Op maandag 2 september loopt er een timed-online veiling af van kunst, antiek, zilver, schilderijen, enz. in allerlei prijsklassen bij Veilinghuis Korendijk, dat een dependance is van het Zeeuws Veilinghuis in Middelburg. Eén van de kavels betreft een gouden prijspenning, die door mr. Hugo baron van Zuylen van Nyevelt (1781-1853) in 1850 namens de Hollandsche Maatschappij van Landbouw aan A. Kakebeeke Jzn. werd uitgereikt voor wintertarwe. Lees het verhaal hierbij hieronder en kijk voor de online catalogus om te zien wat er verder geveild wordt op https://korendijk.cloudcatalogus.nl/Home/Catalog#
Mr. Hugo baron van Zuylen van Nyevelt, heer van Nieuw-Beyerland en ‘s-Gravenambacht (1781-1853) was gehuwd met jonkvrouwe Cornelia Adriana Boreel (1796-1875). Baron Van Zuylen, een nakomeling in de vrouwelijke lijn van de bekende Hugo de Groot, was werkzaam in de diplomatieke dienst en werd uiteindelijk ambassadeur in Turkije. Nadien werd hij nog minister van Buitenlandse zaken, minister van Eeredienst en kamerheer i.b.d. van de Koningen Willem I, II en III. Zijn echtgenote was dame du palais van Koningin Sophie.
Het echtpaar kreeg één kind en op 5 december 1824 werd hun dochtertje geboren: Eleonora Margaretha Johanna Jacoba barones van Zuylen van Nyevelt. Na zijn benoeming in 1824 tot ambassadeur in Turkije reisde het echtpaar via Frankrijk naar de nieuwe post, maar onderweg werd hun dochtertje ziek en kwam te overlijden. In de krant kon men lezen: ‘Ons Kindje, ELEONORA MARGARETHA JOHANNA JACOBA, ruim zes maanden oud, werd ons op reis naar Constantinopel, heden door den dood ontrukt. H. Baron van ZUYLEN van NYEVELT. C.A. Barones van ZUYLEN van NYEVELT, Geboren BOREEL. Marseille den 20 Junij 1825.’
De gouden prijspenning wordt getaxeerd op 800-1000 euro. Veilingopbrengst: 1055 euro.
Van vrijdagvond 11 oktober tot en met zondag 13 oktober 2024 vindt in het Leeuwarder historische stadhuis een internationale conferentie plaats over de geschiedenis van de Europese Vorstenhuizen/Koningshuizen.
De bijeenkomst is in de vorstelijke ambiance van de Oranjezaal. Het weekend start op vrijdagavond met een gezamenlijk diner in het Stadhouderlijk Hof met ‘royal entertainment’.
Op zaterdag en zondag staat een zevental lezingen op het programma die hieronder in willekeurige volgorde staan:
Susan Symons (Groot-Brittannië): Queen Victoria’s first visit to Germany
Ted Rosvall (Zweden): From Gustav Vasa to Carl XVI Gustaf
Mårten Hougström (Zweden): Back from Brazil – the Portuguese Royal family 1816-1910
Carolin Philipps (Duitsland): Fürstin Therese von Thurn und Taxis
Professor Dr Johan de Haan (Nederland): Stadhouderlijk Hof of Leeuwarden
Simone Lamain (Nederland): The present situation of the European Monarchies
Bearn Bilker (Nederland): The Silver Wedding Jubilee of Queen Juliana and Prince Bernhard in 1962
Er wordt ook een wandeling ondernomen naar de Waalse Kerk en naar de Grote en Jacobijnerkerk om kennis te maken met de rijke historie van de Friese (Oranje-)Nassaus. De orgels in de kerken zullen worden bespeeld door Peter van der Zwaag, organist van de Grote en Jacobijnerkerk.
Deelname aan deze unieke conferentie houdt in dat men geen (dag)delen kan bijwonen maar het hele programma dient te volgen. Dit i.v.m. de grote belangstelling. De conferentie zal worden bijgewoond door deelnemers uit heel Europa en ook uit de Verenigde Staten. De voertaal is om die reden Engels.
U kunt tegen een gereduceerd tarief een kamer boeken bij Hotel Stadhouderlijk Hof voor 123 euro voor een eenpersoonskamer of 133 euro voor een tweepersoonskamer (2 enkelbedden). Graag onder vermelding van A Royal Weekend.
De bijdrage voor de conferentie zelf bedraagt 125 euro. Voor dit bedrag hebt u een totaalprogramma met een exclusief diner en zeven boeiende lezingen en een excursie.
