Museum Voorlinden & de jonkheren Loudon

Afb. 1. Een ets uit circa 1912 van Voorlinden met het huis en tuinen naar het ontwerp van de Engelse architect R.J. Johnston. Foto met dank aan www.voorlinden.nl.
Afb. 1. Een ets uit circa 1912 van Voorlinden met het huis en tuinen naar het ontwerp van de Engelse architect R.J. Johnston. Foto met dank aan www.voorlinden.nl.

In 2016 werd in Wassenaar het Museum Voorlinden geopend, waarin de collectie van de industrieel en kunstverzamelaar Joop van Caldenborgh is ondergebracht. Het nieuwe museum voor moderne en hedendaagse kunst is op het oude landgoed Voorlinden gebouwd, dat tot in 1949 in het bezit was van de jonkheren Loudon.

Afb. 2. Jonkheer John Hugo Loudon, portret door Philip Alexius de László (1869-1937) uit 1920, met op de achtergrond de tuin en het park van Voorlinden. Foto met dank aan ‘De László in Holland’ (2006) door Tonko Grever en Annemieke Heuft.
Afb. 2. Jonkheer John Hugo Loudon, portret door Philip Alexius de László (1869-1937) uit 1920, met op de achtergrond de tuin en het park van Voorlinden. Foto met dank aan ‘De László in Holland’ (2006) door Tonko Grever en Annemieke Heuft.

In 1912 werd Voorlinden gekocht door jonkheer ir. Hugo Loudon (1860-1941), die gehuwd was met Anna Petronella Alida van Marken (1874-1953), die uit een patriciaatsfamilie stamde. Hij stamde uit een van oorsprong Schots geslacht en zijn grootvader vestigde zich in 1811 op Java en maakte daar carrière in het bestuur en als ondernemer. Zijn zoon werd minister van Koloniën en was in de jaren 1871-1875 gouverneur-generaal van Ned.-Indië. In 1884 werd hij in de Nederlandse adel verheven met het predicaat van jonkheer. Diens zoon was voornoemde jonkheer ir. Hugo Loudon en hij werd eerst hoofdadministrateur en nadien directeur van de Kon. Ned. Mij. Tot Exploitatie van Petroleumbronnen in Ned.-Indië – één van de voorlopers van Shell.

Met het fortuin dat hij verdiende, bouwde hij zich op Voorlinden een monumentaal en representatief landhuis in de Engelse landhuis- en cottagestijl, die in die tijd zeer populair was. Het interieur kreeg een kasteelachtige allure met een grote centrale hal met  een dubbele bordestrap met hieromheen de belangrijkste vertrekken, zoals zitkamers, de bibliotheek en de eetkamer. Alle vertrekken werden voorzien van betimmeringen met panelen en houtsnijwerk en de stucplafonds werden voorzien van guirlandes en decoratieve elementen. Bij het huis kwamen ook bijgebouwen voor het wagenpark en de rijpaarden. Om deze grote staat te kunnen voeren, was er veel personeel, dat onder leiding stond van een butler.

Ook de tuinen en het park werden onder handen genomen en in de nabijheid van het huis werden geometrische terrassen en tuinvakken met beelden en siervazen aangelegd, terwijl het park door de bekende tuinarchitect Leonard Springer in de Engelse landschapsstijl werd ontworpen met veel inheemse, maar ook exotische boomsoorten met daarin een tennisbaan.

Afb. 3. Een ansichtkaart van Voorlinden. Foto met dank aan www.voorlinden.nl.
Afb. 3. Een ansichtkaart van Voorlinden. Foto met dank aan www.voorlinden.nl.

In 1920 schilderde de internationaal befaamde portretschilder Philip Alexius de László (1869-1937), die reeds meerdere Loudons geportretteerd had, de tweede zoon jonkheer John Hugo Loudon (1905-1996), die gezeten was op het terras van Voorlinden met een tennisracket in zijn handen en met achter hem zicht op een beeldengroep met daarachter het weidse park. In de Tweede Wereldoorlog werd het landgoed gevorderd en na de oorlog werd er een tehuis voor kleuters in ondergebracht, die verzwakt en ondervoed waren.

In 1949 verkocht de douairière Loudon Voorlinden aan de PTT en nadat het een tijdlang een conferentieoord is geweest, is Voorlinden in 2016 een nieuwe fase ingegaan als museum.

