Vanaf vrijdag 10 december t/m donderdag 30 december is Slot Zuylen bij Utrecht in kerstsfeer te bezichtigen! Sfeervolle kerstbomen en kerststukken in de statige zalen en kamers brengen u alvast in kerststemming. Het zilver op tafel is gepoetst en glanst in het licht van de kerstverlichting. Guirlandes, kransen en kerststukken zijn door vele vrijwilligers gemaakt, waarbij ook de familie Van Tuyll van Serooskerken heeft meegeholpen. Het kasteel is nu nóg sprookjesachtiger in deze donkere dagen voor Kerst! Boek snel uw kaarten online en mis deze kans niet om Slot Zuylen in al zijn warme kerstpracht te bewonderen!
Op donderdag 23 en donderdag 30 december is er een speciale avondopenstelling met muziek en versnaperingen.
In 1617 kocht Adam van Lockhorst (ca. 1587-1656) Slot Zuylen en sindsdien bleef het eeuwenlang familiebezit. Via zijn dochter Anna Elisabeth van Lockhorst (†1656), die gehuwd was met Gerard van Reede (1624-1670), vererfde het slot op zijn kleindochter Anna Elisabeth van Reede (1652-1682). Haar huwelijk met Hendrik Jacob van Tuyll van Serooskerken (1642-1692) bracht Slot Zuylen in dit geslacht. Slot Zuylen werd tot 1951 bewoond door de baronnen Van Tuyll van Serooskerken, maar om de continuïteit van het kasteel en de inboedel te garanderen, werd het geheel vervolgens in 1952 in een stichting ondergebracht. Slot Zuylen is sindsdien opengesteld voor bezoekers.
Op Belvoir Castle, familiebezit van de Hertogen van Rutland, biedt Her Grace The Duchess of Rutland de mogelijkheid om als paying guest met haar aan tafel te zitten in de State Dining Room, die geheel in kerstsfeer is gebracht. Vooraf is er een privé rondleiding door de officiële vertrekken, met een ontvangst met champagne en na afloop is er een borrel in de Elizabeth Salon met live jazz muziek in de Zaal van de Wachters. Kosten? 295 pond (345 euro). Een nieuwe manier om oud familiebezit te commercialiseren; wie volgt in Nederland?
Belvoir Castle kwam door vererving in 1508 in het bezit van de familie Manners, maar in de vrouwelijke lijn loopt de familielijn van zesendertig opeenvolgende generaties van eigenaren terug tot in 1086. De familie Manners heeft als stamvader Sir Robert de Manners, die in 1329 landerijen in leen kreeg. Hij was parlementslid en vocht mee in de Schotse oorlogen. Hij kan tot de oude feodale Engelse adel gerekend worden. Door het huwelijk met de erfdochter van Belvoir Castle kreeg de familie Manners de titel Lord de Ros of Helmsey en in 1525 werd de titel Earl (graaf) of Rutland verleend. De 9th Earl of Rutland werd vanwege zijn grote steun aan Koning-Stadhouder Willem III verheven tot Marquess (markies) of Granby en Duke (hertog) of Rutland.
Het kasteel in zijn huidige vorm dateert grotendeels uit het begin van de 19e eeuw en werd gebouwd in de Gothic Revival Style. Mede door de grote, centrale ronde toren doet het kasteel sterk aan Windsor Castle denken en daarom werd Belvoir Castle dan ook gekozen als opnamelocatie voor scenes op Windsor Castle in de serie The Crown.
De huidige 11th Duke of Rutland huwde in 1992 Emma Watkins en zij is degene geweest die Belvoir Castle en de hertogelijke titel als merk in de markt heeft gezet. Meestal wordt van haar afkomst alleen gezegd (als een bewuste vorm van downgrading?) dat zij de dochter van een boer uit Wales is, maar haar familie is zeer ondernemend en succesvol: haar vader zocht in 1984 op zijn land naar een waterpoel voor zijn koeien, maar vond mineraalwater van hoge kwaliteit. Hij grondvestte de Radnor Hills Mineral Water Company, die inmiddels 200 miljoen flessen per jaar verkoopt en bijna 30 miljoen pond winst per jaar heeft.
