Boekennieuws: Franciscus Lieftinck (1835-17). Welbespraakt parlementariër.


De naam Lieftinck – een patriciaatsfamilie uit het Blauwe Boekje – is misschien in de naoorlogse geschiedenis het bekendste geworden door ‘het tientje van Lieftinck’. Dit was de geldzuiveringsactie van minister van Financiën mr. dr. Pieter (‘Piet’) Lieftinck (1902-1982) in 1945 tegen zwart geld, waarbij iedere Nederlander gedurende één week van tien gulden moest leven. Er is echter een tweede Lieftinck, die veel langer in de parlementaire geschiedenis van Nederland een grotere rol heeft gespeeld: ds. Franciscus Lieftinck. Over hem schreef achterkleinzoon Caspar Visser ’t Hooft: Franciscus Lieftinck (1835-17). Welbespraakt parlementariër.

Franciscus Lieftinck (1835-1917) begon als predikant op het Friese platteland. Twintig jaar later trad hij toe tot de Tweede Kamer. Hij zou er achtendertig jaar lang blijven zitten.
Als parlementariër was hij getuige van de ontwikkelingen van zijn tijd. Een tijd waarin de schoolstrijd woedde, van eerste stappen op het gebied van de sociale wetgeving, van de monumentenzorg. De vooruitstrevende liberaal Lieftinck liet zich op deze gebieden niet onbetuigd. Hij stond bekend om zijn welbespraaktheid. Hij ging confrontaties met de confessionelen en met de socialist Troelstra niet uit de weg. Wie weet nog van het zinken van het oorlogsschip De Adder voor de kust van Scheveningen, waarbij de voltallige bemanning verdronk? Voor Lieftinck aanleiding tot het houden van een geruchtmakend kamerbetoog.

Franciscus Lieftinck onderhield nauwe banden met Prins Alexander, de zoon van koning Willem III. De lezer van dit boek maakt voorts kennis met de schilder Hendrik Dirk Kruseman van Elten, met een prins Bonaparte, auteur van een boek over Suriname, met Adam Zelle, de vader van Mata Hari, met de Perzische Sjah Nasreddin. Ontmoetingen tussen deze prominenten en Lieftinck leveren stof voor anekdotes.

Link naar bestelmogelijkheid: https://uitgeverij-ijzer.nl/boeken/367-franciscus-lieftinck-1835-1917

Afb. Ds. Franciscus Lieftinck (1835-1917) – predikant en politicus. Door nvt – Eigen Haard, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=6172661

Het heeft Z.M. de Koning behaagd: drs. Jorien Jas, Ridder in de Orde van Oranje-Nassau

Afb. 1. Een betere en mooiere locatie was niet denkbaar: de grote zaal op Biljoen met het stucwerk naar prenten van Piranesi. Hier krijgt Jorien Jas uit handen van de heer Ahmed Marcouch, burgemeester van Arnhem, de versierselen opgespeld behorende bij Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Foto met hartelijke dank aan Conrad Gietman.

Vijfentwintig jaar lang was drs. Jorien Jas conservator bij Geldersch Landschap & Kasteelen (Geldersch Landschap & Kasteelen (GLK) | Een landschap dat we koesteren) en zorgde zij voor de instandhouding van uiterst belangrijk Gelders, adellijk erfgoed. Zij publiceerde tal van artikelen, gaf lezingen, presentaties, werkte mee aan podcasts en televisie-uitzendingen, waarmee zij het Gelders, adellijk erfgoed breed toegankelijk maakte en op de kaart heeft gezet. Van haar wetenschappelijke publicaties moeten in ieder geval de standaardwerken ‘Kastelen in Gelderland’ en ‘Biljoen: kasteel, bewoners en landgoed’ genoemd worden (zie voor het laatstgenoemde, geweldige boek en bestelmogelijkheid hiervan een eerder bericht op onze website: Boekennieuws: Biljoen. Kasteel – bewoners – landgoed – Adel in Nederland).

