Op landgoed Prattenburg is een vermist manuscript, dat al tientallen jaren zoek was, onlangs teruggekeerd. De ontdekker overhandigde de vuistdikke bundel aan de rentmeester en de archivaris van het landgoed. Dit register, deel 9 uit de handschriftenverzameling Opt Straeten van der Moelen, dateert uit 1642. Het bevat tekeningen van wapens in kerken in de gewesten Holland en Utrecht, een afschrift van de lijst van Utrechtse ridderhofsteden uit 1536 en de Verbandbrief van bisschop Rudolf van Diepholt uit 1436.
Prattenburg kwam in 1694 in het bezit van Jacob van Wijck en hij liet het twee jaar later na aan zijn neef mr. Anthony van Asch van Wijck (1662-1728), die burgemeester van Utrecht was. Prattenburg bleef sindsdien in het bezit van het geslacht Van Asch van Wijck
Ellis Maud barones de Smeth née Brandon, geboren Amsterdam 8 april 1923, Engelandvaarster, draagster Verzetsherdenkingskruis, overleden Schilde (B) 12 juli 2024, dochter van Frederik Charles Brandon en Adèle Cornelia Manikus, weduwe van Jan Anne baron de Smeth en eerder weduwe van Albert Vis.
Ellis Maud Brandon werd geboren in een familie van ondernemers en kooplieden, die een tijdlang in Ned.-Indië woonachtig was en door haar ondernemersactiviteiten wat meer internationaal georiënteerd was; zo was haar grootvader Jan Frederik Brandon gehuwd met de Britse Alice Evans en was haar overgrootvader consul van Uruguay. De familienaam was aanvankelijk Brandão en vermoedelijk betreft het oorspronkelijk een familie van Sefardische Joden uit Portugal.
Al in een vroeg stadium van de Tweede Wereldoorlog werd Ellis Maud Brandon actief in het verzet en werd zij koerierster voor de illegale bladen Het Parool en Vrij Nederland. Daarnaast probeerde zij Joodse gezinnen te overtuigen om te vluchten via een vluchtweg, die haar vriend en verzetsstrijder Herman Friedhoff (1920-2000) had helpen opbouwen. Uiteindelijk moesten zij en Herman Friedhoff onderduiken en een enerverende periode van acht maanden met steeds wisselende onderduikadressen volgde.
Tijdens de bezetting van ons land in de jaren 1940-1945 hebben zo’n 1700 Nederlandse mannen en vrouwen geprobeerd uit Nederland te ontsnappen om vervolgens vanuit Engeland tegen de Duitse bezetters te vechten. Ongeveer 700 hebben Engeland helaas nooit gehaald. Ellis Brandon vertrok in 1943 samen met Engelandvaarder Herman Friedhoff uit Nederland en kwam via België, Frankrijk, Spanje en Portugal in 1944 in Engeland aan. Hier werd zij medewerkster op het Ministerie van Binnenlandse Zaken bij de bevolkingsadministratie en kreeg later als opdracht om vanaf het dak van dit ministerie de overkomende gevechtsvliegtuigen te observeren, om te kunnen waarschuwen voor bombardementen.
In 1944 huwde zij de Engelandvaarder en RAF jachtvlieger Christoffel (‘Chris’) Krediet (1915-1975), die samen met Peter Tazelaar (1920-1993) en Erik Hazelhoff Roelfzema (1917-2007) zendapparatuur op de Nederlandse kust brachten voor het verzet. Na enkele jaren besloten zij echter uiteen te gaan. Chris Krediet hertrouwde in 1950 Ellen Hazelhoff Roelfzema, het zusje van Erik, en Ellis hertrouwde in 1952 Albert (‘Ab’) Vis (1920-1971), met wie zij twee zonen kreeg. Het gezin woonde in De Steeg, maar Ab was als commercieel medewerker werkzaam bij de Overijsselse Jachtwerf W. Huisman B.V. in Vollenhove.