U kunt het bedrag overmaken naar het Banknummer van de Stichting Nassau en Friesland, o.v.v. A Royal Weekend.
Banknummer (IBAN): NL59 INGB 0656 0954 15 ten name van Stichting Nassau en Friesland te Leeuwarden.
Er is plek voor 70 deelnemers.
Opgave en informatie via NettyRoyal: aroyalweekend@nettyroyal.nl
Aanstaande zondag 1 september staan de poortdeuren van Ridderhofstad Hindersteyn in Langbroek open voor belangstellenden. De 700 jaar oude ridderhofstad is in het verleden eigendom geweest van adellijke families als Van Zuylen van Nijevelt en De Wijkerslooth de Weerdesteyn en is nu in het bezit van het geslacht Geytenbeek, dat het huis en de tuinen met veel zorg en liefde tot nieuwe bloei heeft gebracht. Er is volop de gelegenheid om te genieten van de moestuin met zijn monumentale kassen, bloementuin en fruitkooi. Het park met de kenmerkende slangenmuur, de doolhof én labyrint maken deel uit van het historische complex.
De open tuindag wordt sinds 1992 ieder jaar in juli georganiseerd. Op zondag 1 september zijn de tuinen geopend tussen 10.00 en 17.00 uur. De entree is € 9,50 per persoon inclusief koffie/thee/fris en (citroen)taart. Alleen PIN betaling mogelijk! De opbrengst van deze dag komt ten goede aan Stichting tot behoud Ridderhofstad Hindersteyn. Deze stichting levert een belangrijk aandeel in het onderhoud van tuin en moestuin, die onderhouden wordt door 35 vrijwilligers.
Honden zijn helaas niet toegestaan. De bijenkraam is aanwezig en er is o.a. verkoop van bloemboeketten, stekken en producten uit de moestuin. In de palmenruimte is het werk van enkele exposanten te zien met schilder- en beeldhouwkunst.
De open tuindag is dé gelegenheid bij uitstek om te dwalen door de mooie tuinen. Ook al bent u niet de enige bezoeker, toch zijn er vele plekjes om rustig te mijmeren en te staren over bv. een sappig weiland met wat koeien erin. U kunt ook gezellig zitten op één van de vele tuinbankjes in het park. Menig fotograaf komt op deze dag foto’s maken, want daar leent de tuin zich natuurlijk prima voor. Voor de gelegenheid is een aantal vrijwilligers aanwezig dat vragen kan beantwoorden en wordt er door hen een speciale rondleiding verzorgd door de tuinen.
Er heerst een gemoedelijke sfeer en u komt gemakkelijk in contact met andere tuinliefhebbers. Het gazon naast de Oranjerie is omgetoverd tot een gezellig terras waar het goed toeven is.
Let op: betaling alleen met PIN bij de poort. De entree en de koffie/thee/fris met taart worden in 1 transactie met u via een PIN betaling afgerekend.
Meer weten over Ridderhofstad Hindersteyn? Kijk dan op de website https://hindersteyn.nl
Vandaag was Koning Willem-Alexander op bezoek in o.a. Veere. Bij dit eerste bezoek van hem als Koning aan Veere kreeg hij volgens de traditie de vergulde zilveren beker van Maximiliaan II van Bourgondië, Markies van Veere en Vlissingen aangeboden voor een heildronk. Hiermee werd hij bevestigd in zijn historische titel Markies van Veere. Lees meer over de geschiedenis van deze beker op: https://www.zeeuwseankers.nl/verhaal/beker-van-maximiliaan
Vanaf de 13e eeuw was Veere in het bezit van het roemrijke Zeeuwse adellijke geslacht Van Borsselen. Anna van Borsselen bracht in de 15e eeuw Veere door haar huwelijk met Filips van Bourgondië-Beveren in het bezit van zijn familie. Hij stamde uit een bastaardtak van de Hertogen van Bourgondië en was een kleinzoon van Filips III Hertog van Bourgondië, die met de naam Filips de Goede de geschiedenis is ingegaan. Hun kleinzoon Maximiliaan III van Bourgondië (1514-1558) werd Markies van Veere, dankzij Keizer Karel V in 1555, vanwege zijn verdiensten als admiraal en Stadhouder van Zeeland, Holland en Utrecht. Hij overleed kinderloos en vanwege de grote schuldenlast werd Veere uiteindelijk in 1567 verkocht aan Koning Filips II van Spanje. In 1582 volgde de verkoop aan Willem van Oranje en sindsdien is de titel Markies van Veere en Vlissingen vererfd op zijn nakomelingen.