Meer weten over Museum Voorlinden? Zie: www.voorlinden.nl.

Zo. 22 sept.: timed online veiling Veilinghuis Peerdeman in Utrecht met tafelzilver baronnen Mackay

Afb. 1. De zilveren vorken zijn gegraveerd met het familiewapen van de baronnen Mackay. Foto met hartelijke dank aan Veilinghuis Peerdeman in Utrecht.

Op zondag 22 september loopt er een timed online veiling af bij Veilinghuis Peerdeman in Utrecht met kunst, antiek, design en sieraden, met. Tot de aangeboden kavels behoren ook zilveren vorken met het familiewapen van de baronnen Mackay. Lees het verhaal hierbij hieronder en kijk voor de online catalogi van Veilinghuis Peerdeman in Utrecht op  Veilinghuis Peerdeman Utrecht – Online Catalogus

Kavel 2115 betreft zes dinervorken, Hollands Glad, die in 1730 in ’s-Gravenhage vervaardigd zijn. Ze zijn gegraveerd met het familiewapen van de baronnen Mackay en vaandel met motto ‘Manu Forti’.

Afb. 2. Een detailfoto van het familiewapen met links en rechts als schildhouders twee jagers. Foto met hartelijke dank aan Veilinghuis Peerdeman in Utrecht.

Het geslacht Mackay was oorspronkelijk genaamd Morgan en zou volgens de traditie afstammen van de Graven van Moray. Na de verdrijving van de clan uit Moray en Ross vestigden zij zich in Strathnaver en heette sindsdien Mackay. De geschiedenis van de Mackays in Schotland is een aaneenschakeling geweest van strijd met andere clans, die hen dan eens grote overwinningen bracht met grote bezittingen en dan weer groot verlies, waarbij zij uiteindelijk overvleugeld werd door de Graven van Sutherland in wie zij hun leenheer moesten erkennen. In 1627 werd een voorvader door Koning Karel I van Engeland verheven tot Baronet of Nova Scotia met het predikaat ‘Sir’ en in 1628 tot Baron Reay of Reay in de Schotse adel.

In de 17e eeuw vestigde een jongere tak van de familie zich in Nederland, toen een voorvader in dienst trad van de Republiek als brigadier-generaal van het 1e regiment Schotse Brigade. Door het huwelijk met een erfdochter uit het geslacht Van Haeften kwamen de Mackays uiteindelijk, na het uitsterven van deze familie, in het bezit van de heerlijkheden Ophemert en Zennewijnen. In 1816 werd de familie opgenomen in de Nederlandse adel en in 1822 werd de titel van baron aan alle nakomelingenverleend. De Mackays behoren tot de weinige geslachten die zowel tot de Nederlandse als de Britse adel behoren.

In 1875 stierf de hoofdtak van de familie in Schotland uit en vererfden de titels van Baronet of Nova Scotia en Baron Reay of Reay op de Nederlandse tak. Voordien was in 1829 het enorme grootgrondbezit van ruim 300.000 acres (iets minder dan de provincie Utrecht) door de spilzucht van de 7e Baron Reay of Reay verloren gegaan. Hij leefde op te grote voet en had onder meer een geldverslindende maîtresse. Wat voor de Nederlandse tak overbleef, waren de Schotse titels en de herinneringen aan de eeuwenoude familiegeschiedenis.

De zes zilveren vorken worden getaxeerd op 250-350 euro. Veilingopbrengst: 700 euro.

Benieuwd naar wat er verder geveild wordt bij Veilinghuis Peerdeman in Utrecht? Kijk dan in de online catalogus op Veilinghuis Peerdeman Utrecht – Online Catalogus

Afb. 3. Zes zilveren vorken van het model Hollands Glad. Foto met hartelijke dank aan Veilinghuis Peerdeman in Utrecht.

Zaterdag 12 oktober: Albert Mensema Symposium

Afb. Ridder in de Orde van Oranje-Nassau: Albert Mensema (rechts) ontving op 26 april 2013 deze Koninklijke onderscheiding uit handen van burgemeester Henk Jan Meijer van Zwolle (midden), tegelijkertijd met zijn partner jonkheer Arnold Gevers (links).