Na zijn tragische vermissing in 1971 tijdens het zeilen op de Noordzee, ‘de sport waar hij zo van hield’, bij zijn deelname aan de Noordzeerace, hertrouwde zij in 1976 de kolonel der artillerie b.d. Jan Anne baron de Smeth (1924-2017). Hij was weduwnaar van jonkvrouwe Florentine Theodora Calkoen (1928-1974), oud-commandant van het Korps Rijdende Artillerie en oud-provinciaal militair commandant van Gelderland. Na hun huwelijk vestigden zij zich in Schilde in België – ‘We zijn destijds gevlucht voor Den Uyl’, zou zij later met een knipoog zeggen.
Haar kleindochter Carlijn Vis legde haar verhaal vast in het geromantiseerde boek Vrij spel. In een interview in De Volkskrant in 2012 naar aanleiding hiervan zou zij over haar oorlogservaringen zeggen, dat zij hier niet veel over gepraat had: “We moesten gewoon geld verdienen en Nederland opbouwen” en “Als je die oorlog al zo intens hebt beleefd, hoef je er niet meer voor te vluchten. Door die diepe ervaring heb je al veel verwerkt.”
Op 29 december 1980 ontving Ellis barones de Smeth uit handen van Z.K.H. Prins Bernhard het Verzetsherdenkingskruis, nadat zij na haar aankomst in 1944 in Engeland een onderscheiding geweigerd had. Op 12 juli 2024 kwam Ellis Maud barones de Smeth née Brandon op 101-jarige leeftijd te overlijden. Boven de annonce van haar overlijden haar motto ‘Niet bang zijn kun je leren’.
In een communiqué van het Koninklijk Huis, waarin vreemd genoeg de naam De Smeth en de titel barones ontbrak, stond: “Met groot respect gedenken wij verzetsvrouw en Engelandvaarder Ellis Brandon. Wij herinneren ons haar als een vrouw met een scherp afgesteld gevoel voor goed en kwaad. Zij liet zich niet intimideren door dreiging en gevaar en hield vast aan haar overtuiging dat vrijheid boven alles gaat. Nederland is haar grote dank verschuldigd.” – Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima en Prinses Beatrix
Openstelling Paleis Noordeinde: ook deze zomer heeft Z.M. de Koning Paleis Noordeinde en de Koninklijke Stallen weer opengesteld. Voor wie niet in de gelegenheid is hier een bezoek aan te brengen, volgt hier een aantal foto’s.
Het Paleis is een mooi voorbeeld van vorstelijke representatie in de 19e eeuw. Door het terugkeren naar neo-stijlen uit vroegere eeuwen werd de continuïteit van de dynastie benadrukt. In het onderstaande foto-album is een aantal foto’s te zien van een bezoek dat AiN in 2016 aan Paleis Noordeinde bracht.
Vandaag vond in het Verenigd Koninkrijk de State Opening of Parliament plaats door Z.M. Koning Charles III. In het House of Lords bevonden zich onder de aanwezigen ook de prins en prinses van Waterloo.
His Grace Arthur Charles Valerian Wellesley, 9th Duke of Wellington (1945) is de drager van meerdere titels, waarvan Hertog van Wellington de hoogste in rang is binnen de Britse adel. Zijn voorvader Arthur Wellesley, 1st Duke of Wellington (1769-1852) ontving van Koning Willem I de titel prins van Waterloo bij eerstgeboorte vanwege zijn aandeel in de Slag bij Waterloo. Volgens het Nederlands adelsrecht is hij daarom Zijne Doorluchtige Hoogheid Arthur Charles Valerian Wellesley prins van Waterloo. De overige familieleden zijn jonkheer/jonkvrouwe. Hij is gehuwd met H.K.H. Antonia Brigid Elisabeth Luise Prinzessin von Preussen, die een nakomelinge is van Keizer Wilhelm II.
In 1999 ging The House of Lords Act in en verviel het erfelijk lidmaatschap voor de ‘peers’. Tegenwoordig bestaat het grootste deel van het House of Lords uit ‘life peers’, dit zijn edelen die hun adellijke titel vanwege verdiensten hebben gekregen, maar waarvan de titel niet-erfelijk is en die dus niet doorgegeven kan worden aan hun oudste zoon. Na het overlijden van een ‘life peer’ keert zijn titel terug naar de Kroon en komt zijn zetel in het House of Lords beschikbaar voor een nieuwe ‘life peer’.