Emma Duchess of Rutland heeft van Belvoir Castle met zijn 6000 hectare landerijen een florerend bedrijf gemaakt en gebruikt haar titel om in de media veel aandacht voor Belvoir Castle te genereren. Met enige regelmaat staan er van haar en haar kinderen – haar dochters zijn inmiddels bekende socialites – in de bladen geposeerde foto’s in de staatsievertrekken op Belvoir Castle, die doen lijken of het luxe 19e-eeuwse adellijke leven met veel personeel nooit verdwenen is (zie de Vanity Fair reportage https://www.vanityfair.com/style/photos/2017/11/inside-belvoir-castle-with-the-manners-sisters). De hertogin is actief op social media, heeft haar eigen website met blog (https://emmaduchessrutland.com), Instagramapagina (https://www.instagram.com/duchessrutland/) en podcast https://www.duchessthepodcast.com), waarin zij ‘een kijkje achter de schermen geeft’ bij andere adellijke kasteelbewoners. Wie de website van Belvoir Castle bekijkt, kan zelf zien waar de meeste aandacht naar uitgaat. Het is even zoeken, maar via het kopje ‘more’ komt u pas terecht bij informatie over de geschiedenis van het kasteel.
Een aantal jaren geleden kwam er een barst in het perfecte plaatje, toen bleek dat zij en haar echtgenoot beiden een nieuwe partner gevonden hadden en gescheiden van elkaar in verschillende delen van Belvoir Castle woonden. Om uiteen te gaan was geen optie, omdat Emma als Duchess of Rutland inmiddels zelf een merk is geworden, dat bijdraagt aan het voortbestaan van Belvoir Castle. Lokale bewoners kregen kritiek op haar kinderen, van wie het ‘wilde’ gedrag als een gevolg van de bijzondere huwelijksomstandigheden gezien wordt. In de omgeving van Belvoir Castle wordt sindsdien gesproken over ‘Bad Manners’.
Vandaag werd Prinses Amalia, begeleid door haar ouders, binnengeleid in de Raad van State. De Raad van State is een van de Hoge Colleges van Staat in het Koninkrijk der Nederlanden. Het is niet alleen een belangrijk adviesorgaan van de regering, maar ook de hoogste rechtsprekende instantie die een uitspraak kan doen wanneer er een geschil is tussen burger en overheid.
De Raad van State is gevestigd in het voormalige stadspaleis van de graven Van Wassenaer-Obdam, dat ontworpen werd door de architect Daniël Marot (1661-1752). Hij wist op een onmogelijke plek het in een hoek van de Kneuterdijk en het Lange Voorhout gelegen pand een vorstelijke uitstraling te geven. Oorspronkelijk werd de entree bekroond door een koepel. In 1816 verkocht Maria Cornelia gravin van Wassenaer, baandervrouwe van Wassenaar, vrijvrouwe van Lage, vrouwe van Twickel, Weldam, Olidam, Obdam, Spierdijk, Hensbroek, Wogmeer, Zuidwijk en Kernheim (1799-1850), de laatste telg van deze tak, het huis voor 150.000 gulden aan Koning Willem I, die het aan zijn oudste zoon schonk, de latere Koning Willem II.
Vandaag viert Catharina-Amalia Beatrix Carmen Victoria, Prinses van Oranje, Prinses der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, haar 18e verjaardag. AiN feliciteert onze troonopvolgster en toekomstige Koningin van harte met haar achttiende verjaardag en wenst haar al het goede toe!
Ter gelegenheid van haar meerderjarigheid is Prinses Amalia door haar vader benoemd tot Ridder Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw en zal zij deze onderscheiding voortaan bij officiële gelegenheden gaan dragen. Daarnaast is Prinses Amalia benoemd tot Ridder in de Huisorde van den Gouden Leeuw van Nassau. De Huisorde van den Gouden Leeuw van Nassau is een gezamenlijke Orde van de Koning en de Groothertog van Luxemburg.