Daarnaast was Jorien Jas bestuurslid van de Brantsen van de Zyp stichting, die een grote, zeer belangrijke portretverzameling betreffende de provincie Gelderland beheert, de Verenigingsraad van Hendrick de Keyser Monumenten en Vereniging Gelre.

Op 29 juni jl. ontving Jorien Jas uit handen van de heer Ahmed Marcouch, burgemeester van Arnhem, op kasteel Biljoen een Koninklijke onderscheiding en werd zij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

De stichting Adel in Nederland feliciteert Jorien Jas van harte met deze Koninklijke onderscheiding en is haar veel dank verschuldigd voor het delen van haar grote kennis en immer aanstekelijke enthousiasme!

Afb. 2. De achterzijde van kasteel Biljoen in Velp, met zijn ranke hoektorentjes oprijzend uit de gracht. Foto op de voorzijde van het boek ‘Biljoen: kasteel, bewoners en landgoed’ dat onder de redactie van Jorien Jas en Conrad Gietman verscheen. Link naar bestelmogelijkheid Boekennieuws: Biljoen. Kasteel – bewoners – landgoed – Adel in Nederland

Zaterdag 27 juli: zomerwandeling Werkgroep Adelsgeschiedenis in Leeuwarden

Afb. 1. Het Van Eysinga huis in Leeuwarden, dat in de huidige vorm in 1781 door jonkheer mr. Frans Julius Johan van Eysinga (1752-1828) gebouwd werd. Hij werd in 1825 opgenomen in de Nederlandse adel met het predikaat jonkheer en zijn nakomelingen woonden hier tot ca. 1860.

De Werkgroep Adelsgeschiedenis (www.adelsgeschiedenis.nl) is opgericht in 1993 en heeft als voornaamste doel het bevorderen van de beoefening van en de kennis over de geschiedenis van de (Nederlandse) adel. Dit doet de werkgroep door middel van het uitgeven van het Jaarboek Virtus en monografieën in de Reeks Adelsgeschiedenis. Daarnaast organiseert de werkgroep symposia om het contact tussen onderzoekers en belangstellenden te vergroten. Ook organiseert ze voor haar leden excursies en webinars.

Op zaterdag 27 juli is het weer tijd voor een traditionele activiteit van de Werkgroep Adelsgeschiedenis: de zomerwandeling! Dit keer voert de wandeling door Leeuwarden, en wel op zaterdagmiddag 27 juli van 14:30 tot circa 17:30 uur.

Net als in de overige provincies had de Friese adel niet alleen huizen op het platteland, maar ook in de voorname brede straten van Leeuwarden; veelal als winterverblijf. Men woonde ‘op stand’; vaak op korte afstand van elkaar. Zeer invloedrijk waren de Friese Nassau’s die er sinds 1587 als stadhouders hun hof hadden gevestigd. De eerste was Willem Lodewijk graaf van Nassau-Dillenburg (1560-1620), neef van Willem van Oranje, die in Friesland Us Heit (Onze Vader) werd genoemd. De volgende Nassau’s zouden Leeuwardens culturele rijkdom aanzienlijk bevorderen. Een ander hoogtepunt van adellijke leefcultuur is het statige Huis van Eysinga, met haar fraaie binnenhuisarchitectuur en schilderijencollectie. Na een uitgebreide pauze met koffie en toebehoren zullen we de weg vervolgen langs voormalige adellijke woningen waarin ook veel heraldiek is verwerkt.

De Werkgroep Adelsgeschiedenis organiseerde al eerder gezellige wandelingen in Utrecht, Den Haag, Arnhem en Zwolle. Ze zijn overzichtelijk, informatief en ook voor de meeste senioren goed te bewandelen. Kijk voor een verslag van de wandeling in Zwolle terug op onze website https://www.adelinnederland.nl/zomeravondwandeling-werkgroep-adelsgeschiedenis-in-zwolle/

De kosten voor deelname bedragen € 15,- voor begunstigers en € 20,- voor niet-leden. De prijs is inclusief drankje.