Van de ongeveer 800 leden van het House of Lords behoren er nu nog maar 75 tot de erfelijke Britse adel. Deze hebben hun zetel niet door erfopvolging gekregen, maar deze worden door hun standgenoten onderling uit de erfelijke Britse adel gekozen. De Hertog van Wellington werd in 2015 op deze wijze gekozen en maakt sindsdien deel uit van het House of Lords. Overigens lijkt er nu ook een einde te gaan komen aan de positie van deze 75 gekozen erfelijke edelen, zo bleek vandaag uit de plannen van Labour.
Kijk hieronder de State Opening of Parliament 2024 terug:
Op vrijdag 24 mei vond de presentatie plaats van 100ste deel van het Nederland’s Adelsboek plaats, waarin de families beginnende met de letters C-Gi zijn opgenomen. Het was daarnaast ook 30 jaar geleden dat de nieuwe Wet op de adeldom werd ingevoerd. Dit vormde voor de Stichting Uitgave Nederland’s Adelsboek (SUNA) de aanleiding om samen met de Hoge Raad van Adel het symposium Adel en heraldiek in de 21ste eeuw te organiseren.
Er werd gesproken over recente ontwikkelingen in de overheidsheraldiek en het Nederlandse adelsrecht en er was een panelgesprek, waarbij presentator Jort Kelder het gesprek aanging met Hermance Gransberg née barones van Heeckeren van Kell, Willem baron van Lynden, jonkvrouw Marjolein van Panhuys, oud-voorzitter van de Vereniging Jongeren van Adel in Nederland, en jonkheer Jaap Röell, oud-voorzitter van de Ridderschap van Utrecht.
Deelnemers aan het rondetafelgesprek: op de linker foto jonkheer Jaap Röell en jonkvrouw Marjolein van Panhuys en op de rechter foto Hermance Gransberg née barones van Heeckeren van Kell en Willem baron van Lynden. Foto’s met hartelijke dank aan de Hoge Raad van Adel (foto’s Hélène van Domburg).
De naam Van Vollenhoven heeft dankzij prof.mr. Pieter van Vollenhoven, gehuwd met Prinses Margriet, een bekende klank in Nederland. De familie Van Vollenhoven is een patriciaatsfamilie die is opgenomen in het Blauwe Boekje van het Nederland’s Patriciaat. De familie kent verschillende takken: Van Vollenhoven, Messchert van Vollenhoven, Van der Poorten van Vollenhoven, Snellen van Vollenhoven en Van der Wallen van Vollenhoven.
Maurits van Vollenhoven (1860-1885) is een ver familielid van Pieter van Vollenhoven en hij was lid van de fa. Van Vollenhoven & Co. Bierbrouwers en azijnmakers in Amsterdam. Hij huwde in 1879 jonkvrouwe Maria Louisa Jacoba van de Poll (1858-1928) en uit dit huwelijk kwam één zoon voort: dr. Maurits Willem Raedinck van Vollenhoven (1882-1976), die ambassadeur zou worden en die zelf gehuwd was met een Bourbon uit een zijlinie van de Spaanse Koninklijke familie met de titel Duque (hertog) de Durcal.
Maurits van Vollenhoven was zeer rijk, maar wist ook dat hij niet oud zou worden, omdat hij tuberculose had. Hij bouwde voor zichzelf en zijn familie op gemeentelijke begraafplaats in Heemstede een grafkapel met daaronder een grafkelder. Enkele jaren geleden is deze grafkapel geheel gerestaureerd en van deze restauratie werd een zeer interessante film gemaakt, die hieronder te zien is en die een aanrader is om te bekijken!