Na de inval van de Fransen in 1795 werd het bezit van Stadhouder Willem V als o.a. markies van Veere en Vlissingen in beslag genomen en werd het markiezaat opgeheven. Sindsdien behoort de titel Markies van Veere en Vlissingen tot de historische titels van de Oranjes en wordt deze niet meer gebruikt. Dit in tegenstelling tot de historische titel Graaf van Buren; Koning Willem-Alexander nam in 1986 deel aan de Elfstedentocht onder de schuilnaam W. A. van Buren. Wel is de traditie in Veere gebleven om ‘hun markies’ bij zijn eerste bezoek uit de vergulde zilveren beker van de eerste Markies van Veere en Vlissingen te laten drinken.
Markiezen binnen de Nederlandse adel: de afvallers
Koning Willem I verleende de titel markies aan leden van de families Arconati Visconti, Du Chasteler, Desandrouin, D’Ennetières, De Harchies, De Maillen, De Merode, Du Mont, Van der Noot, De Radiguès, Rodriguez d’Evora y Vega, De Trazegnies, De la Valette Chabriol, Van de Woestyne en D’Yve. Na de Belgische Opstand in 1830 kozen zij en hun nakomelingen voor de Belgische nationaliteit en gingen daarmee tot de Belgische adel behoren. De titel markies werd ook verleend aan leden van de families D’Auxy en Van Hoensbroeck, maar deze titels vervielen uiteindelijk.
De markies van Heusden: de laatste markies binnen de Nederlandse adel
Daarnaast verleende Koning Willem I in 1815 de titel markies van Heusden aan de Britse Richard Le Poer Trench, 2nd Earl (graaf) of Clancarty, enz. (1767-1837), vanwege zijn inzet voor de belangen van de Koning bij het begin van zijn koningschap. Zijn rechtstreekse nakomeling is Nicolas (‘Nick’) Power Richard Le Poer Trench, 9th Earl of Clancarty, 8th Viscount Dunlo, 8th Baron Kilconnel, 8th Viscount Clancarty, 8th Baron Trench en markies van Heusden. Hij behoort zowel tot de Britse als Nederlandse adel en is de 8e persoon in zijn familie die de titel markies van Heusden heeft.
De markies van Heusden werd geboren in Uxbridge op 1 mei 1952 en studeerde aan de Universiteit van Colorado in Denver en aan de Sheffield Universiteit. Hij was werkzaam als zelfstandig artiest, freelance schrijver en vertaler. In 1995 volgde hij zijn oom, de 8th Earl of Clancarty, enz., enz., en markies van Heusden op en nam hij zitting in het Britse Hogerhuis als erfelijke ‘Peer’. Na de Reform Act van 1999 verviel zijn erfelijk lidmaatschap van het Britse Hogerhuis en deed hij een poging om een gekozen ‘Peer’ in het Hogerhuis te worden, maar dit lukte niet. In 2010 deed hij een tweede poging en sindsdien zit hij als gekozen ‘Crossbench hereditary peer’ in het Hogerhuis. ‘Crossbench peers’ zijn niet gebonden aan een politieke partij.
Nick huwde in 2005 de journaliste Victoria Frances Lambert (1965) en samen hebben zij één dochter: jonkvrouwe Lady Rowena Elizabeth Joy Le Poer Trench (2005). Aangezien de titel markies alleen in de mannelijke lijn kan vererven, zal de titel markies van Heusden na het overlijden van Nick uitsterven.
Het onderstaande verhaal stond in het digitale magazine van AiN, jaargang 1, nr. 2 – april 2017. Dit magazine wordt per mail aan de donateurs van de stichting Adel in Nederland toegestuurd.
Francis (‘Fanny’) Martha barones Nahuys née Hodgson (1810-1882) werd geboren op Beechhouse in Macclesfield in het Verenigd Koninkrijk als dochter van Brian Hodgson en Catherine Houghton, die beiden uit families van grootgrondbezitters stamden. Grootvader Hodgson leefde als een landedelman en had een grote meute windhonden. Daarnaast commandeerde hij jarenlang de vrijwillige cavalerie. Een zusje van haar grootvader was gehuwd met de bisschop van Londen en de familie vertoefde vaak in het bisschoppelijk paleis.
Haar vader was een gepassioneerd jager en was daarnaast bankier. Samen met een neef had hij een bankiershuis gesticht, maar dat ging failliet en “… hoewel hij zijn tegenslagen moedig droeg, had hij niet de kwaliteiten die een geruïneerde heer in staat stelde om op middelbare leeftijd een nieuwe start te maken.” Gelukkig had haar moeder een sterk karakter en waren er hulpvaardige connecties, zodat haar vader slotvoogd van Martello Towers werd.
