Vendue Next Door online veilingen 7 en 8 okt. Venduehuis met schilderij Bieruma Oosting

Afb. 1. ‘Boom in zomerse tuin’, door Jeanne Bieruma Oosting. Foto met hartelijke dank aan het Venduehuis in Den Haag.

Op maandag 7 en dinsdag 8 oktober zijn er twee Vendue Next Door online veilingen bij het Venduehuis in Den Haag met o.a. een schilderij door Jeanne Bieruma Oosting. Lees het verhaal hierbij hieronder of kijk in de online catalogi van het Venduehuis voor wat er verder geveild wordt op Venduehuis der Notarissen | Veilinghuis Den Haag en Venduehuis der Notarissen | Veilinghuis Den Haag

Afb. 2. Jeanne Bieruma Oosting (1898-1994), zelfportret, part. coll.

Lot 10047 betreft een schilderij door Jeanne Bieruma Oosting: ‘Boom in zomerse tuin’. Het schilderij is wel gesigneerd, maar niet gedateerd. Mogelijk betreft het een schilderij van een boom in de tuin van haar huis ‘Het Elger’ in Almen.

Jeanne Adriana Johanna Wilhelmina Bieruma Oosting (1898-1994) werd geboren in een patriciaatsfamilie uit het Blauwe Boekje en had een barones van Harinxma thoe Slooten als moeder. Zij groeide op in een wereld waarin kastelen, personeel en grote landgoederen vanzelfsprekend waren, maar al jong begon zij met het roeien tegen de stroom van het verwachte levenspatroon in: zij koos voor de kunst.

Op kasteel De Cloese bij Lochem, waar zij opgroeide, had zij haar eigen teken- en schilderkamer en kreeg zij al op jeugdige leeftijd tekenles. Haar hele leven bleef zij zich zeer gedreven ontwikkelen en was zij altijd bezig met onder meer schilderen en grafiek. Als grafisch kunstenares bouwde zij een grote naam op en zij wordt gezien als een vernieuwer van de grafische kunst in Nederland.

Het schilderij wordt getaxeerd 500-800 euro. Veilingopbrengst: 850 euro.

Benieuwd naar wat er verder geveild wordt? Kijk dan in de online catalogi op: Venduehuis der Notarissen | Veilinghuis Den Haag en Venduehuis der Notarissen | Veilinghuis Den Haag

Afb. 3. Kasteel De Cloese ten tijde van de bewoning door de familie Bieruma Oosting. Foto part. coll.

4 oktober dierendag: het paardengraf op Huys ten Donck

Afb. Rechts de beuk met het bijzondere verhaal in het park van Huys ten Donck.
Afb. 1. Rechts de beuk met het bijzondere verhaal in het park van Huys ten Donck.

Op vele buitenplaatsen en landgoederen vindt men op stille plekjes grafsteentjes voor geliefde huisdieren; een traditie die hier en daar nog steeds wordt voortgezet. In het park van Huys ten Donck treft men in de lijn van een zichtas een grote beuk aan. Toen bij de restauratie van het park jaren geleden geopperd werd om deze beuk te verwijderen, die de doorkijk immers belemmerde, werd hier afwijzend op gereageerd, want hieronder lag het lievelingspaard van jonkheer Groeninx van Zoelen begraven – en zo vertelt dit fraaie park vele verhalen over mens en dier.

Meer weten over Huys ten Donck? Zie http://huystendonck.nl/

Afb. 2. De indrukwekkende voorgevel van het Huys ten Donck.

Vr. 18 okt. : Symposium ‘Buitenplaatsen in de moderne wereld’

Afb. 1. Voor meer informatie over dit boek en bestelmogelijkheid, kijk op https://wbooks.com/winkel/geschiedenis/schitterende-ballast/

Ter gelegenheid van het 25-jarige bestaan van de Stichting Van der Wyck – de Kempenaer, die opgericht werd door jonkheer Henri van der Wyck, organiseert het bestuur op vrijdagmiddag 18 oktober het symposium ‘Buitenplaatsen in de moderne wereld’. Het symposium vindt plaats in ‘De Boerderij’ bij de Fraeylemaborg in Slochteren.