Let op: deelname is pas definitief na het voldoen van het verschuldigde bedrag. Voor meer informatie en om u aan te melden, kijk snel op https://docs.google.com/forms/d/e/1FAIpQLSd8SIAXEWpUAvYTO60X03vcYZf0cCViPRnPEiEIAvYaKEknLA/viewform

Afb. 2. Het Sminia Huys in Leeuwarden, met één van de mooiste lijstgevels uit het begin van de 18e eeuw in Leeuwarden. Het werd in 1739 gebouwd door Catharina van Sminia, douairière Van Glinstra en bleef familiebezit van de Van Sminia’s tot in 1828. In 1816 werd jonkheer mr. Hector van Sminia (1763-1816) verheven in de Nederlandse adel met het predikaat jonkheer.
Afb. 3. Het Princessehof in Leeuwarden, het 18e-eeuwse stadspaleis van Marie-Louise Landgravin van Hessen-Kassel, Prinses van Oranje-Nassau.

1 t/m 4 juli: timed online veiling Veilinghuis Van Spengen met de zilveren bokaal van gravin Van Limburg Stirum

Afb. 1. De zilveren bokaal met de namen van de winnaars van de Coupe des Dames in de Ralley van Monte Carlo. Foto met hartelijke dank aan Veilinghuis Van Spengen in Hilversum.

Op maandag 1 juli loopt er een timed online veiling af bij Veilinghuis Van Spengen in Hilversum met kunst, antiek, zilver, porselein, juwelen, enz. in allerlei prijsklassen. Tot de aangeboden kavels behoort een zilveren prijsbeker van gravin Van Limburg Stirum. Lees het verhaal hierbij hieronder en kijk voor de online catalogus van Veilinghuis Van Spengen in Hilversum op https://vanspengen.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog

Kavel 2022 betreft een zilveren bokaal voor de Ralley Monte Carlo, die sinds 1937 aangeboden werd door de Nederlandse Ford Automobiel Fabriek Amsterdam. De bokaal is voorzien van de namen van verschillende winnaars, waaronder Anna Jane Louise Marie gravin van Limburg Stirum née jonkvrouwe van Vredenburch (1914-1999).

Afb. 2. Huis Buitenzorg op Tholen.

Jonkvrouwe Anna Jane Louise Marie (‘Annie’) van Vredenburch werd geboren op 24 oktober 1914 op huis Buitenzorg op Tholen als dochter van jonkheer Johan van Vredenburch (1880-1969) en Henriette Laure Marie Louise Hombach (1891-1974). Haar vader stamde uit een van oorsprong oud Rotterdams geslacht en in de 17e eeuw ging de familie deel uitmaken van de Delftse regentengeslachten. In 1816 werd een voorvader verheven in de Nederlandse adel met het predikaat jonkheer. Haar vader was onder meer rijkslandbouwconsulent bij het Nederlands gezantschap in België en erevoorzitter van de Koninklijke Vereniging Het Nederlandse Trekpaard. Haar moeder was de dochter van een grootgrondbezitter in Hulst en door huwelijken waren de Hombachs verbonden met adel en patriciaat; zo was haar grootmoeder Hombach een telg uit het geslacht Cazius en een overgrootmoeder was een jonkvrouwe Von Rade. Haar grootvader Hombach was onder meer lid van de Provinciale Staten van Zeeland en wethouder in Hulst en haar vader behoorde, dankzij zijn grootgrondbezit, tot de hoogstaangeslagenen in de Rijks- directe belastingen in Zeeland.

Na geboren te zijn op huis Buitenzorg bewoonde het gezin, bestaande uit twee dochters en een zoon in latere jaren op huis Beukenhof in Capellen in België. De jeugd van freule Annie van Vredenburch werd overschaduwd door een jachtongeluk, waarbij haar enige broer op 19-jarige leeftijd om het leven kwam. Het was voor haar vader waarschijnlijk de aanleiding om zich kort daarop terug te trekken als commissaris van de N.V. Waterleiding Maatschappij Tholen. Op 3 januari 1946 trad freule Annie in Noordwijk in het huwelijk met drs. Frans Willem graaf van Limburg Stirum (1915-1986) en zij gingen uiteindelijk huis Offem in Noordwijk bewonen. Samen kregen zij een dochter en een zoon.