Haar broers zochten hun geluk in India en in brieven aan haar werd zij altijd ‘Dearest Fanny’ genoemd. Zo schreef één van haar broers in 1825 aan haar: “Mijn lieve Fan! Een brief met datum 23 mei van onze dierbare moeder, geeft mij een charmant verslag van je talenten, werkzaamheden en kundigheden. Je houdt van muziek en bent voorbestemd om er in uit te blinken. Je hebt jezelf die elegante talen Frans en Italiaans eigen gemaakt. Hoe verlang ik er naar om mijn lieve Fanny een Italiaans lied te horen zingen met de smaak en het gevoel van een echte muziekliefhebber!”
In 1839 trad zij in het huwelijk met jonkheer mr. Petrus Cornelis Nahuys (1803-1882). Haar echtgenoot was al jarenlang een goede bekende van haar, want haar oudere zusje Ellen was in 1826 de derde echtgenote van diens vader geworden. Hierdoor werden de beide zusjes stiefmoeder en -dochter van elkaar. Haar schoonvader maakte carrière in Nederlands-Indië en werd uiteindelijk raad van Indië met de rang van generaal-majoor. In 1842 werd hem vanwege zijn vele verdiensten de titel van baron bij eerstgeboorte verleend en na zijn overlijden volgde zijn zoon hem in deze titel op en werd Fanny vervolgens barones Nahuys.
Haar echtgenoot was rechter in de arrondissementsrechtbank en later raadsheer in het gerechtshof in Arnhem. Hij beëindigde zijn carrière glansrijk als commissaris des Konings in Overijssel. De laatste jaren van hun leven woonden zij op het landgoed ’s Heeren Loo in Ermelo en nadat haar echtgenoot in 1882 was overleden, overleed zij in het jaar erop op drieënzeventigjarige leeftijd en werd bijgezet naast haar echtgenoot in de Van Nahuys grafkelder op de oude begraafplaats aldaar.
FRANCES MARTHA HODGSON
DOUAIRIERE Mr P.C. BARON NAHUIJS
GEB. TE MANLESFIELD IN ENGELAND
21 JANUARI 1810
OVERL. OP ‘sHEERENLOO TE ERMELO
22 JULI 1883
Het huwelijk bleef kinderloos en hun bezittingen vererfden op de neven en nichtjes Nahuys. In november van dat jaar werden ‘eenige Nieuwe Schilderijen en geëncadreerde Aquarellen’ uit haar nalatenschap geveild. Het afgebeelde portretje vererfde via een nichtje in de vrouwelijke lijn. Latere generaties hechtten geen waarde meer aan deze en andere Nahuys portretjes en gezamenlijk belandden ze in een kist op een rommelmarkt, waar ze door een gelukkige vinder werden aangekocht.
De buitenplaats ’s Heerenloo met ‘wit marmeren VESTIBULE en GANG, vier ruime BENEDENKAMERS, waaronder groote ZAAL’ en nog meer kamers boven, werd na haar overlijden in veiling gebracht, waarbij het ‘naar den nieuwsten smaak aangelegd PARK’ werd geroemd ‘met zeldzame HEESTERS en CONIFEREN’, een koepel en ‘zeldzaam fraai uitzicht in het park en op de Zuiderzee’ met ‘prachtige vergezichten’ over het water. Ook de ruim 250 hectare bossen, weilanden en akkers gingen onder de hamer.
Literatuur & bronnen
Nederland’s Adelsboek, jaargang 89 (2000-2001). ’s-Gravenhage.
William Wilson Hunter (1896). The life of Brian Houghton Hodgson. British resident at the Court of Nepal. London. De Tijd, 9 november 1883, 4. Het Nieuws van den Dag, 24 augustus 1883, 4.
Eeuwenlang behoorde het geslacht Van Leyden tot de rijkste en meest vooraanstaande inwoners van Leiden. In 1548 werd mr. Adriaen Dircsz. van Leyden (†1562) door Keizer Karel V verheven tot baron des H.R. Rijks, maar hij en zijn nazaten gebruikten deze titel niet. In 1732 werd nakomeling Pieter des H.R. Rijksbaron van Leyden (1666-1736) door Keizer Karel VI verheven tot H.R. Rijksgraaf, maar ook deze titel werd niet gebruikt. Wel noemden de Van Leydens zich vanaf dat moment H.R. Rijksbaron.