Verder is er bij de Hoge Raad van Adel een onderscheidingsvlag vastgesteld, die ook door haar zusjes gebruikt kan gaan worden, zodra ook deze achttien jaar zijn geworden. Deze vlag is oranje van kleur en driehoekig uitgesneden, met in het midden een Nassaus blauw kruis. In het midden hiervan is een oranje medaillon met daarop het Koninklijk wapen gedekt door de Koninklijke kroon. Verder zijn op deze vlag een blauwe jachthoorn (verwijzend naar het wapen van het Prinsdom Oranje) en een rode burcht (verwijzend naar het wapen van de familie Zorreguieta) aangebracht.
Hoewel niet behorend tot de Nederlandse adel is het overlijden van de Hertogin douairière van Grafton voor AiN toch aanleiding voor een In Memoriam, omdat haar levensverhaal ook het verhaal vertelt van Engelse adel nu en adellijke representatie.
Op 3 december jl. overleed op 101-jarige leeftijd Fortune Dowager Duchess of Grafton. Ann Fortune Smith werd geboren op 24 februari 1920 als dochter van kapitein Evan Cadogan Eric Smith en Helen Williams. Haar vader was drager van het Military Cross en voorzitter van de National Provincial Bank. Hij stamde uit een geslacht dat teruggaat tot in de 15e eeuw. In de 17e eeuw was een voorvader drapenier, die zich bezighield met de productie en verkoop van laken, maar de maatschappelijke stijging begon in de 18e eeuw met een voorvader die bankier werd en in 1658 Smith’s Bank of Nottingham stichtte. Het sterk groeiende familievermogen zorgde voor stijging op de maatschappelijke ladder en er werden landgoederen aangekocht. Verschillende nakomelingen werden in de Engelse adel verheven en zo werd een Smith Marquess of Lincolnshire (uitgestorven in 1928) en een andere Smith werd Baron Carrington of of Upton. Voor deze tak werd de familienaam Smith te gewoon bevonden en deze werd gewijzigd in Carington. De bekendste naamsdrager uit deze tak is ongetwijfeld de 5th Baron Carrington, die als Lord Carrington in de jaren 1983-1988 Secretaris-Generaal van de NAVO was. Zo werden de Smiths van middenstanders dankzij hun fortuin ‘upper class’ en worden zij tot de ‘landed gentry’ gerekend; de ongetitelde landadel, die met hun grondbezit en leefstijl adellijke allure heeft.
Fortune was de oudste dochter in het gezin en groeide op met een oudere broer, een jonger zusjes en broertje. Tijdens een ball op Euston Hall leerde zij haar toekomstige echtgenoot kennen: Hugh Denis Charles Fitzroy, Earl of Euston (1919-2011). Hij was de oudste zoon van de 10th Duke of Grafton en zou zijn vader als 11th Duke of Grafton opvolgen. Zijn grootmoeder van moederszijde was een Smith en op deze wijze waren zij verre neef en nicht van elkaar.
De familie Fitzroy (wat letterlijk zoon-van-de-koning betekent) stamt af van een natuurlijke zoon van Koning Charles II Stuart (1630-1685) bij zijn maîtresse Barbara Villiers (1640-1709): Henry Fitzroy (1663-1690). Hij werd op 8-jarige leeftijd uitgehuwelijkt aan de 4-jarige Isabella Bennet, erfdochter van de 1st Earl of Arlington. Volgens de overlevering bedong haar vader dat zijn jonge schoonzoon een hertogelijke titel moest krijgen, hetgeen drie jaar na het huwelijk ook gebeurde. Zij bracht onder meer Euston Hall als bezit mee en de 12th Duke of Grafton woont hier nóg (zie https://www.eustonhall.co.uk). Isabella Bennet was via haar moeder, Elisabeth van Nassau, een achterkleindochter van Willem van Oranje.
De echtgenoot van Fortune werd kapitein bij de Grenadier Guards en was in de jaren 1943-1947 aide-de-camp van de onderkoning van India. Nadat hij zijn vader in 1970 was opgevolgd als 11th Duke of Grafton, 11th Earl of Euston, 11th Viscount of Ipswich en 11th Baron Sudbury of Sudbury, beheerde hij Euston Hall en het bijbehorende grootgrondbezit van ruim 10.000 acres. Daarnaast werd hij ‘Deputy Lieutenant of Suffolk’, lid van de Society of Antiquaries, voorzitter en later president van de Society for the Protection of Ancient Buildings, en zat hij verschillende keren de Historic Churches Preservation Trust, de Architectural Heritage Fund, de Church of England’s Cathedral Advisory Commission en Sir John Soane’s Museum voor. Bij zijn overlijden in in 2011 werd over hem gezegd: “Hij was een welbespraakte voorvechter van natuurbehoud, gaf lezingen over de hele wereld en zat in een adembenemende reeks van stichtingen op het gebied van architectuur en faciliterende instanties.” In 1975 werd hij door de Engelse Koningin benoemd tot Ridder in de Orde van de Kouseband.