In 1949 nam gravin Annie met haar team deel aan de Coupe des Dames in Monte Carlo in een 3920 c.c. Ford, samen met de dames A.J. Stahl-Wijtema en Van Puijenbroek-Vroom, en werden zij tot winnaars uitgeroepen. Hiermee wonnen zij de zilveren bokaal en werd de naam van gravin Annie hierin vereeuwigd.

In Het Parool van vrijdag 4 februari 1949 kon men enkele dagen later onder meer het volgende lezen over de feestelijke huldiging in Noordwijk met als kop: ‘Noordwijk haalde juichend zijn ralley-rijdsters binnen’: “Gisteravond werd dit Wilhelmus wéér gespeeld. Weer als huldeblijk aan deze zelfde dameséquipe. Maar ditmaal in een echte kille Hollandse winteravond. Onder de bomen van het buitengoed van de graaf Van Limburg Stirum, de “Offem”, blies de harmonie “Crescendo” van Noordwijk zich de wangen bol, daar brachten de ruiters van de ruitervereniging “Nordgo” de hand aan de pet, daar stonden de Noordwijkse veldwachters stram in de houding. En in de deur van het landhuis mevrouw Van Limburg Stirum met haar man en mevrouw Stahl, haar armen vol bloemen. Noordwijk wilde even vertellen, dat men trots was op de prestaties van de dameséquipe. Dat men het een beetje zo voelde: niet alleen mevr. Van Limburg Stirum en haar tochtgenoten wonnen de Coupe des dames, ook Noordwijk een beetje.” En wat gravin Annie het prettigste vond aan de ralley? “Dat er geen ruzie was”, luidde het spontane antwoord. “Dat betekent bij een dameséquipe heel veel!”.

Anna Jane Louise Marie gravin van Limburg Stirum née jonkvrouwe van Vredenburch overleed op 3 augustus 1999 in Noordwijk. En de bokaal? Deze werd na haar in 1950 gewonnen door mevrouw W. de Jong en M.J. de Jong-Laming en in1951 en 1952 door mevrouw J.B. Hillen. Daarna is deze bokaal blijkbaar niet meer uitgereikt en wordt deze nu door, vermoedelijk, de nakomelingen Hillen ter veiling gebracht.

De zilveren bokaal wordt getaxeerd op 400-600 euro. Veilingopbrengst: 555 euro

Benieuwd naar wat er verder geveild wordt bij Veilinghuis Van Spengen in Hilversum? Kijk dan in de online catalogus op

https://vanspengen.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog

Afb. 2. De zilveren bokaal met het portret van de legendarische autofabrikant Henry Ford op de voorzijde. Foto met hartelijke dank aan Veilinghuis Van Spengen in Hilversum.

Ma. 1 juli: start live veiling bij Veilinghuis De Eland en De Zon met dubbelportret Goureau-Matatela

Afb. 1. Het echtpaar Jean Goureau en Jeanne Matatela. Foto met hartelijke dank aan Veilinghuis De Eland & De Zon in Amsterdam.

Op maandag 1 juli start er bij het Veilinghuis De Eland & De Zon in Amsterdam een live veiling met een breed aanbod van Europese en Aziatische curiosa, moderne en hedendaagse kunst, schilderijen, juwelen zilver, enz., met onder meer een bijzonder huwelijksportret van het echtpaar Goureau-Matatela. Lees het verhaal hierbij hieronder en kijk voor wat er verder geveild wordt in de online catalogus van Veilinghuis De Eland & De Zon op: https://deeland.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog

In 1598 vaardigde Koning Hendrik IV van Frankrijk het Edict van Nantes uit, waarbij protestanten onder meer recht kregen op uitoefening van hun geloof. Het zorgde voor rust in het door godsdiensttwisten verscheurde Frankrijk. Koning Lodewijk XIV herriep in 1685 het Edict van Nantes en zo’n 50.000 protestanten, Hugenoten genaamd, ontvluchtten Frankrijk naar onder meer Nederland. Onder deze vluchtelingen bevonden zich ook bv. leden van de familie Collot d’Escury, waarvan nakomelingen begin 19e eeuw werden ingelijfd in de Nederlandse adel met de titel baron/barones.