Bescheiden waren de Van Leydens echter niet. Zij waren zich bewust van hun vooraanstaande positie en vanaf 1658 tot in 1791 bewoonden zij op het Rapenburg het Huis van Leyden, een stadspaleis dat bekend staat als het grootste huis van Leiden. Hier toonden zij aan hun gasten hun familieportretten en hun kunstverzamelingen. Maar de Van Leydens verzamelden meer: heerlijkheden – en dit deden zij op een schaal die door maar weinig families geëvenaard werd. Door huwelijk en door koop kwamen zij in het bezit van vele heerlijkheden en het leek bijna alsof het voetbalplaatjes waren, die zij verzamelden. Het zorgde er wel voor dat de meeste zonen zich wel ‘heer van X, Y, Z …’ konden noemen en dit droeg bij aan de adellijke allure en status van de familie.
Meerdere Van Leydens waren burgemeester en dienden de stad als burggraven van Leiden. Wie nu de Burcht van Leiden bezoekt, ziet een fraaie poort van Bentheimer zandsteen met daarin o.a. de familiewapens van drie Van Leydens die burggraaf van Leiden waren; geen enkele andere familie slaagde sinds 1651 hierin om zo vaak burggraaf te zijn.
In 1814 werd jonkheer mr. dr. Frédéric Auguste van Leyden, heer van Westbarendrecht, Carnisse en Warmond (1768-1821) benoemd in de Ridderschap van Holland en aldus opgenomen in de Nederlandse adel. Hij werd uiteindelijk minister van Binnenlandse Zaken, gouverneur van Zuid-Holland en lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Hij huwde in 1806 Augusta Leopolda Catharina barones van Pallandt (1778-1844), maar het huwelijk bleef kinderloos, zodat in 1821 het geslacht Van Leyden binnen de Nederlandse adel uitstierf. Wat zichtbaar bleef, is hun stadspaleis, hun collectie familieportretten, hun familiewapen op enkele plekken in de stad Leiden en een rouwbord in de Pieterskerk aldaar.
Afgelopen zaterdag was jonkvrouwe Miems van Citters (88) in oude dracht aanwezig op de opening van de Burghse dag, toen zij door burgemeester Jack van der Hoek compleet verrast werd met deze koninklijke onderscheiding. Zij kreeg deze, omdat zij niet alleen als kunstschilderes en beeldhouwster van betekenis is, maar zij zette zich ook in voor de Zeeuwse Kunstkring en de Soroptimisten. Daarnaast was zij jarenlang mantelzorgster voor haar vader.
Jonkvrouwe Anna Cornelia (’Miems’) van Citters werd geboren op 3 mei 1936 in Burgh als dochter van jonkheer Albert van Citters (1905-2008) en Ida Honorine Stephanie Bolomey (1904-1992). Haar vader stamde uit een Zeeland zeer bekende regentenfamilie en een voorvader werd in 1823 verheven in de Nederlandse adel. Haar vader was in de jaren 1937-1960 burgemeester van Burgh. Haar moeder stamde uit een patriciaatsfamilie uit het Blauwe Boekje en was de dochter van een luitenant-kolonel bij de artillerie. Haar voorvader was de bekende hofschilder van Stadhouder Willem V: Benjamin Samuel Bolomey (1739-1819).
Kunst zat dus in haar genen en al op jonge leeftijd begon zij met tekenen. In haar herinnering begon dit met een rood potlood, dat zij kreeg van de juffrouw van de lagere school, en waarmee zij mocht gaan tekenen. In 1955 begon zij aan Academie des Beaux Arts in Geneve met modeltekenen en in 1956 vervolgde zij haar opleiding aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Hier kreeg zij les in tekenen, schilderen, grafiek, boetseren en monumentaal. Zij kreeg lessen van o.a. Paul Citroen, Rijn Draaier, Dirk van Gelder, Aart van Dobbenburg, Herman Berserik, Dirk Bus, van Haren en Kromjong.
In de jaren 1961-66 was zij docente aan de Vakschool voor meisjes te Goes, Haamstede en Zierikzee en in 1968 werd zij werkzaam bij Monumentenzorg aan de St. Lievensmonstertoren te Zierikzee, onder leiding van de beeldhouwer Philip ten Klooster. Daarna volgde in de jaren 1966-71 reizen naar England, Amerika, Canada, Frankrijk, Italia en Zwitserland, waar zij Dame Barbara Hepworth, Henry Moore, Gerard Class, Elsa Mehuw en Sepp Weiss bezocht. Van 1975 tot 1989 was zij docente aan de Dr. Henri van der Hoeven kliniek te Utrecht.