Zijn echtgenote had haar eigen carrière: in 1949 werd zij benoemd in het ‘Office of Justice of the Peace’ voor het graafschap Londen. In 1953 volgde een benoeming die haar leven zou gaan bepalen: zij werd benoemd tot hofdame met de rang van Lady of the Bedchamber. In deze functie nam zij deel aan de Kroning van Koningin Elisabeth II en ging zij de hofdames voor in het cortège achter de Koningin. Zij zou Lady of the Bedchamber blijven tot in 1966 en werd in 1967 benoemd tot Mistress of the Robes. Oorspronkelijk hield dit toezicht houden op de kleding en juwelen van de Koningin in, maar haar taak was de aanwezigheid van de hofdames bij de koningin te regelen en aanwezig te zijn bij officiële gelegenheden. Zo was zij bij staatsbezoeken in binnen- en buitenland aanwezig, maar ook menig keer bij de opening van het parlementaire jaar, waarbij zij achter de troon stond.
Bij deze en andere officiële gelegenheden droeg zij steeds een imposant diadeem, bezet met flonkerende diamanten, een diamanten halsketting, oorringen en broche. Hoezeer de hertogelijke waardigheid tot de verbeelding sprak, bleek zelfs uit haar In Memoriam in The Times, waarin haar diadeem de ‘Grafton Tiara’ werd genoemd en ‘een koninklijk familiejuweel’, terwijl zij deze al die jaren van haar schoonzusje Smith née Denham of the Barons Denham of Dovedale geleend had.
Een voormalige lakei zei over haar: “Ik herinner me dat de Hertogin heel goed sprak, onberispelijke manieren had, net als Hare Majesteit, en altijd aanwezig was met een subtiele toepassing van make-up in natuurlijke kleuren en de zeer zoete geur van Floris-parfum – heel elegant.”
Naast haar officiële taken zette zij zich voor vele lokale goede doelen in, waaronder de British Heart Foundation.
Uit haar huwelijk werden twee zoons en drie dochters geboren. Haar oudste zoon overleed aan kanker voordat zijn vader zou overlijden en daarom werd deze laatstgenoemde in 2011 als Duke of Grafton opgevolgd door zijn kleinzoon, de huidige 12th Duke of Grafton.
Vanwege haar verdiensten werd the Duchess of Grafton in 1970 benoemd tot Dame Commander, Royal Victorian Order (D.C.V.O.) en in 1980 volgde haar benoeming tot Dame Grand Cross, Royal Victorian Order (G.C.V.O.). Her Grace The Dowager Duchess of Grafton née Anne Fortune Smith overleed op 3 december 2021 op de leeftijd van 101 jaar.
Slot Zuylen, sinds de late zeventiende eeuw bewoond door de familie Van Tuyll van Serooskerken, is zoals veel andere kastelen, paleizen en grachtenpanden in Nederland een zichtbaar, tastbaar overblijfsel van de vroegere welvaart en bloei van Nederland. Het slot is dankzij haar vroegere bewoner Belle van Zuylen ook een symbool voor vrijheid van vrouwen en verlichte ideeën geworden. Uit nieuw onderzoek blijkt dat het slot in de achttiende eeuw gerenoveerd werd met geld uit de koloniën, mede verdiend door slavenhandel en -arbeid. De tentoonstelling stelt zwart op wit vragen over dit collectieve stuk van ons verleden.
Hoe verhield Belle – beroemd als verlicht denker en vrijgevochten vrouw – zich tot het koloniale fortuin van haar familie? Sprak zij zich uit over slavernij? Welke Zwarte vrouwen en tijdgenoten van kleur van Belle hadden een stem en/of vochten voor hun vrijheid? En welke rol speelden privilege en afkomst daar in? Welke nakomelingen uit de koloniën in het Nederland van nu staan in verbinding met het slot?