De Werkgroep Adelsgeschiedenis (www.adelsgeschiedenis.nl) is opgericht in 1993 en heeft als voornaamste doel het bevorderen van de beoefening van en de kennis over de geschiedenis van de (Nederlandse) adel. Dit doet de werkgroep door middel van het uitgeven van het Jaarboek Virtus en monografieën in de Reeks Adelsgeschiedenis. Daarnaast organiseert de werkgroep symposia om het contact tussen onderzoekers en belangstellenden te vergroten. Ook organiseert ze voor haar leden excursies en webinars.

Op 12 oktober wordt in Zwolle een symposium gehouden ter ere van de in december 2020 overleden Albert Mensema, die als medeoprichter, secretaris en bestuurslid zoveel voor de Werkgroep Adelsgeschiedenis heeft betekend. Deze dag wordt samen met de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis en het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde georganiseerd. Ook binnen die twee historische organisaties speelde Albert een grote rol. Niet alleen als bestuurder, maar ook als auteur, gastheer en mentor.
U wordt uitgenodigd voor het bijwonen van dit symposium, dat plaatsvindt in de Groote Sociëteit, Koestraat 6-8 te Zwolle. Het programma bestaat uit korte, afwisselende presentaties. In de titels daarvan herkent u ongetwijfeld de bijzondere belangstelling van Albert Mensema voor adelsgeschiedenis, heraldiek en de geschiedenis van Oost-Nederland. Het symposium wordt afgesloten met de presentatie van Alberts groepsbiografie van de Overijsselse ridderschap tijdens het ancien régime. Deze genealogische publicatie telt ruim 950 pagina’s (inclusief wapenboek en register). Na afloop van het symposium krijgt u de mogelijkheid deze uitgave te kopen, die slechts in beperkte oplage verschijnt.
Het programma ziet er als volgt uit:
09.30 -10.00 uur
Inloop en ontvangst met koffie en thee
10.00-10.05 uur
Welkom door dagvoorzitter Simone Nieuwenbroek
10.05- 10.15 uur
Conrad Gietman – Albert Mensema: leven met het verleden
Korte inleiding over het leven en het werk van Albert Mensema
10.15- 10.45 uur
Dirk J. de Vries – Het adellijke ‘stadspaleis’ van Simon van Haersolte, Groote Sociëteit Koestraat 6-8 Zwolle
Dirk de Vries zal zich in zijn lezing vooral richten op adellijke stadshuizen in Zwolle, in het bijzonder op het gebouw van de Groote Sociëteit. Dit huis werd in de 17de eeuw bewoond door Simon van Haersolte en Adriana Josina Bentinck. De Vries maakt gebruik van de gegevens uit de Zwolse vuurstedenregisters die Albert Mensema hem ooit heeft gegeven.
10.45- 11.15 uur
Diederik Bente – ‘Adelshoven’ binnen de stad Oldenzaal
Vanaf de vroege middeleeuwen vervulde Oldenzaal een centrumfunctie binnen Twente, zowel binnen het wereldlijk als het geestelijk bestuur. Net als in de IJsselsteden hadden ook in de Plechelmusstad edellieden uit de wijde omtrek een representatieve woning of hof binnen de stadsgrachten. Op één na zijn deze inmiddels allemaal verdwenen. In zijn presentatie zal Diederik Bente ingaan op de ligging en verspreiding van deze vroegere adelshoven in de binnenstad van Oldenzaal. Hij zal ze bovendien relateren aan de adellijke families die deze huizen bezaten, en aan hun regionale herkomst.
11.15- 11.45 uur
Jan Bedaux en Jos Mooijweer – Geschiedschrijven in onzekere tijden. De kroniek van George Westendorp
In de zomer van 1990 ontdekten Albert Mensema en Jos Mooijweer in de universiteitsbibliotheek van Hamburg een onbekende kroniek. Auteur van de kroniek was George van Westendorp, een Spaansgezinde bestuurder die in 1594 naar Brussel vluchtte. Jan Bedaux en Jos Mooijweer zetten de kroniek in de context van de onzekere tijden waarin Westendorp leefde.
11.45-13.00 uur
Lunch en bezichtiging van het adellijk stadshuis de Groote Sociëteit o.l.v. Dirk. J. de Vries
13.00-13.30 uur
Cor Trompetter – ‘Onder de streep’. Een bespiegeling over de financiële kant van adel in Twente
In 1675 was de adel in Twente veruit de rijkste en meest invloedrijkste groep in de samenleving. Enkele uitzonderingen daargelaten was daar aan het begin van de twintigste eeuw weinig meer van over. In deze bespiegeling zal Cor Trompetter nader ingaan op de financiële problemen waar een deel van de adel in terecht kwam, en hoe men deze trachtte op te lossen.
13.30-14.30 uur
Evelyn Ligtenberg – ‘Loyaal en onmisbaar’: dienstpersoneel in de schaduw van de familie Van Rechteren
Evelyn Ligtenberg onderzoekt de rol en het belang van het huispersoneel in het leven van de adellijke familie Van Rechteren in de periode 1680-1780. In haar presentatie behandelt ze de dagelijkse verantwoordelijkheden, de loyaliteit en de invloed van deze vaak onzichtbare groep, die essentieel was voor het functioneren en de status van de adel. Systematisch onderzoek in pacht- en kasboeken werpt een nieuw licht op de wederzijdse afhankelijkheid tussen adel en hun personeel.
14.00-14.30 uur
John Töpfer – Van Heeckeren en Van Rechteren: twee families uit één stam met een eigen dynastieke strategie      
Eeuwenlang behoorden de Van Rechterens en de Van Heeckerens tot de meest vooraanstaande geslachten in Oost-Nederland. Beide families hadden dynastieke allure, maar volgden eigen strategieën. Uiteindelijk leidde dat tot een verschil in status. De van Rechterens ontwikkelden zich tot een regerende familie, de Van Heeckerens bleven zich vooral als regionale dynastie manifesteren.
 