Jonkheer Alfred Arthur Leopold van Bunge, geboren Voorburg 10 augustus 1946, directeur Document Identification Centre B.V. in Voorburg, oprichter en partner Bunge & Bunge Associates in ‘s-Gravenhage, bestuurslid Stichting Erfgoed Prinses Marianne, eindredacteur Nieuwsbrief Nederlandse Adelsvereniging, webmaster Voorburg Insite, oud bestuurslid en secretaris stichting Mooi Voorburg, oud-voorzitter Voorburg Cricket Club Sponsor Comité, overleden Voorburg 6 juli 2024, zoon van Eduard Paul Wilhelm Maria van Bunge en Frieda Sibilla Blekking, weduwnaar van Liduina Cornelia Maria van Bunge née van Noort.
Jonkheer Alfred Arthur Leopold van Bunge stamde uit een geslacht, waarvan de stamvader burgemeester was van Tribsees, dat in Mecklenburg-Vorpommern gelegen is. In de 18e eeuw kwam een voorvader, Samuel Joachim van Bunge († 1802), naar Nederland en werd kapitein in dienst van de Republiek der Nederlanden. Deze voorvader werd in 1748 door Keizer Frans I in de adel van het Heilige Roomse Rijk verheven. Op basis hiervan werd Alfred van Bunge in 1983 ingelijfd in de Nederlandse adel met het predikaat jonkheer.
Hoewel zijn voorouders vanuit Duitsland verspreid over Nederland woonden, zo was hij zelf geboren en getogen in Voorburg, waar hij zich zijn hele leven nauw mee verbonden bleef voelen. Zijn werkzaamheden als oprichter en partner van Bunge & Bunge Associates vroegen veel aandacht, maar waar hij kon, zette hij zich in voor ‘zijn’ Voorburg. Zo werd hij nog in 2020 bestuurslid van Stichting Erfgoed Prinses Marianne, die als doelstelling heeft het verzamelen, bewaren en verspreiden van kennis omtrent haar leven, haar erfgoed en de internationale betekenis ervan. Deze kleurrijke dochter van Koning Willem I woonde in Duitsland, Polen en Italië, maar keerde steeds terug naar haar buitenplaats in Voorburg – een gegeven dat Alfred van Bunge zeer aansprak.
Na een periode van afnemende gezondheid, waarin de wereld kleiner voor hem werd en zijn vriendengroep groot bleek te zijn, kwam jonkheer Alfred Arthur Leopold van Bunge te overlijden. Hij zal door velen herinnerd worden om zijn warmte en liefde, zijn avontuurlijke en creatieve geest, zijn aanstekelijke enthousiasme en de grote interesse die hij voor veel en velen had.
Duco Joost van Nassau, geboren ’s-Gravenhage 10 juli 2024, zoon van Joep van Nassau en Charlotte Elisabeth (‘Lotje’) van Nassau née jonkvrouwe van de Poll.
In samenwerking met het Gelders Genootschap en de Nederlandse Kastelenstichting werd onlangs ‘Oorlog in Arcadië 1940-1945. Nederlandse kastelen en landgoederen in de Tweede Wereldoorlog’ gepresenteerd, dat onder redactie van Elyze Storms-Smeets en Nick van den Berg tot stand kwam en waaraan zeventien andere auteurs van naam meewerkten. Hoofdvraag voor dit landelijk onderzoeksproject was: Wat was de invloed van de Tweede Wereldoorlog op Nederlandse kastelen, buitenplaatsen en landgoederen en op welke wijze hebben deze een rol gespeeld gedurende de Tweede Wereldoorlog?
En het resultaat mag er zijn en verdient alle lof! Afgezien van enkele publicaties in het Verenigd Koninkrijk, die veel minder veelomvattend zijn qua methodiek en onderzoek, is dit het eerste boek in Europa, waarbij dit bijzondere facet van de toch al rijke geschiedenis van kastelen, buitenplaatsen en landgoederen zó grondig is onderzocht en uitgewerkt in woord én beeld!