Afb. 2. Jonkheer dr. Henri Wolter Matheus van der Wyck (1927-2001). Foto met dank aan de Stichting Van der Wyck – de Kempenaer.

Jonkheer Henri van der Wyck had een grote liefde voor de Fraeylemaborg en heeft zelfs overwogen deze te kopen om er te gaan wonen. Deze aankoop heeft hij nooit verwezenlijkt, maar zijn collectie kunst, boeken en archivalia heeft hier na zijn overlijden wel een passend onderkomen gevonden.

Tijdens het symposium vindt de presentatie plaats van het boek ‘Schitterende ballast’, dat verschijnt bij WBooks. Het boek kwam tot stand onder leiding van prof. Hanneke Ronnes.

Programma vrijdag 18 oktober 2024
13.00 inloop
13.30 start symposium
17.00 borrel

Het programma bestaat naast een voordracht van Jean Pierre Rawie uit een inleiding op het boek, verschillende korte lezingen en een panelgesprek. De middag eindigt met de overhandiging van het eerste exemplaar van het boek ‘Schitterende ballast’ en wordt afgesloten met een borrel.

Nadere informatie:

• De Fraeylemaborg , Restaurant ‘De Boerderij’, Hoofdweg 30, Slochteren
• 13:00 – 18:00 vrijdag 18 oktober 2024
• Er zijn geen kosten verbonden aan deelname aan het symposium.
• U kunt gebruik maken van de parkeerplaats van de borg. De locatie is ook goed bereikbaar met het OV (bus).
• Het aantal beschikbare plaatsen is beperkt. Meld u op tijd aan door een email te sturen naar: symposiumvanderwyck@gmail.com

Lees onder deze foto van de Fraeylemaborg meer over jonkheer Henri van der Wyck!

Afb. 3. De Fraeylemaborg in Slochteren wit oprijzend uit zijn groene grachten.

Jonkheer dr. Henri W.M. van der Wyck was een excentrieke historische figuur die zijn hele functionele leven heeft gewijd aan zijn grote passie: het bestuderen en documenteren van buitenplaatsen, landgoederen en aanverwante zaken. De kennis ten aanzien van zijn vakgebied was van een encyclopedische niveau en qua inzicht was hij vaak zijn tijd ver vooruit.

Volgens zijn visie dient een historische buitenplaats als geheel worden gezien, waarbij alle onderdelen zoals het huis, de tuin en/of het landgoed/park, het hekwerk en overige aanwezige elementen een onverbrekelijk geheel vormen. Dit was destijds een revolutionaire zienswijze omdat het gebruikelijk was om alle onderdelen als losse elementen te zien en ook omdat het algemene kennisniveau ten aanzien van historische buitenplaatsen erg laag was.

Van der Wyck werkte bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (nu de RCE). De jonkheer onderhield regelmatig contact met diverse adellijke bewoners van landgoederen, zij hielpen hem bij het completeren van zijn dossiers en publicaties.

In 1974 promoveerde Van der Wyck op de thesis: “De Nederlandse buitenplaats. Aspecten van ontwikkeling, bescherming en herstel.” Door zijn pionierswerk veranderde definitie en ontstond een verregaande complex-bescherming van zowel gebouwen, de tuin als alle overige elementen. Dit deed veel stof opwaaien en werd hem niet door iedereen in dank afgenomen.

Een jaar later is van Wyck vertrokken bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Ook na zijn vertrek publiceerde hij veel.

Bron: Jonkheer dr. Henri W.M. van der Wyck – Stichting Jhr. dr. Henri W.M. van der Wyck (vanderwyckstichting.nl)

Afb. 4. De Fraeylemaborg in Slochteren met zijn kenmerkende toren.

The Dowager Countess of Grantham – Dame Maggie Smith (1934-2024)


Door Downton Abbey werd zij wereldberoemd en in deze serie en de twee bijbehorende films was zij voor velen de grootste ster met haar acteertalent en haar ongeëvenaarde uitspraken: The Dowager Countess of Grantham.

Zij stond in Downton Abbey symbool voor een verloren wereld, een vaste waarde in veranderende tijden voor een adellijke familie en hun erfgoed, die de stormen van de geschiedenis moeten zien te doorstaan, waarbij zij haar opvoeding en familiewaarden trouw bleef.