14.30-15.00 uur
Pauze met thee en koffie
15.00-15.30 uur
Yme Kuiper – Onderzoek naar adellijke landgoederen in Overijssel in bezettingstijd: problemen, valkuilen, dilemma’s            
Ruim een jaar deed de spreker onderzoek naar hoe het de adel in Overijssel verging gedurende de bezettingstijd 1940-1945. Daaruit resulteerde een eerste publicatie, samen met prof.dr. Hanneke Ronnes. Die gong over de vier landgoederen Twickel, Rechteren, Eerde en Herinckhave (zie: Elyze Storms-Smeets en Nick van den Berg, Oorlog in Arcadië. Nederlandse landgoederen in de Tweede Wereldoorlog, Zwolle 2024, pp. 142-169). In deze lezing zal de spreker vooral ingaan op problemen van onderzoek, methode en interpretatie die hij ontmoette bij genoemd adelsonderzoek (van archiefstudie tot oral history, van procesdossier tot dagboek). Tot slot komt de vraag aan de orde in hoeverre deze vier Overijsselse casussen representatief zijn voor hoe de adel in Nederland zich opstelde en gedroeg in bezettingstijd.
15.30-16.00 uur
Ben Olde Meierink – De erker als middel voor adellijke representatie
Veel adellijke huizen werden in de zestiende eeuw versierd met voorouderlijke familiewapens. Dit was ook op kasteel Twickel in Delden het geval. Centraal in deze presentatie staat de vraag: werden erkers gebouwd voor verbetering van het wooncomfort of voor de adellijke representatie?
16.00-16.30 uur
Redmer Alma – Een adellijke groepsbiografie: Albert Mensema’s project De Ridderschap van Overijssel 1424-1795
Redmer Alma vertelt over de achtergrond en de historisch waarde van Albert Mensema’s project De Ridderschap van Overijssel 1424-1795. Genealogisch overzicht en wapenboek
16.30-16.40 uur
Presentatie van het boek Ridderschap in Overijssel 1424-1795
16.40 -16.45 uur
Afsluiting en dankwoord
16.45-17.45 uur
Borrel
Aanmelden en betalen
Aanmelding en betaling voor het symposium kan met onderstaande link via de website van de Vereeniging tot Beoefen. De bijdrage voor dit programma bedraagt € 40 euro per persoon (inclusief koffie, thee en afsluitende borrel). Meerdere personen of introducés graag afzonderlijk aanmelden en betalen.
Aanmelden uiterlijk 5 oktober. Meld u dus snel aan. Aanmelding en betaling verloopt via dit aanmeldformulier van de VORG.
Aanmeldingen zijn pas geldig nadat de betaling is ontvangen. In verband met het beschikbare aantal plaatsen is de bijeenkomst alleen toegankelijk na aanmelding en betaling. Als het maximum bereikt is, wordt er een beperkte wachtlijst ingesteld.
Voor de aanmelding en betaling van het symposium gelden de Algemene Voorwaarden van de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis, de medeorganisator.