In deze tentoonstelling opent Slot Zuylen haar deuren voor de krachtige verhalen van mensen van kleur. Niet omdat het modieus is, maar omdat het slot zich ervan bewust is dat het in haar huidige vorm niet had bestaan zonder de handel in en gedwongen arbeid van mensen van kleur.
Zondag 5 december is de laatste dag om deze bijzondere tentoonstelling te bezoeken! Kijk voor meer informatie en het reserveren van online tickets op https://www.slotzuylen.nl
De Fraeylemaborg in Slochteren heeft met steun van de Gerrit van Houten Stichting en de Vereniging Rembrandt een unieke zilveren Groninger kom kunnen verwerven.
Het betreft de vroegst bekende, gedeeltelijk vuur vergulde zilveren kom, vervaardigd door Doe Freese in 1610. Het pronkstuk is gegraveerd met vier alliantiewapens van Groninger families en de naam Fouwel Rengers Dochter Ten Post A(nn)o 1610. Vermoedelijk was de kom aanvankelijk voorzien van een deksel en werd deze gebruikt als een terrine voor één persoon.
De kom werd aangeboden door de zilverspecialist Jacob J. Roosjen. Het object is een historisch document voor de Fraeylemaborg in Slochteren. In de 17e eeuw woonden in deze borg leden van de familie Rengers, een invloedrijk en welgesteld geslacht in stad en ommeland. De financiële bijdrage van de Vereniging Rembrandt maakt het mogelijk om dit Groninger erfgoed blijvend aan het publiek te kunnen tonen in de sfeervolle setting van de Fraeylemaborg.
Op zondag 28 november loopt er een Timed online veiling af bij Veilinghuis Peerdeman in Utrecht met kunst, antiek, design, sieraden en zilver. Tot de aangeboden kavels behoort onder meer zilver met de wapens De Marees van Swinderen-Iddekinge en Van Eys. Lees het verhaal hierbij hieronder of kijk in de online catalogus voor wat verder aangeboden wordt op deze veiling bij Veilinghuis Peerdeman in Utrecht op https://www.veilinghuispeerdeman.nl/main.php?mode=catalogselect
Lotnummer 2071 betreft twee 2e gehalte zilveren koektrommels op dienblad, rond en rechthoekig model, op de bovenzijde het alliantiewapen van het echtpaar De Marees van Swinderen-Van Iddekinge uit 1816. Het dienblad met glazen beschermplaatje en staande op vier bolpootjes (meester: Wed. Jacob Hendrik Stellingwerf, Amsterdam) is uit 1825.
Gezien de alliantiewapens betreft het hier het echtpaar jonkheer mr. Jan Willem Jacobus de Marees van Swinderen (1825-1880) en jonkvrouwe Christina Maria van Iddekinge (1833-1872). Het zou hierbij dan gaan om (familie)zilver waarop ter gelegenheid van hun huwelijk deze alliantiewapens zijn aangebracht.
Jonkheer De Marees van Swinderen was in de jaren 1848-1871 advocaat in Groningen en in de jaren 1859-1873 kantonrechter-plv. Daarnaast was hij rentmeester van de stadsbezittingen in Groningen. Hij en zijn echtgenote kregen drie dochters en drie zoons. Hun jongste zoon overleed onverwachts op 22-jarige leeftijd en de twee andere zoons werden rechter, maar bleven ongehuwd. Eén dochter bleef ongehuwd, een tweede huwde een neef De Marees van Swinderen en de jongste huwde een advocaat Dorhout Mees, die uit een patriciaatsfamilie stamde. Alleen uit dit laatste huwelijk leven in de vrouwelijke lijn nakomelingen van het echtpaar De Marees van Swinderen-Van Iddekinge voort.
De twee koektrommels en het dienblad worden samen getaxeerd op 1000-1500 euro. Veilingopbrengst: 2400 euro.
Lotnummer 2198 betreft twaalf tafelcouverts en zes dessertcouverts (model Haags lof), waarvan de achterzijde gegraveerd is met het familiewapen Van Eijs (ook: Van Eys). Het is vervaardigd door diverse meesters, waaronder voornamelijk: Frederik Rupolf Precht, Amsterdam, 18e eeuw.