In het Verenigd Koninkrijk was de term ‘dowager’ vrijwel net zo onbekend geworden als het ‘douairière’ (adellijke weduwe – red.) in Nederland, maar zij gaf hier nieuwe bekendheid én betekenis aan met de invulling van haar rol als gravin-douairière, waarbij vele van haar uitspraken memorabel zijn. Lord Grantham: ‘There is no need to argue…’ The Dowager Countess of Grantham: ‘I never argue! I explain…’

In de nieuwe afleveringen die zullen gaan komen, zal zij gemist worden, maar het is zoals haar oudste kleindochter Lady Mary Crawley geheel in de lijn van het adellijk denken in generaties en van continuïteit zei: ‘You’ll always be with us, Granny. Staring from every picture. Talking from every book. As long as the house stands…’ Waarop de douairière reageerde met: ‘Sounds very exhausting… I think I should prefer to rest in peace.’ 

Afb. 2. ‘The dower house’, de buitenplaats waar The Dowager Countess of Grantham woonde. Het betreft in werkelijkheid Byfleet Manor in Surrey. By Mark Percy, CC BY-SA 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=79384957.

Over de afkomst van de gravin-douairière werd in de serie en de films weinig prijsgegeven. Zo weten we over de naaste familie van Violet bv. alleen dat een dochter van haar zusje gehuwd was met de Marquess (markies – red.) of Flintshire, die als ‘Shrimpie’ door het leven ging en een hoge bestuursfunctie in India lijkt te bekleden. Wel was het duidelijk dat Violet ‘upper class’ was, ‘wist hoe het hoorde’ en dat zij een bevoorrecht leven leidde, waarin personeel vanzelfsprekend was.

Zelfs als douairière had zij haar eigen ‘dower house’, een stijlvolle buitenplaats speciaal voor haar als weduwe, met eigen personeel. Hoe vanzelfsprekend standsbewust zij was, werd duidelijk toen haar verre aangehuwde verwante Isobel Crawley (‘upper middle class’ door huwelijk met een Crawley en zelf als Turnbull door geboorte een ‘commoner’) werd voorgesteld aan haar en vroeg: ‘What should we call each other?’ en haar verbaasde, veelzeggende reactie was: ‘We could always start with Mrs. Crawley and Lady Grantham’ – gelukkig kwam het met Isobel uiteindelijk toch nog goed, omdat zij in het huwelijk trad met Lord Merton en daardoor zelf ook deel ging uitmaken van de ‘upper class’.

Het lijkt erop dat Violet qua afkomst uit een adellijke familie stamde met een hogere status dan de Crawleys zelf, want (onder ons gezegd en gezwegen): de Crawleys stellen binnen de Britse adel niet zoveel voor. Violet was douairière van de 6th Earl of Grantham, wat er op duidt dat de familie een titel heeft die minder dan twee eeuwen oud is. Haar eigen zoon was bovendien ook nog eens met nieuw geld uit Amerika getrouwd!

Overigens heeft de titel Earl (graaf – red.) of Grantham echt bestaan: Hendrik des H.R. Rijksgraaf van Nassau, heer van Ouwerkerk (1673-1754), een nakomeling van Stadhouder Maurits, werd in Engeland door Koning-Stadhouder Willem III verheven als Earl of Grantham. Zijn tak stierf echter uit.

Dame Margaret Natalie Smith (1934-2024) ontving in haar leven tal van onderscheidingen, waaronder The Most Excellent Order of The British Empire. Hierdoor mocht zij het niet-adellijke predikaat ‘Dame’ voor haar naam voeren – voor mij zal zij echter vooral blijven voortleven als de onvergetelijke Dowager Countess of Grantham.

Ridders van Gelre te gast bij… de Ridders van de Ridderschap van Gelderland

Afb. 1. Links Ridder René Arendsen en rechts Ridder Bas Steman in kasteel Doornenburg bij de jaarlijkse bijeenkomst van de Ridderschap van Gelderland. Foto met hartelijke dank aan de Ridders van Gelre.