In voorgaande jaren kreeg zij vele opdrachten voor portretten in olieverf , aquarel, krijt hout en brons, ontwierp grafstenen en maakte beelden in opdracht. In 2000 ontving zij de Jacob Cats prijs. Miems van Citters exposeerde in Nederland, Canada en Engeland en heeft in haar lange carrière als kunstschilderes en beeldhouwster een enorme staat van dienst in de Zeeuwse kunstwereld opgebouwd.
De Heemkundige Kring Bocholt, de Aldenborgh, de kring Weert van het Koninklijk Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap en de Erfgoedgemeenschap Nederweert organiseren samen dit symposium.
Het is dit jaar 500 jaar geleden dat Filips van Montmorency, graaf van Horn, het levenslicht zag en dat is de aanleiding voor het symposium ‘De kat van huis en de duivel op het kussen, graag Filips van Montmorency en zijn powervrouwen’.
Over de graaf is al enorm veel gepubliceerd. Toch heeft recent onderzoek geleid tot een groot scala aan nieuwe gezichtspunten, niet in de laatste plaats over de invloedrijke rol van de vrouwen in het leven van Filips, te weten zijn echtgenote Walburgis en schoonmoeder Anna van Egmond. Vanuit zeer verschillende invalshoeken zal in het symposium nieuw licht op de graaf en zijn vrouwen worden geworpen.
De inleiders zijn Alfons Bruekers, Wim Cuppens, Anneleen Gabriëls, Mart Graef en Lennart Willems. Peter Korten is dagvoorzitter.
Burgemeester Stijn van Baelen zal de middag openen.
Alfons Bruekers ‘Twee geloven op een kussen, daar slaapt de duivel tussen’. En ‘als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel’. Die twee oude gezegden beschrijven eigenlijk precies het huwelijk van Filips de Montmorency en zijn echtgenote Walburgis van Nieuwenaer.
Aan het thuisfront, op het grafelijk kasteel in Weert, had hij het nodige te stellen. Als katholieke dienaar van de koning deelde hij het bed met zijn calvinistische echtgenote Walburgis, en het huishouden met zijn Lutherse moeder, Anna van Egmond. Zelf was hij veel van huis en dan hadden de beide dames in Weert vrij spel. Girl Power!
Dat alles wordt belicht in het perspectief van een eeuwenlange traditie van ups en downs in de relatie van de Hornes met hun onderdanen. Daar kunnen ze vooral in Nederweert over meepraten.
Anneleen Gabriëls Anna Walburgis van Nieuwenaer, dochter van Willem van Nieuwenaer, graaf van Meurs en keizerlijk raadsheer, groeide op in het stadje Meurs tussen de geleerden, diplomaten en hoge edellieden. In 1546 trad ze in het huwelijk met Filips van Montmorency, een huwelijk dat hun vaders hadden gearrangeerd als diplomatieke oplossing voor een opvolgingsgeschil. Walburgis’ vader kon namelijk aanspraak maken op het gebied dat graaf Jan, de laatste graaf van Horn, voor zijn stiefzoon Filips in petto had. In afwezigheid van haar echtgenoot, viel het bestuur van het graafschap terug op haar en haar schoonmoeder. Na de onthoofding van de graaf, was haar toekomst echter onzeker. Ze trouwde opnieuw, dit maal met haar twintig jaar jongere neef, die een cruciale positie had in de Nederlanden en het Heilig Roomse Rijk. Ook dit huwelijk draaide uit in tragedie. Haar tweede echtgenoot overleed wederom op jonge leeftijd.
In de schaduw van de historiografie van de negentiende en twintigste eeuw kreeg Walburgis de stempel van een koudbloedige, onverschillige en zwakke echtgenote. Niets bleek minder waar. Ze had een uitgestrekt intellectueel netwerk en was zelf een hartstochtelijke vertegenwoordigster van het nieuwe geloof. Daarnaast had ze een uitstekend politiek inzicht en was vaak het brein achter politieke allianties. Ze erfde van haar echtgenotes een enorm gebied, waardoor ze een cruciale schakel werd in de Nederlandse geschiedenis.
Hoe ze man en macht verbaasde en haar geraffineerd diplomatiek talent inzette voor haar ambities en crisismanagement, stel ik heel graag voor tijdens het symposium op 22 augustus.
Wim Cuppens Het einde van de dynastie van de machtige van Hornes had veel oorzaken. Niet alleen de executie wegens hoogverraad van de laatste graaf, Filips van Montmorency, maar ook gebrek aan afstammelingen, financieel debacle en familietwisten maakten dat zij al de gebieden verloren waar ze eeuwen heer en meester waren geweest. Ook hun heerlijkheid Bocholt, maar daar bewaren we wel enkele straffe herinneringen aan hun tijd.