Lotnummer 1011 betreft een dubbelportret van Jean Goureau en Jeanne Matatela. Het heeft een opschrift en is gedateerd ‘Jean Goureau 1655 Jeanne Matatela S. de Cologne la Magne E Fecit AETATIS 56 anno 1655’ met middenboven hun alliantiewapen. Jean Goureau is volgens dit opschrift 56 jaar oud en zijn echtgenote was afkomstig uit Keulen.

Het is onbekend of en wanneer dit echtpaar zich in Nederland gevestigd heeft, maar het is wel een feit dat vele Nederlanders onder hun voorouders Franse Hugenoten hebben.

Het dubbelportret Goureau-Matatela betreft een olieverf op canvas meet 66,3 x 101,8 cm en wordt getaxeerd op 200-400 euro. Veilingopbrengst 2800 euro,

Toevalligerwijs wordt in deze zelfde veiling een portret van Koning Lodewijk XIV geveild, die in 1685 het Edict van Nantes herriep. Het betreft lotnummer 1007 en wordt getaxeerd op 1000-2000 euro. Veilingopbrengst: 2800 euro.

Afb. 2. Koning Lodewijk XIV van Frankrijk. Foto met hartelijke dank aan Veilinghuis De Eland & De Zon in Amsterdam.

De Nederlandse adellijke voorouders van Koning Willem Alexander: het echtpaar Van Rechteren-Van den Clooster

Afb. Johan van Rechteren (†1580) en Agnes van den Clooster (†1562), olie op paneel, midden 16e eeuw. De portretten zijn de oudste voorouderportretten van de familie Van Rechteren. Foto’s met hartelijke dank aan de familie Van Rechteren Limpurg/www.stichtingkasteelrechteren.nl

De meeste mensen denken bij voorouders in één rechte lijn terug naar het verleden, maar iedereen heeft twee ouders, vier grootouders, acht overgrootouders, enz. Bij iedere stap terug in het verleden verdubbelt het aantal voorouders en dan blijkt dat Koning Willem Alexander in de vrouwelijke lijn tal van Nederlandse adellijke voorouders heeft: Van Rechteren, Van Boetzelaer, Van Ittersum, De Vos van Steenwijk, Sloet, Van Reede, Van Coeverden, enz. – allemaal geslachten die van groot belang zijn voor de Nederlandse geschiedenis en nog steeds voortbloeien.

Hier volgt de afstamming uit het geslacht Van Rechteren, dat heden ten dage nog steeds in het bezit is van Huis Almelo en kasteel Rechteren en waarvan de afgebeelde portretten tot de gemeenschappelijke voorouders van Koning Willem-Alexander en de huidige graven Van Rechteren Limpurg behoren. Beide portretten hangen op kasteel Rechteren.

(opm.: Freiherr/Freiin = baron/barones, Graf/Gräfin =graaf/ gravin, het Duitse ‘von’ is gelijk aan het Nederlandse ‘jonkheer/jonkvrouwe’)

Willem-Alexander Claus George Ferdinand Koning der Nederlanden (2013), prins van Oranje (1980-2013), prins van Oranje-Nassau, jonkheer van Amsberg (1967)
tr.
Máxima Zorreguieta (1971)

Beatrix Wilhelmina Armgard Koningin der Nederlanden (1980-2013), prinses der Nederlanden, prinses van Oranje-Nassau, prinses van Lippe-Biesterfeld (1938)
tr.
Claus George Willem Otto Frederik Geert prins der Nederlanden, jonkheer van Amsberg (1926-2002) (geboren als Klaus Georg Wilhelm Otto Friedrich Gert von Amsberg)


Klaus Felix Friedrich Leopold Gabriel Archim Julius August von Amsberg (1890-1953)
tr.
Gosta Julie Adelheid Marion Marie Freiin von dem Bussche-Haddenhausen (1902-1996)

Georg Freiherr von dem Bussche-Haddenhausen (1869-1923)
tr.
Gabriela Marie Amalie Leontine Freiin von dem Bussche-Ippenburg (1877-1973)