De familie Van Eys stamt uit Aken en vestigde zich in 1684 in Amsterdam, waar zij tot groot aanzien kwam door de handel in Spaanse wol. In 1816 werd Paulus Andries van Eys (1752-1826) verheven in de Nederlandse adel met het predikaat jonkheer en zijn nakomelingen leven nog steeds voort.
Het tafelzilver wordt getaxeerd op 2000-3000 euro. Veilingopbrengst: 5500 euro.
Bij werkzaamheden, waarbij de bestaande verhoogde vloer werd verwijderd, kwamen oude grafzerken in de Oostkerk in Middelburg tevoorschijn. Het bestaan van de zerken was bekend. Ze zaten deels verborgen onder de eerder verhoogde vloer, die is aangebracht in de jaren ’50. Zaterdag 27 november krijgen inwoners van Middelburg en andere geïnteresseerden de kans om een blik te werpen op de vrijgelegde vloer.
Mark van den Bos, directeur/bestuurder Monumentenbezit: “We komen tijdens verbouwingen van monumenten vaker zaken tegen die ‘verstopt’ zitten achter muren of onder vloeren. Zo ook deze grafzerken die ons een blik geven op het verleden. Ons monumentenhart gaat hier altijd sneller van kloppen. Daarom willen we iedereen de kans bieden om te komen kijken, voordat de werkzaamheden verdergaan.”
Eén van de nu weer zichtbare grafzerken betreft het echtpaar Van Rymsdyck-Ploos van Amstel. Adriaan van Rymsdyck (†1691) was schepen (1686-1689) en raad (1685) van Middelburg en lid van het College van 24 commissarissen van Middelburg (1686). Hij huwde ‘De WELEDELE GEBOREN VROUW MARGARETA REGIN(A) PLOOS VAN AMSTEL’(†1691). Margareta Regina Ploos van Amstel werd op 26 juli 1666 gedoopt in de Lutherse kerk in Utrecht, als dochter van Gerard Ploos van Amstel, heer van ’t Gein en Oudegein (1617-1695) en Anna Regina van Bodeck. Haar vader was kolonel der infanterie, luitenant-houtvester van de provincie Utrecht en kanunnik van St. Pieter (1648). Haar moeder was de dochter van een koopman en bankier uit Frankfurt a/Main.
In 1691 huwde zij Jacobus de Muinck, thesaurier van Middelburg (1688, 1689) en griffier van de Staten van Walcheren. Daarna hertrouwde zij Adriaan van Rymsdyck. Op 5 maart 1691 overleed haar tweede echtgenoot op 53-jarige leeftijd en Margareta Regina overleed zelf later dat jaar op 29 september.
De grootvader van Margareta Regina werd in 1621 in de Franse adel verheven en in 1636 verklaarde Stadhouder Frederik Hendrik dat deze grootvader was gesproten uit het huis Van Amstel van Mijnden, waarmee publiekelijk de oude adel werd erkend, ook al is deze afstamming onbewezen gebleken. De bewezen afkomst gaat terug tot in de eerste helft van de 15e eeuw, naar Willem Wouterszn Ploos, die schout van Loosdrecht was. In de jaren 1864-1988 zijn er meerdere erkenningen in de Nederlandse adel voor deze familie geweest en hun nakomelingen leven als jonkheren/jonkvrouwen Ploos van Amstel voort.
Opmerkelijk aan deze zerk is de zichtbare hogere status van Margareta Regina ten opzichte van haar echtgenoot Adriaan van Rymsdyck. Hoewel beiden in hetzelfde jaar zijn overleden, is deze zerk een eerbetoon aan haar afkomst; in het midden staan de alliantiewapens Van Rymsdyck-Ploos van Amstel, maar de in totaal zestien wapens aan de beide zijdes betreffen de zestien betovergrootouders van Margareta Regina Ploos van Amstel.
Op zaterdag 27 november is niet alleen deze zerk, maar ook vele andere van Zeeuwse regenten, tussen 10.00 en 16.00 uur te zien in de Oostkerk in Middelburg.