Een Engelse uitdrukking is: ‘may you live in interesting times’ en bij het lezen van dit boek schoot mij deze meerdere keren door het hoofd, maar de hoofdpersoon was door zijn vele kwaliteiten ook steeds de juiste man op de juiste plaats.
François Cornelis baron van Aerssen Beijeren van Voshol (1883-1968) was een telg uit een adellijk geslacht dat in de vrouwelijke lijn uit het Huis Beieren van de Graven van Holland afstamde (u weet wel, die van Jacoba van Beieren). Hij begon zijn carrière als marineofficier, werd vervolgens koopman en daarna diplomaat om tenslotte lid van de Raad van State te worden.
Als marineofficier maakte hij van dichtbij een koloniale expeditie op Celebes mee, waarvoor hij met de Militaire Willemsorde werd onderscheiden en dit deel van de biografie geeft een gedetailleerde en boeiende kijk op onder welke omstandigheden jongemannen het Nederlandse beleid in Ned.-Indië moesten uitvoeren.
In zijn tijd als koopman – ‘kolenboer’ noemde hij zichzelf wel – werkte hij mee aan de succesvolle opbouw van Sabang, dat een zeer modern kolenstation voor schepen werd. Dit verhaal is illustratief voor de ondernemingszin van Nederlanders in Ned.-Indië en laat ook zien hoe ondernemend leden van de Nederlandse adel konden zijn – wat dat betreft is het adellijke aandeel in de Nederlandse aanwezigheid in Ned.-Indië een vergeten hoofdstuk, dat nader onderzoek verdient.
De jaren als diplomaat begonnen in Hamburg als consul-generaal en van dichtbij maakte Van Aerssen de opkomst van Hitler mee. Hij werd er uiteindelijk door zijn houding persona non grata, maar werd bevorderd tot gezant in Teheran. De jaren hier laten zien hoe primitief het leven als gezant kon zijn en hoe ver het van de ‘glamour’ kon afstaan. In 1942 volgde zijn benoeming tot gezant in Australië en de beschrijving van deze periode was voor mij echt een eyeopener: niet eerder las ik over de moeizame diplomatieke betrekkingen tussen Australië en Nederland ten gevolge van onze aanwezigheid in Ned.-Indië; een fascinerende geschiedenis, waarin Van Aerssen zich met veel tact en geduld wist te handhaven. Tenslotte werd hij ambassadeur in China, waar hij de Communistische opmars van dichtbij meemaakte. Na zijn pensionering keerde hij terug naar Nederland en sloot hij zijn carrière af als lid van de Raad van State.
De drie verschillende carrières laten zich alledrie lezen als microstudies, waarin we vanuit het perspectief van de hoofdpersoon kijken naar (grote) gebeurtenissen in hun tijd. Hiermee past het boek in de ‘ware hausse’ van non-fictieboeken over families die de laatste jaren verschenen zijn, waarin familiegeschiedenissen verteld worden tegen de achtergrond van historische gebeurtenissen (HP/De Tijd, juni 2016).
Marnix van Aerssen, de auteur en zoon van de hoofdpersoon, schreef met deze biografie een gedetailleerd levensverhaal van zijn vader. Met veel liefde en zorg beschrijft hij zijn leven, plaatst hij de gebeurtenissen in hun tijd en maakt daarbij goed gebruik van secundaire bronnen en literatuur waar mogelijk. Het boek is door de vele familieanekdotes ook het verhaal geworden over het gezin Van Aerssen en de naaste familieleden en is daarmee niet alleen een waardevol tijdsdocument voor de familie zelf, maar ook voor wie geïnteresseerd is in het leven van een adellijk gezin in veranderende tijden.
Link naar meer informatie en bestelmogelijkheid: www.karwansaraypublishers.com/pw/books/overview/driemaal-oost-francois-van-aerssen-beijeren-van-voshol-1883-1968/.