Julius Ernst Hermann Friedrich Georg Wilhelm Freiherr von dem Bussche-Haddenhausen (1827-1882)
tr.
Juliane Auguste Henriette Caroline Mathilde von Salviati (1832-1892)

Ludwig August Friedrich Freiherr von dem Bussche-Haddenhausen (1772-1852)
tr.
Elise von Malortie (1802-1862)

Albrecht Friedrich Wilhelm Christian Anton Ferdinand von Malortie (1771-1847)
tr.
Sabine Louise Julie Gräfin von Platen-Hallermund (1780-1826)

Ernst Franz Graf von Platen-Hallermund (1739-1818)
tr.
Friederike Luise Philippine Dorothea Freiin von Münster (1757-1841)

Georg Hermann Heinrich Freiherr von Mönster (1721-1773)
tr.
Dorothea Philippine Wilhelmine Freiin von Hammerstein-Gesmold (1730-1758)

Johann Heinrich Christian Ludwig Freiherr von Mönster (1694-1735)
tr.
Mechtild Dorothea von Ledebur (1699-1728)

Herman von Ledebur (1633-1709)
tr.
Hendrika Maria van Ittersum (1667-1729)

Zeger van Ittersum (†1677)
tr.
Agnes Wilhelmina Hadewich von Ledebur (†1684)

Robert van Ittersum (†1636)
tr.
Ida van Rechteren (†1631)

Zeger van Rechteren (†1603/1604)
tr.
Margaretha van Munster (†1648)

Johan van Rechteren (†1580)
tr.
Agnes van den Clooster (†1562)

De ‘Heimführung’ van het echtpaar Von Rechteren-Limpurg-Speckfeld – Van Rechteren Limpurg in 1907

Afb. 1. Afb. 1. ‘Heimführung Sr. (Seiner – red.) Erlaucht des Grafen Friedrich von Rechteren Limpurg und Ihrer Erlaucht der Gräfin Adolphine geborenen Gräfin v. Rechteren Limpurg – 24 Okt. 1907.’

Op 17 oktober 1907 trad de Duitse ‘eerste luitenant à la suite in het Beijersche Leger’ Friedrich Ludwig Botha Alfred Conrad Graf von Rechteren-Limpurg-Speckfeld op het stadhuis van ’s-Gravenhage in het huwelijk met zijn Nederlandse achternichtje Adolphina Adriana gravin van Rechteren Limpurg.

De bruidegom was 31 jaar en woonachtig in Markt Einersheim in Beieren, terwijl de bruid 19 jaar was en in ’s-Gravenhage woonde. Met haar ouders en broertje bewoonde zij hier een vorstelijk stadspaleis aan de Javastraat nr. 26, dat in latere jaren groot genoeg was om als stadhuis van ’s-Gravenhage te kunnen dienen.

Het bruidspaar had gemeenschappelijke voorouders in Jan Everard Adolph Graaf van Rechteren, heer van Rechteren, de Schuilenburg en de Eze (1714-1754) en Sophia Carolina Florentina des H.R. Rijksgravin van Rechteren, vrouwe van Almelo en Vriezenveen (1725-1805). De oudste zoon van dit echtpaar werd de stamvader van de Nederlandse takken op kasteel Rechteren en huis Almelo, terwijl hun jongste zoon de stamvader werd van de Duitse tak, die zou opvolgen in de Beierse bezittingen.

Het was een indrukwekkend gezelschap dat zich op het Haagse gemeentehuis verzamelde: de bruid werd vergezeld door haar ouders Wilhelm Reinhard Adolph Carel graaf van Rechteren Limpurg en jonkvrouwe Constance Jacoba Johanna Wilhelmina van den Santheuvel. Als getuigen voor haar traden haar oom Henrij Boudewijn de Roo van Capelle, heer van Westmaas en Greup, uit Dordrecht en haar oom Samuël Adolph graaf van Rechteren Limpurg op. Laatstgenoemde was oud-consul in Bordeaux en woonde in Rozendaal. De vader van de bruidegom, Friedrich Albrecht Emil August Graf von Rechteren-Limpurg-Speckfeld, was 14 jaar daarvoor al overleden en zijn moeder, Christine Gräfin zu Stolberg-Wernigerode, had de lange reis niet ondernomen en was in Beieren gebleven. Zijn getuigen waren Willem Peter graaf van Bylandt, referendaris bij het Kabinet der Koningin, en een Nederlandse achterneef, Adolph Zeyger graaf van Rechteren Limpurg, die op het stamslot Rechteren van de familie in Dalfsen woonde.