Boekennieuws: Een koningsdrama. Het huwelijk van koning Willem I met gravin Henriette d’Oultremont op basis van hun brieven


Koning Willem I was gehuwd met Wilhelmina Prinses van Pruisen, maar na haar overlijden zocht en vond hij een nieuwe huwelijkspartner: Henrica Adriana Ludovica Flora des H.R. Rijkgravin d’Oultremont de Wégimont (1792-1864). Het was een huwelijk dat op veel weerstand kon rekenen; Henriette, zoals zij genoemd werd, was hofdame geweest van Wilhelmina, was katholiek en stamde uit een Zuid-Nederlandse familie. Vooral het laatste lag gevoelig, omdat de Belgen zich in 1830 afgescheiden hadden en Henriette kreeg al snel de bijnaam ‘Jetje Dondermond’.

Ondanks de weerstand huwde Koning Willem I toch Henriette d’Oultremont en hij deed afstand van de troon. Zij vestigden zich in Berlijn, waar zij als Graaf en Gravin van Nassau door het leven gingen. In 1843 overleed Koning Willem I en Henriette verdween in de vergetelheid, totdat ruim een eeuw later bij toeval de correspondentie voor de dag kwam, die Willem en hofdame Henriette anderhalf jaar lang hadden gevoerd.

Nadat hij haar een huwelijksaanzoek had gedaan, werd zij als Belgische én roomse weggepest van het hof. Daarna dwong het volk, opgejut door de kroonprins en de pers, Henriette halsoverkop Nederland te verlaten. Hun correspondentie laat een wanhopig verliefde oude vorst zien en een schrandere, karaktervaste jonge vrouw, die haar reserves behield tegen een huwelijk dat haar en haar koning in grote problemen kon brengen. Zelfs op de dag vóór het geplande huwelijk in Berlijn overwoog ze rechtsomkeert maken, terug naar België. Maar de brieven brengen ook onder woorden dat Henriette in de aanloop naar het huwelijk geen ondergeschikte rol wenste te spelen. Met haar principes mocht niet gesold worden.

Dit boek biedt op basis van deze persoonlijke brieven een mooie inkijk in een vergeten huwelijk, waarbij de lezer een mooi beeld krijgt van een karaktervolle vrouw.

Link naar bestelmogelijkheid: https://verloren.nl/Webshop/Detail/catid/82673/eid/83197/een-koningsdrama

Bob Duijvestijn (1940) studeerde Duitse taal- en letterkunde aan de RU Utrecht en promoveerde aan de RU Gent op de Middelnederlandse Madelgijs en zijn Duitse vertaling (Johan de la Courtprijs en laureaat AWLsK). Van zijn hand verschenen talrijke bijdragen aan de studie van de middeleeuwse Karelepiek en de roman Hou het zakelijk (2015).

Za. 14 sept. Open Monumentendag: openstelling Landfort

Afb. 1. Op Open Monumentendag op zaterdag 14 september is huis Landfort te bezoeken en worden er leuke activiteiten georganiseerd in het park rondom het huis.

Ook dit jaar doet stichting Erfgoed Landfort weer mee met de Open Monumentendag op zaterdag 14 september 2024. Omdat dit jaar landelijk gekozen is voor het thema verbinding, heeft stichting Erfgoed Landfort contact gezocht met Duitsland. Een goede verbinding met de Duitse buren is immers voor allen in de grensstreek van belang. In de ochtenduren vindt op het gazon achter het landhuis een openluchtconcert plaats door het Halderner Blasorchester uit Rees en door leden van Harmonie St. Caecilia uit Megchelen. Dit concert is gratis toegankelijk voor degenen die een ticket voor het park hebben gekocht.

Bijzonder is dat het Landersmuseum uit Munster aanwezig is met herbaria die ooit toebehoorden aan Johann Albert Luyken. Verder is er in het park een kleine informatiemarkt met vertegenwoordigers van Duitse monumentenorganisaties, kastelen en landhuizen uit de grensstreek. Aanwezig zijn de monumentenorganisatie LWL (Landesverband Westfalen-Lippe), het Europese historische tuinenverband EGHN, Schloss Dyck en anderen. Daarnaast wordt in de middag de winnaar bekend gemaakt van de fotowedstrijd rond Huis Landfort die begin 2024 was uitgeroepen. De door de vakjury gekozen tien mooiste opnames zullen die dag ook worden geëxposeerd.