Mart Graef Filips van Montmorency is de geschiedenis ingegaan als de graaf van Horn. Samen met de graaf van Egmont en de prins van Oranje vormde hij het driemanschap dat aan het begin stond van de opstand van de Nederlanden tegen Spanje. De grafelijke titel die Filips had geërfd van zijn stiefvader gaf hem, dankzij de inspanningen van zijn moeder, toegang tot de hoogste kringen in Brussel.
Het graafschap Horn, dat ooit gebieden omvatte die nu in Nederlands en Belgisch Limburg liggen, is al eeuwen geleden van de politieke kaart verdwenen. Hoe was het ontstaan, en hoe kwamen de graven van Horn aan hun voorname status, die zich kon meten met die van Egmont en Oranje? Op die vragen zal in deze voordracht worden ingegaan.
Lennart Willems Tijdens de middag over de powervrouwen komt Lennart tussen de lezingen door aan het woord om beeldende kunst rond Walburgis van Nieuwenaar toe te lichten. Het gaat dan over de portretten van Walburgis, de penningen met haar beeltenis, een tekening van kunstenaar Jacques de Gheyn II en een bedelnap die wordt gelinkt aan de graaf van Horn en in het bezit zou zijn geweest van Walburgis.
In de nabijheid van Bensheim ligt, romantisch bovenop een heuvel gelegen, Schloss Schönberg, dat eeuwenlang bewoond werd door de Graven en latere Fürsten Zu Erbach-Schönberg. Omstreeks 1900 was Schloss Schönberg een trefpunt van de Europese hoge adel, dankzij het huwelijk van Gustav Fürst zu Erbach-Schönberg (1840-1908) met Marie Prinses von Battenberg (1852-1923) – en de baronnen Van Heeckeren van Waliën maakten daar deel van uit.
Het verhaal begint bij de vader van Gustav, Ludewig Graaf zu Erbach-Schönberg (1792-1863), die achtereenvolgens twee Nederlandse zusjes huwde: Karoline Alexandrine Friederike Gravin von Gronsfeld-Diepenbroeck (1792-1852) en Karoline Wilhelmine Henriette Friederike Gravin von Gronsfeld-Diepenbroeck (1799-1858).
Zij waren kleindochters van de stichter van de eerste porseleinfabriek in Nederland Bertram Philip Sigismund Albrecht Graaf von Gronsfeld Diepenbroeck (1715-1772) en Amoena Sophia Frederica Gravin zu Löwenstein-Wertheim-Virneburg (1718-1779) (lees meer over dit echtpaar op Weekendtip: ‘Afrikaanse bedienden aan het Haagse hof’ t/m 28 januari in Den Haag – Adel in Nederland). Een derde zusje huwde Walraven Robbert Evert baron van Heeckeren van Waliën (1759-1833) en door dit huwelijk zou deze tak van het geslacht van Heeckeren gedurende enkele generaties deel uit maken van de vorstelijke familieactiviteiten op Schloss Schönberg.
Terug naar Ludewig: zijn enige zoon Gustav huwde de voornoemde Prinses van Battenberg. Hoewel haar familienaam de meesten onbekend zal zijn, kennen velen wel de Engelse versie: Mountbatten. Marie von Battenberg werd geboren uit het huwelijk van Alexander Prins van Hessen en Julia Gravin von Hauke. Het was een huwelijk uit liefde, maar niet op stand. Als telg uit een regerende familie (zijn vader was Groothertog van Hessen) had Alexander een echtgenote uit een regerende familie moeten huwen, maar hij koos voor een Poolse gravin. Hun nakomelingen kregen daarom een andere familienaam en gingen als Prins/Prinses Von Battenberg door het leven. De Battenbergs waren op hun beurt zeer succesvol met hun huwelijken binnen de Europese vorstenhuizen en zo zaten Battenbergs op de troon van Bulgarije, Zweden en Spanje en is bv. Koning Charles III van het Verenigd Koninkrijk een nakomeling door zijn grootmoeder, Alice Prinses von Battenberg.
De broer van Marie von Battenberg werd First Sea Lord (hoofd van de Royal Navy en Naval Service) in het Verenigd Koninkrijk en hij deed in 1917 afstand van zijn Duitse naam en titel en ging vervolgens door het leven als Mountbatten. Diens zoon is de beroemde Lord Louis Mountbatten, die de laatste onderkoning van Brits-Indië zou worden en die in 1979 door de IRA vermoord werd.
