50.000 gulden per jaar hebben genoten. Maar zijn uitgaven waren ook groot: hij leefde op grote voet, had meerdere representatieve residenties en kreeg te maken met grote overstromingen, die om grote investeringen vroegen.
Al jong kwam hij in dienst aan het Hof van Maria van Hongarije, werd kamerheer van Filips V, Ridder van het Gulden Vlies en stadhouder van Henegouwen. In deze laatste functie kreeg hij te maken met de ketters, die hij diende de bestrijden. Hij verzette zich tegen de godsdienstige onverdraagzaamheid en werd uiteindelijk naar Spanje gestuurd, samen met de baron van Montingny (een jongere broer van de bekende graaf van Hoorne), om het smeekschrift van de edelen aan Filips V voor te leggen. Tijdens zijn verblijf in Spanje brak juist de Beeldenstorm uit en de eerste wraak van Filips V leek zich op Jan IV te gaan richten. Hij werd echter ziek en stierf. Zijn lijk werd vervoerd in een koffer op een muilezel naar Bergen op Zoom, waar hij met alle staatsie werd bijgezet in het familiegraf. Door zijn vroegtijdige dood ontsnapte hij aan een vermoedelijke terechtstelling, maar hij werd postuum veroordeeld en al zijn bezittingen werden geconfisqueerd.
In ‘Jan IV van Bergen 1528-1567’ wordt op basis van uitgebreid en ook niet eerder uitgegeven archiefmateriaal het leven verteld van deze onfortuinlijke markies. Het boek biedt een zeer lezenswaardig overzicht van de gebeurtenissen die tot de Nederlandse Opstand hebben geleid, gevolgd door een boeiende biografie van Jan IV. Verder komen er verschillende facetten aan bod: de bezittingen, de huizen, de inrichting, de kleding, het zilver (er werd 180 kilo aan zilver geconfisqueerd uit het markgrafelijk paleis in Bergen op Zoom), de boeken en de portretten. Een overzichtelijke stamboom van de heren en markiezen van Bergen op Zoom maakt het boek compleet.
‘Jan IV van Bergen 1528-1567’ is zondermeer een aanrader voor wie meer wil weten over deze bijna vergeten markies, maar het boek biedt veel meer: het biedt ook een goede kijk op het representatieve leven van de hoge adel in de Nederlanden voorafgaand aan de Opstand.
Benieuwd naar meer informatie en het boek online bestellen? Kijk dan op https://verloren.nl/jan-iv-van-bergen-1528-1567