Natuurlijk zijn er die dag weer volop rondleidingen en als het een zonnige dag wordt, zal de tuin er verleidelijk bij staan. Vanwege Open Monumentendag geldt die dag het gereduceerde tarief van € 5,- toegang park. Wil men een rondleiding meemaken dan bedraagt de deelname € 10,- p.p. (inclusief toegang park). Normaal is dit € 16,- p.p. Omdat we veel bezoekers verwachten, wordt die dag enkel door de beletage van het landhuis rondgeleid.

Link naar het online reserveren van tickets: https://p.easydus.com/project/caeab365-c1dd-4daa-b36b-909d5f76d811/form/1?sig=fea53c4fa288f8689a1c1e86b74dce862eae5be9665cf7e476619fb5adb9fb1e

Afb. 2. De monumentale achtergevel van huis Landfort in al haar glorie.

Getrouwd: Leusink & Van den Bosch

Afb. 1. Links het familiewapen van de graven & jonkheren Van den Bosch en rechts het familiewapen van de baronnen Van Wijnbergen.

Gijs Willem Leusink MSc en jonkvrouwe Victoria Cornelie Florentine van den Bosch MSc, Oldebroek 31 augustus 2024.

Een huwelijk op historische grond
In 1402 werd Sweder van Wijnbergen door de Hertog van Gelre beleend met ‘Swaluenborch’ – tegenwoordig Zwaluwenburg geheten – bij Oldebroek. Sweder van Wijnbergen is de stamvader van het adellijke geslacht Van Wijnbergen en de bruid is via haar moeder, een geboren barones Van Wijnbergen, een rechtstreekse nakomeling van hem. Hierdoor vindt dit huwelijk vandaag plaats op historische familiegrond.

Naast de Zwaluwenburg werd Sweder van Wijnbergen ook beleend met het goed Wimborch bij Doetinchem en in 1393 was hij reeds, namens zijn vrouw Griete, beleend met het goed Radeland bij Doesburg. In 1393 kocht hij Bulzebrouck bij Zeddam. Samen met zijn vrouw Griete en zoon Sywart werd hij in 1403 genoemd in een leenacte van de abdis van Elten. Niet alleen door zijn bezit, maar ook door de geografische spreiding hiervan, laat zien dat hij een edelman van aanzien was in zijn tijd.

Afb. 2. Zwaluwenburg voor de nieuwbouw in 1728, door Jacobus Stellingwerf, papier, pen en penseel in grijs, 141.0 x 196.0 mm. Part. coll. Foto met dank aan de RKD/189288.

Het geslacht Van Wijnbergen bleef eeuwenlang in het bezit van Zwaluwenburg tot het door huwelijk vererfde op het geslacht Van Haersolte: erfdochter Johanna van Wijnbergen huwde eind 16e eeuw Rutger van Haersolte en hierdoor kwam Zwaluwenburg in het bezit van het adellijke geslacht Van Haersolte. In 1605 werd hun zoon Sweder van Haersolte beleend met Zwaluwenburg.

Afb. 3. Huis Zwaluwenburg nu: begin 18e eeuw werd het oude huis Zwaluwenburg van de Van Wijnbergens afgebroken en het echtpaar Anthoni Swier van Haersolte, Zwaluwenborg, Elsen, Bredenhorst en Staverden (1690-1733) en Coenradina Wilhelmina van Dedem (1701-1751) bouwde hier het nu nog bestaande huis. Het werd in grootse stijl gebouwd met een voorplein met twee bouwhuizen, die door twee gebogen galerijen met daarboven een balustrade verbonden zijn met het huis. Bovenin het halfronde fronton zal oorspronkelijk het alliantiewapen Van Haersolte-Van Dedem hebben gezeten, maar dit werd in latere tijden vervangen. Cornelis Pronck tekende dit huis in 1732 en noemde het ‘een modern heerenhuys, geleegen ten zuyt oosten van Elburg (…) in een ongemeen vermakelijke landstreek’.