Terug naar Marie Fürstin zu Erbach-Schönberg née Prinses von Battenberg. Marie was zeer erudiet en schreef niet alleen haar memoires, maar vertaalde ook boeken. Door haar vorstelijke netwerk werd het op Schloss Schönberg een komen en gaan van hoogadellijke gasten. Het zorgde er ook voor dat haar zoon Alexander in 1900 een vorstelijk huwelijk sloot met Elisabeth Prinses zu Waldeck und Pyrmont – een zusje van Koningin Emma. En bij bijzondere gelegenheden werden de neven en nichten Van Heeckeren van Waliën uit Zutphen uitgenodigd. Zo bleven als getuigen hiervan in het familiearchief menukaarten bewaard en foto’s van de Duitse familieleden.
Wie nu Schloss Schönberg bezoekt, moet zeker de schilderachtig gelegen kerk op de heuvel hier tegenover bezoeken. De bouw hiervan werd in 1828 begonnen en voltooid in 1832 dankzij Ludewig Graaf zu Erbach-Schönberg. Nadat deze kerk in 1900 door brand verwoest werd, werd deze herbouwd door diens zoon Gustav Fürst zu Erbach-Schönberg. Naast deze kerk ligt de familiebegraafplaats van de Erbach-Schönbergs, waar men onder meer de graven aantreft van Ludewig en zijn twee Nederlandse echtgenotes Von Gronsfeld Diepenbroeck en hun zoon Gustav en zijn echtgenote Marie Prinses von Battenberg – nichtje van de baronnen Van Heeckeren van Waliën en oudtante van Koning Charles III van het Verenigd Koninkrijk.
Opm.: John Töpfer, directeur stichting Adel in Nederland, heeft niet alleen de familie Van Heeckeren als onderzoeksproject, maar ook de aanverwante familie Van Gronsfeld Diepenbroeck. Deze familie is in 1918 uitgestorven. Zijn speurtocht naar archivalia bracht hem in archieven in binnen- en buitenland. Bij bezoeken aan nakomelingen in de vrouwelijke lijn in onder meer Mecklenburg, Beieren en Oostenrijk ontdekte hij veel uniek beeldmateriaal van deze kleurrijke en boeiende familie, dat in een toekomstige publicatie voor het eerst in Nederland gepubliceerd zal gaan worden.
Rupprecht Theodor Maria Prins von Bayern, geboren München 6 augustus 2024, zoon van Ludwig Heinrich Prins von Bayern en Sophie Alexandra Prinses von Bayern née Evekink.
Op zaterdag 20 mei 2023 werd in de Theatinerkirche in München door Kardinaal Reinhard Marx, Aartsbisschop van München en Freising, het kerkelijk huwelijk voltrokken tussen de ouders van de jonggeborene, Ludwig Prins von Bayern en de Nederlands-Canadese Sophie Alexandra Evekink.
Z.K.H. Ludwig Heinrich Prins von Bayern (42) is de oudste zoon van Z.K.H. Luitpold Prins von Bayern en echtgenote Beatrix Prinses von Bayern née Wiegand. In de toekomst zal hij het Hoofd worden van het Huis Beieren, dat tot in 1918 als Koningen over Beieren regeerde.
H.K.H. Sophie Alexandra Prinses von Bayern née Evekink (33) werd geboren in Singapore en is de dochter van Dorus Evekink, die als lecturer aan de Maastricht School of Management werkzaam is. Haar moeder is de Canadese Veronica Taylor. De familie Evekink is terug te vinden in het Blauwe Boekje van het Nederland’s Patriciaat. Stamvader Peter Evekinck was aan het begin van de 18e eeuw gemeensman en rentmeester van de stad Doetinchem. In latere generaties waren haar voorvaderen kooplieden. Haar grootvader Theodorus Evekink was makelaar in assurantiën en res. kapitein, terwijl haar overgrootvader mr. Theodorus Evekink kantonrechter in Deventer en president van de krijgsraad in Arnhem was.
Sophie Alexandra is onder meer werkzaam geweest voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken en voor de Verenigde Naties. Vanwege haar Nederlands-Canadese afkomst en haar huwelijk met het toekomstig Hoofd van het Huis Beieren werd er op haar sluier een tulp, een esdoornblad en een leeuw geborduurd. De sluier werd ontworpen door een Oekraïense ontwerper. De bruid droeg hierbij een familiediadeem met diamanten en saffieren (de kleuren van Beieren), dat toebehoord heeft aan de grootmoeder van Prins Ludwig: Prinses Irmingard von Bayern, dochter van Prins Rupprecht, de laatste Kroonprins van Beieren.