Like & Win
De stichting Adel in Nederland biedt u de mogelijkheid om via een Like & Win actie via onze social media een exemplaar te winnen. Voorwaarden: u mag maximaal één keer ‘liken’ op één van onze social media, meedoen kan tot en met zondagavond 14 juli 24.00 uur en over de uitslag kan niet gecorrespondeerd worden. Onze social media zijn: www.facebook.com/adelinnederlandwww.x.com/adelinnederland en www.instagram.com/adelinnederland
Aanvullende informatie over Oorlog in Arcadië
Wat was de rol van Nederlandse kastelen en buitenplaatsen tussen 1940 en 1945? Daarover gaat dit rijk geïllustreerde boek. Behalve mobilisatie en vordering, bespreekt het dagelijks leven, bescherming, schade, verwoesting en herdenken. Oorlog in Arcadië schijnt nieuw licht op een onbekend onderwerp.
Vele eeuwen is het Nederlandse landschap beïnvloed door de aanwezigheid van grootgrondbezit van adel, stedelijke regenten en andere elite. Het zijn plekken die aangeduid werden als ‘Arcadië’, als paradijs op aarde.
In de periode 1940-1945 werd alles anders. Nederlandse, Duitse en geallieerde legers vorderden een kastelen en landhuizen met hun boerderijen en gronden. De huizen werden gebruikt als militaire hoofdkwartieren, scholen, ziekenhuizen, weeshuizen en barakken. De landerijen werden benut voor houtoogst en de jacht. Soms lagen de landgoederen in de frontlinie en speelden zij maandenlang een militaire rol, zoals bij de Slag om Arnhem. Bunkers, loopgraven en geschutsopstellingen moesten de vijand op een afstand houden. De strijd zorgde voor beschadiging en soms vernietiging van het gebouwde en landschappelijke erfgoed.
Op basis van nieuw onderzoek naar 1300 landgoederen weten we dat meer dan 90 landgoederen door het Nederlandse leger gebruikt werden tijdens de mobilisatie en 400 landgoederen gevorderd zijn door de Duitse bezetter voor uiteenlopende functies. Zo’n 105 kastelen en landhuizen werden compleet verwoest door oorlogsgeweld en honderden raakten licht tot zwaar beschadigd. Ook is gekeken naar het lot van Joodse buitenplaatsen, het dagelijkse leven op een landgoed en kasteeltoerisme in bezettingstijd en de wederopbouw van Arcadië na 1945.
Carolina Johanna Jacoba (‘Roline’) Gräfin zu Castell-Rüdenhausen née Hintzen werd geboren op 7 december 1952 in Rotterdam en werd vernoemd naar haar grootmoeder Carolina Johanna Jacoba Hintzen née Pels Rijcken. Haar vader, George Herman Hintzen, was een telg uit een patriciaatsfamilie uit het Blauwe Boekje. Haar moeder, Agneta Gerarda Krantz, stamde uit een geslacht, dat eveneens in het Blauwe Boekje vermeld staat.
De familie Hintzen stamt uit het Duitse Varel en in de eerste helft van de 19e eeuw vestigde een voorvader zich in Amsterdam. In de volgende generatie werd een voorvader lid van de Firma R. Mees & Zoonen, wethouder in Rotterdam en Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Diens zoon, de grootvader van Roline, werd eveneens lid van de Firma R. Mees & Zoonen en huwde een meisje Pels Rijcken, die een barones Van Heeckeren van Brandsenburg tot overgrootmoeder had – een gegeven dat haar verwant maakte aan haar toekomstige echtgenoot. Met hem deelde zij de gemeenschappelijke voorvader Jacob Derk van Heeckeren, heer van Ruurlo, Enghuizen, Brandsenburg en Barlham (1665-1749), die onder meer landdrost van Zutphen was.
Het gezin Hintzen-Krantz zou zich uiteindelijk in Sint-Michielsgestel vestigen en bewoonde daar het huis Zegenwerp, een historisch landhuis uit de 18e-eeuw met grote ramen in Empirestijl en een klassiek fronton. Hier kwam in 1972 Christian zu Castell-Rüdenhausen deel uitmaken van het gezin.