Een week na de voltrekking van het huwelijk kwam het grafelijk echtpaar in Beieren aan en ter gelegenheid van hun terugkeer werd deze fotokaart uitgegeven, waarop het jonggehuwde paar staat afgebeeld met boven hen hun beider wapens met daarboven een vorstenkroon; de Van Rechterens werden tot de Hohe Adel gerekend en het Hoofd van deze tak voerde het predikaat ‘Erlaucht’, dat zich in het Nederlands laat vertalen als Illustere Hoogheid.

In latere jaren werd Friedrich uiteindelijk ritmeester in Beierse dienst en rechtsridder bij de Johanniter Orde. Het echtpaar kreeg twee dochters, waaruit nakomelingen in Duitsland en Nederland voortleven.

Afb. 2. De handtekeningen onder de huwelijksakte.

Bezoektip: Menkemaborg met tentoonstelling over klassenverschil

Afb. 1. Jonkheer Edzardt Willem Alberda van Menkema met koetsier bij het schathuis van de Menkemaborg in Uithuizen, 1882, Collectie Groninger Archieven.

UITHUIZEN – Museum Menkemaborg is op vrijdag 1 maart gestart met het nieuwe seizoen met de tentoonstelling Heer en knecht. De Alberda’s en hun personeel. De tentoonstelling is een vervolg op de succesvolle tentoonstelling over de Grand Tour vorig jaar. Het gaat nu niet alleen over de koetsier die de adel door heel Europa bracht, maar ook over de juffer die voor de jonge kinderen zorgde, over de tuinman en de jachtopziener. De tentoonstelling belicht alle personeelsleden die ervoor zorgden dat de adellijke familie Alberda op de Menkemaborg hun luxeleven kon leiden.

Afb. 2. : Jachtopziener van de Menkemaborg Luitje Kampen, circa 1890, particuliere collectie.

In alle borgkamers worden een of meerdere personeelsfuncties opgevoerd en bijbehorende attributen als de koetsiershoed, een jachtgeweer en een schellekoord getoond. In hun hoogtijdagen zullen de Alberda’s zo’n tien tot vijftien personeelsleden in dienst hebben gehad. Zij kwamen veelal tezamen in de keuken in de kelder van de borg, het downstairs, waar het een bedrijvige bedoening geweest zal zijn.

“De spaarzame voorwerpen die aan de werknemers van de Alberda’s herinneren, zijn veelal uit de presentatie verdwenen”, aldus directeur Afiena van IJken. “Het is echter van maatschappelijk belang dat de borg een meerstemmig verhaal gaat vertellen en niet alleen dat van de adel. De ondersteunende staf, regelmatig ook bewoners van de borg, staat met deze tentoonstelling in de welverdiende schijnwerper.”

De Menkemaborg is van dinsdag tot en met zondag van 10.00 tot 17.00 uur te bezoeken (maart t/m september). Van oktober t/m december is de borg van 10.00 tot 16.00 uur te bezoeken. Ga voor meer informatie naar www.menkemaborg.nl.

Afb. 3. De Menkemaborg weerspiegeld in de grachten.
Afb. 4 Een kijkje in de Herenkamer op de Menkemaborg.

Boekennieuws: ‘Indische adel. De koloniale lotgevallen van de Indische familie Van Braam’

Afb. 1. In een bomvolle zaal van de Universiteit van Leiden hadden zich vele nakomelingen Van Braam en (verwante) familieleden uit bekende geslachten als Van Blommestein, Van Braam Houckgeest, Van Braam van Vloten, Van Riemsdijk en Van Suchtelen van de Haare verzameld om meer te horen over dit bijzondere boek.