Tien jaar moesten Ridder René Arendsen en Ridder Bas Steman van Ridders van Gelre wachten, maar onlangs was het eindelijk zo ver: de Ridders van Gelre woonden de jaarlijkse bijeenkomst van de Ridderschap van Gelderland bij. Het programma Ridders van Gelre is het meest bekeken programma van Omroep Gelderland en staat bekend om zijn gedegen inhoud, waarbij de Gelderse geschiedenis met grote flair toegankelijk wordt gemaakt voor een breed publiek.

Al in 2015 vroegen zij toegang tot de jaarvergadering van de Gelderse Ridders en tien edities later waren zij uiteindelijk van harte welkom. Zij hielden op kasteel Doornenburg een presentatie over hun werkzaamheden om de Gelderse geschiedenis bekend te maken bij het grote publiek en deelden hun vernieuwde stripboek uit.

De Ridderschap van Gelderland bestaat uit nakomelingen van Gelderse edelen die tussen 1814 en 1850 lid waren van dit politieke orgaan. In die periode was bij wet geregeld dat de Ridderschap een derde van het aantal zetels in Provinciale Staten innam. Met de provinciewet van Thorbecke kwam daar een einde aan. De Ridderschap van Gelderland bleef bestaan als vereniging, die zich inzet voor het algemeen belang in de provincie Gelderland. De Ridders van Gelre bedankten hun collega-Ridders voor hun vriendelijke ontvangst en de onvergetelijke dag.

Bron: Ridders van Gelre.

Afb. 2. Aan tafel op kasteel Doornenburg met de Ridderschap van Gelderland, met rechts vooraan Ridder René met links naast hem Ridder Bas. Foto met hartelijke dank aan de Ridders van Gelre.

30 sept. t/m 3 okt.: timed online veiling Veilinghuis Van Spengen met het portret van de Koning-Stadhouder uit het bezit van de Bentincks

Afb. 1. Het portret van Koning-Stadhouder Willem III zou een geschenk zijn geweest aan de Bentincks en is eeuwenlang familiebezit gebleven. Foto met hartelijke dank aan Veilinghuis Van Spengen in Hilversum.

Vanaf maandag 30 sept. loopt er een timed online veiling af bij Veilinghuis Van Spengen in Hilversum met kunst, antiek, zilver, porselein, juwelen, enz. in allerlei prijsklassen. Tot de aangeboden kavels behoort ook een portret van Koning-Stadhouder Willem III uit het bezit van baron Bentinck. Lees het verhaal hierbij hieronder en kijk voor de online catalogus van Veilinghuis Van Spengen in Hilversum op vanspengen.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog#

Afb. 2. Maximiliaan Robert baron Bentinck, heer van Buckhorst (1882-1961) en zijn eerste echtgenote jonkvrouwe Jeanne Wilhelmina Speelman (1889-1938), die tragische verongelukte. Foto met hartelijke dank aan ‘Schoonheten & de Bentincks’, door Wim Hoogeland.

Kavel 1002 betreft een portret van Stadhouder Willem III, Prins van Oranje en Koning van Engeland, in harnas, met op de achtergrond een veldslag. Het betreft een olieverf op doek en meet 100 x 79,2 cm. Het is geschilderd door een navolger van Peter Lely (ca. 1680).

Het portret is afkomstig uit het bezit van Maximiliaan Robert baron Bentinck, heer van Buckhorst (1882-1961), die op huis Beerze bij Ommen woonde. Daarna kwam via vererving bij de huidige eigenaar. Volgens overlevering binnen de familie is het werk ooit een gift geweest van Koning-Stadhouder Willem III aan Hans Willem des H.R. Rijksgraaf Bentinck, 1st Earl of Portland (1649-1709). Daarna zou het portret via de lijn van zijn broer Eusebius Borchart Bentinck, heer van Schoonheten (1643-1710) in de familie zijn gebleven. Maximiliaan Robert baron Bentinck was een rechtstreekse nakomeling in de mannelijke lijn van deze Eusebius Borchart Bentinck.

Maximiliaan Robert baron Bentinck, heer van Buckhorst (1882-1961) was 1e luitenant bij de cavalerie, reserve kapitein bij de vrijwillige landstorm motorkorps en lid van de gemeenteraad in Ommen. Hij huwde 1ste 1912 jonkvrouwe Jeanne Wilhelmina Speelman (1889-1938) en 2de 1940 Cornelie Marie Henriette Antonia Gustavine barones Schimmelpenninck van der Oye (1895-1959).