Christian Friedrich Casimir Graf zu Castell-Rüdenhausen (1952-2010) was een zoon van de 4e Fürst Zu Castell-Rüdenhausen en werd geboren op Schloss Rüdenhausen in Duitsland. Via zijn grootmoeder, een Gravin Bentinck, was hij een nakomeling van de familie Van Heeckeren van Wassenaar op kasteel Twickel. Kasteel Twickel en de bijbehorende bezittingen werden door ‘tante Mieschen’ in 1953 ondergebracht in een stichting en na haar overlijden in 1975 kreeg Graaf Christian het woonrecht in een zijvleugel. Daarom verhuisde hij naar Nederland, werd werkzaam bij de Van Lanschot Bank in Amsterdam, waarvan zijn toekomstige schoonvader één van de directeuren was, en werd vervolgens opgenomen in het gezin Hintzen-Kranz, om de Nederlandse taal te leren spreken.
Het leidde uiteindelijk tot hun huwelijk en op 17 september 1977 werd dit ingezegend in de Nederlands Hervormde kerk in Vught. Kranten spraken over een ‘sprookjeshuwelijk’ en ruim zestig verwanten uit de vorstelijke familie Zu Castell-Rüdenhausen en grafelijke familie Zu Solms-Laubach (de familie van de moeder van Graaf Christian) waren naar Nederland afgereisd. Onder de bruiloftsgasten bevond zich ook Z.K.H. Prins Louis Ferdinand van Pruisen, kleinzoon van Keizer Wilhelm II en Chef de Famille van het Huis Hohenzollern. Een zoon van hem was gehuwd met het zusje van Graaf Christian, maar zijn aanwezigheid kwam ook voort uit persoonlijke vriendschap.
Roline droeg een bruidsjurk die door een naaister van de familie Zu Castell-Rüdenhausen gemaakt was, met een eeuwenoude sluier en een diadeem uit de familie Zu Solms-Laubach. Na de kerkelijke inzegening vond er een huwelijksreceptie op huis Zegenwerp plaats, terwijl de avond ervoor een groot diner op kasteel Ammersoyen was, waar natuurlijk Frankensekt geschonken werd van het eeuwenoude familiewijngoed: Castell-Herrenberg.
Na hun huwelijk woonden Roline en Christian aanvankelijk eerst in Amsterdam, maar nadat de restauratie van kasteel Twickel voltooid was, bewoonden zij hier de zijvleugel met hun twee zoons en dochter en volgden er ‘vele goede en gelukkige jaren op kasteel Twickel’, aldus het College van Regenten, medewerkers en vrijwilligers van Stichting Twickel in hun annonce na haar overlijden. Hoewel zij geen eigenaar waren, waren zij voor de buitenwereld wel het gezicht van Twickel en vervulden deze representatieve rol op waardige wijze. Met veel tact werd Graaf Christian met zijn inbreng uiteindelijk van grote betekenis voor Twickel. Samen werden zij het ‘hart van Kasteel Twickel’ genoemd. Gravin Roline was degene die muziek op het kasteel bracht – een passie die haar steeds zou blijven kenmerken; zo nam zij tijdens de huwelijksdienst van één van haar zoons zelf plaats achter de vleugel in de kerk van Delden.
Na het overlijden van haar echtgenoot in 2010 maakte zij plaats voor de volgende generatie op kasteel Twickel en betrok zij huis Bagatelle in Delden, een neo-classicistisch huis uit ca. 1870, dat deel uitmaakt van het goederenbezit van de Stichting Twickel. Ook in deze jaren wordt zij door haar kinderen en kleinkinderen herinnerd om haar muziek, originaliteit en liefde. Hier, in Delden, overleed zij na een periode van afnemende gezondheid op 30 juni 2024. De afscheidsdienst vond plaats in de kerk van Delden, waarna de rouwstoet te voet vertrok naar de begraafplaats. Hier werd, tegenover de grafkelder Van Heeckeren van Wassenaar, Carolina Johanna Jacoba Gräfin zu Castell-Rüdenhausen née Hintzen herenigd met haar echtgenoot Christian Friedrich Casimir Graf zu Castell-Rüdenhausen.