Afgelopen vrijdag vond in het Academiegebouw van de Universiteit Leiden de boekpresentatie plaats van ‘Indische adel. De koloniale lotgevallen van de Indische familie Van Braam’, dat geschreven werd door Egbert Fortuin. Het boek gaat over de geschiedenis van de adellijke familie Van Braam, waarvan de laatste telg in 1939 overleed, maar waarvan niet-adellijke nakomelingen tot op heden ruim vertegenwoordigd voortleven.

In 1816 werd jonkheer Aegidius van Braam (1758-1822) in de Nederlandse adel verheven. Zijn kinderen vestigden zich in Ned.-Indië, op zoek naar nieuwe kansen. Zijn tweede zoon, jonkheer Marius Johannes van Braam (1799-1864), was de eerste Nederlandse edelman die in de 19e eeuw een huwelijk sloot met een Javaanse vrouw, Pentas (1830-1882) genaamd, die zeer waarschijnlijk moslima was. Nog heden is hun beider graf in Bojalali te vinden, waarbij haar graf naar Mekka gericht is en zijn graf in de christelijke traditie met het hoofd naar het noorden.

Hieronder: onderdeel van het programma was een lezing door Suze Zijlstra (links) over de rol van vrouwen in Indische familiegeschiedenissen en een interview door Maarten Fornerod, van de Indische  Genealogische Vereniging, (op de rechter foto rechts zittend) met auteur Egbert Fortuin, die hoogleraar Russian Language and Linguistics is.

De familie maakte aanvankelijk deel uit van de Europese bovenlaag, maar door tegenslagen daalde het maatschappelijke aanzien. Verschillende nakomelingen gingen verbintenissen aan met Javaanse vrouwen, maar huwden deze niet. Hierdoor hadden hun nakomelingen geen recht meer op het predikaat jonkheer/jonkvrouw. De laatste adellijke nakomeling overleed in 1939, maar daarmee was de familie zeker niet uitgestorven. De niet-adellijke nakomelingen leefden en leven voort en gingen vervolgens met hun Nederlandse familienaam deel uitmaken van het Indo-Europese deel van de bevolking. Aan de hand van hun verhalen wordt vervolgens de geschiedenis van de Indo-Europeanen verteld, waarbij de gebeurtenissen in de jaren 1942-1949 zeer ingrijpend in hun persoonlijke leven waren.

Afb. 4. Conrad Gietman, wetenschappelijk medewerker van de Hoge Raad van Adel en lid van de Raad van Advies van AiN, ging in zijn verhaal onder meer in op de vraag waarom de adeldom voor de familie Van Braam verloren ging.

Link naar bestelmogelijkheid van het boek: https://www.walburgpers.nl/nl/book/9789464563139/indische-adel

In het komende magazine van de stichting Adel in Nederland, dat donateurs per mail toegestuurd krijgen, volgen meer foto’s en meer informatie over deze geslaagde bijeenkomst met meerdere sprekers en dit zeer boeiende boek. Ook u kunt dit magazine in uw mailbox ontvangen door voor 17,50 euro per jaar donateur te worden. Mail voor meer informatie naar info@adelinnederland.nl.

Afb. 5. In het boek gaat het niet alleen over de familie Van Braam, maar er wordt in een bredere context ook informatie gegeven over andere (adellijke) families met Indo-Europese nakomelingen. Zoals jonkheer Nicolaas Trip (1860-1919), die administrateur van een suikerfabriek was. Hij kreeg een dochter bij een Javaanse vrouw, maar huwde haar niet. Dankzij wettiging door de Gouverneur-Generaal kon zij door het leven gaan als jonkvrouwe Martha Cornelia Trip (1887-1974). Op deze foto staat zij samen met haar vader, echtgenoot Helen Redlod Adam (1885-1957) en hun zoontje. In het Rode Boekje ontbreekt tot op heden dit echtpaar in het overzicht van de familie Trip. Foto afkomstig uit het boek ‘Indische adel’.