Na zijn overlijden vererfde huis Beerse op zijn achternichtje Jacoba Elisabeth barones Bentinck (1909-1984), die met jonkheer mr. Eric Willem Röell (1908-2002) gehuwd was. Haar broer, mr. Constant Adolph baron Bentinck (1907-1991), volgde op als heer van Buckhorst. Laatstgenoemde was gehuwd met Clara Daniëla van Welderen barones Rengers (1908-2000).

Het portret wordt getaxeerd op 4000-6000 euro. Veilingopbrengst: 4000 euro.

Benieuwd naar wat er verder geveild wordt bij Veilinghuis Van Spengen in Hilversum? Kijk dan in de online catalogus op https://vanspengen.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog#

Afb. 3. Maximiliaan Robert baron Bentinck, heer van Buckhorst (1882-1961) met zijn tweede echtgenote Cornelie Marie Henriette Antonia Gustavine barones Schimmelpenninck van der Oye (1895-1959). Foto met hartelijke dank aan de website Oud Ommen, waar u ook meer (aanrader!) over baron Bentinck kunt lezen: https://weblog.oudommen.nl/2024/06/21/baron-bentinck-leefde-voor-de-natuur/

De portretten van het echtpaar Van Winter-Van Merken

Afb. 1. Nicolaas Simon van Winter en Lucretia Wilhelmina van Merken door Rienk Jelgerhuis. Foto met hartelijke dank aan het Venduehuis der Notarissen in Den Haag/www.venduehuis.com.

Op 14 november 2019 werden bij het Venduehuis in Den Haag deze twee portretten van het echtpaar Van Winter-Van Merken aangeboden, die tot dan in de literatuur onbekend waren. De portretten zijn pastels van de hand van Rienk Jelgerhuis en zijn portretten worden gekenmerkt door een enigszins houterige weergave van de afgebeelde personen. De geportretteerden worden meestal in vergelijkbare composities afgebeeld, maar ogen in hun naïeviteit charmant. De taxatieprijs was 800-1200 euro.

Nicolaas Simon van Winter (1718-1795) was makelaar en Iid van de fa. Jacob Muhl & Van Winter, een bedrijf dat handelde in indigo en verfwaren in Amsterdam. Daarnaast verwierf hij faam als letterkundige. Hij huwde eerst in 1744 Johanna Muhl (1718-1768), die in haar tijd bekendheid als dichteres genoot. Na haar overlijden huwde hij in 1768 Lucretia Wilhelmina van Merken (1721-1789), die een nog veel bekendere dichteres werd. Voor velen zal haar psalm ‘Hijgend hert, der jagt ontkomen’ nog steeds bekend in de oren klinken.

De kleinzoon van Nicolaas Simon van Winter werd in 1830 in de Nederlandse adel verheven. De ‘tedergeliefde vader’ overleed in 1795 ‘na eene slepende ziekte’ en hij werd net als zijn tweede echtgenote begraven in de Oude Kerk in Amsterdam. Het Genootschap voor Uiterlyke Welsprekenheid richtte voor hen een gedenkteken op, dat nog heden in de Oude Kerk te zien is: ‘TER NAGEACHTENIS VAN NICOLAAS SIMON VAN WINTER EN LUCRETIA WILHELMINA VAN MERKEN, TE AMSTERDAM GEBOREN, DOOR KUNST EN HUWELYKS-MIN-VEREENIGD, BEIDE UITMUNTEND ALS NEDERLANDSCHE DICHTERS’

Link naar een uitgebreide biografie over Lucretia Wilhelmina van Winter-van Merken http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/merken

Afb. 2. Het gedenkteken voor het echtpaar Van Winter-Van Merken uit 1828 in de Oude Kerk in Amsterdam.

Museum Voorlinden & de jonkheren Loudon

Afb. 1. Een ets uit circa 1912 van Voorlinden met het huis en tuinen naar het ontwerp van de Engelse architect R.J. Johnston. Foto met dank aan www.voorlinden.nl.
Afb. 1. Een ets uit circa 1912 van Voorlinden met het huis en tuinen naar het ontwerp van de Engelse architect R.J. Johnston. Foto met dank aan www.voorlinden.nl.

In 2016 werd in Wassenaar het Museum Voorlinden geopend, waarin de collectie van de industrieel en kunstverzamelaar Joop van Caldenborgh is ondergebracht. Het nieuwe museum voor moderne en hedendaagse kunst is op het oude landgoed Voorlinden gebouwd, dat tot in 1949 in het bezit was van de jonkheren Loudon.

Afb. 2. Jonkheer John Hugo Loudon, portret door Philip Alexius de László (1869-1937) uit 1920, met op de achtergrond de tuin en het park van Voorlinden. Foto met dank aan ‘De László in Holland’ (2006) door Tonko Grever en Annemieke Heuft.
Afb. 2. Jonkheer John Hugo Loudon, portret door Philip Alexius de László (1869-1937) uit 1920, met op de achtergrond de tuin en het park van Voorlinden. Foto met dank aan ‘De László in Holland’ (2006) door Tonko Grever en Annemieke Heuft.

In 1912 werd Voorlinden gekocht door jonkheer ir. Hugo Loudon (1860-1941), die gehuwd was met Anna Petronella Alida van Marken (1874-1953), die uit een patriciaatsfamilie stamde. Hij stamde uit een van oorsprong Schots geslacht en zijn grootvader vestigde zich in 1811 op Java en maakte daar carrière in het bestuur en als ondernemer. Zijn zoon werd minister van Koloniën en was in de jaren 1871-1875 gouverneur-generaal van Ned.-Indië. In 1884 werd hij in de Nederlandse adel verheven met het predicaat van jonkheer. Diens zoon was voornoemde jonkheer ir. Hugo Loudon en hij werd eerst hoofdadministrateur en nadien directeur van de Kon. Ned. Mij. Tot Exploitatie van Petroleumbronnen in Ned.-Indië – één van de voorlopers van Shell.

Met het fortuin dat hij verdiende, bouwde hij zich op Voorlinden een monumentaal en representatief landhuis in de Engelse landhuis- en cottagestijl, die in die tijd zeer populair was. Het interieur kreeg een kasteelachtige allure met een grote centrale hal met  een dubbele bordestrap met hieromheen de belangrijkste vertrekken, zoals zitkamers, de bibliotheek en de eetkamer. Alle vertrekken werden voorzien van betimmeringen met panelen en houtsnijwerk en de stucplafonds werden voorzien van guirlandes en decoratieve elementen. Bij het huis kwamen ook bijgebouwen voor het wagenpark en de rijpaarden. Om deze grote staat te kunnen voeren, was er veel personeel, dat onder leiding stond van een butler.

Ook de tuinen en het park werden onder handen genomen en in de nabijheid van het huis werden geometrische terrassen en tuinvakken met beelden en siervazen aangelegd, terwijl het park door de bekende tuinarchitect Leonard Springer in de Engelse landschapsstijl werd ontworpen met veel inheemse, maar ook exotische boomsoorten met daarin een tennisbaan.

Afb. 3. Een ansichtkaart van Voorlinden. Foto met dank aan www.voorlinden.nl.
Afb. 3. Een ansichtkaart van Voorlinden. Foto met dank aan www.voorlinden.nl.

In 1920 schilderde de internationaal befaamde portretschilder Philip Alexius de László (1869-1937), die reeds meerdere Loudons geportretteerd had, de tweede zoon jonkheer John Hugo Loudon (1905-1996), die gezeten was op het terras van Voorlinden met een tennisracket in zijn handen en met achter hem zicht op een beeldengroep met daarachter het weidse park. In de Tweede Wereldoorlog werd het landgoed gevorderd en na de oorlog werd er een tehuis voor kleuters in ondergebracht, die verzwakt en ondervoed waren.

In 1949 verkocht de douairière Loudon Voorlinden aan de PTT en nadat het een tijdlang een conferentieoord is geweest, is Voorlinden in 2016 een nieuwe fase ingegaan als museum.

Meer weten over Museum Voorlinden? Zie: www.voorlinden.nl.