Boekennieuws: ‘Oldengaerde. Het verhaal van een havezate en zijn bewoners’

Afb. 1. Op de voorzijde: het goudleerbehang, waarvan het reliëf voelbaar is. Foto: Drents Landschap / Sake Elzinga

In 2013 verkreeg Het Drentse Landschap, dankzij een uiterst genereuze schenking van de familie Willinge, de havezate Oldengaerde in Westeinde bij Dwingeloo. Deze havezate behoort met zijn indrukwekkende gevel in de Hollandse classicistische stijl tot de mooiste en grootste havezaten in Drenthe.

Oldengaerde wordt voor het eerst vermeld in archiefstukken in de jaren 1420 en 1435 en was eeuwenlang eigendom van het bekende Drentse adellijke geslacht Van Echten en vererfde vervolgens op de adellijke familie Van Dongen. In 1781 moest een Van Dongen het noodgedwongen verkopen en het kwam achtereenvervolgens in het bezit van de families Kiers en Huguenin en Munniks. In 1806 werd jonkheer Aalt Willem van Holthe tot Oldengaarden en Rhebrugge (1780-1854) eigenaar, die met jonkvrouwe Geertruid Agnes van Dedem (1774-1858) gehuwd was. Nadien vererfde het via zijn oudste dochter op zijn kleinzoon Aalt Willem Westra van Holte (1832-1913). Hij stamde uit de patriciaatsfamilie Westra uit het Blauwe Boekje en kreeg de naam Van Holthe van zijn moeder toegevoegd. Via zijn kleindochter Ida Elisabeth Catharina Westra van Holthe (1906-1959), gehuwd met Johan Anton Willinge (1904-1991) vererfde het huis op de familie Willinge en hun dochters schonken het in 2013 aan het Drentse Landschap om zo het huis voor de toekomst te behouden.

Oldengaerde is in de afgelopen zorgvuldig gerestaureerd en ter gelegenheid hiervan verscheen dit boek, waarin verschillende auteurs vanuit hun eigen expertise schrijven over de geschiedenis van het huis. Zo komt de lezer o.a. meer te weten over de ontstaans- en bouwgeschiedenis, de bewoners, de tuinen en het restauratie- en herbestemmingsproces.

Het boek is rijk geïllustreerd, staat vol leesbare informatie en mooie anekdotes en aan de vormgeving is zeer veel aandacht besteed. Zo kunt u op de voorkant van het boek het leerbehang niet alleen zien, maar ook voelen! ‘Oldengaerde. Het verhaal van een havezate en zijn bewoners’ is een monumentaal boek voor een monumentaal huis en is een aanrader om te lezen!

Link naar bestelmogelijkheid en het inkijkexemplaar: https://www.vangorcum.nl/product/100-517_Oldengaerde

Afb. 2. De imposante gevel van Oldengaerde in Hollandse classicistische stijl. Door Gouwenaar – Eigen werk, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=8976476

Het verhaal bij een foto: freule Tindal

Afb. Jonkvrouwe Hélène Marie Wilhelmine Tindal (1862-1905). Coll.  John Töpfer.

Jonkvrouwe Hélène Marie Wilhelmine Tindal werd geboren op 26 juli 1862 “…des morgens ten twee uur…” in ’s-Gravenhage als dochter van jonkheer Willem Frederik Tindal en Maria Tindal née van der Vliet. Zij was het negende kind in het gezin, maar twee broertjes overleden reeds voor ze een jaar oud waren.

Haar vader deed twee dagen later aangifte van haar geboorte en volgens de geboortakte was hij op dat moment “…Ritmeester der Cavalerie, Kamerheer des Konings…” Als getuigen bracht hij een familielid van haar moeder mee, Hendrik Vollenhoven, die referendaris was bij het Departement van Binnenlandsche Zaken en Hugo Ferdinand baron van Zuylen van Nijevelt. Deze was wethouder in ’s-Gravenhage en een goede bekende van haar vader, want ook hij was kamerheer bij Koning Willem III. Net als de andere kinderen in het gezin werd zij gedoopt in de Waalse Kerk in ’s-Gravenhage.

Twee jaar na haar geboorte beviel haar moeder van een levenloze dochter en vijf dagen later overleed zij in het kraambed. Haar vader bleef achter met zeven kinderen, waarvan de oudste op dat moment negentien jaar was en zijzelf pas twee. Een jaar later, in 1865, raakte zij ook haar vader kwijt, toen deze beschuldigd werd van intieme betrekkingen met Koningin Sophie. Hij werd oneervol ontslagen als majoor, ontheven van zijn functie als kamerheer en verliet daarop het land. Hij vertrok naar Mexico en overleed uiteindelijk in 1882 in Brussel.

Hélène en haar broers en zusters werden vervolgens ondergebracht bij familieleden. Vanaf 1879 woonde zij bij een neef van haar moeder en diens echtgenote, het echtpaar Van der Vliet-von Hemert, aan het Westeinde 7 in Amsterdam en de zomermaanden bracht zij door op hun buitenplaats Casa Nova in Overveen. Ter voltooiing van haar opvoeding werd zij naar een Duitse kostschool voor meisjes in Bonn in gestuurd en uit deze periode stamt ook deze foto, die afkomstig is uit een album met leerlingen op deze school.

Volgens haar zusje, die geruchtmakende herinneringen publiceerde onder de titel ‘Achter de schermen’, was zij voortdurend op zoek naar een echtgenoot, maar steeds zonder succes: “Deze kuische jonkvrouw, die nu langzaam maar zeker op de dertig toestevent en die tot nog toe te vergeefs met hare groengrijze kattenpupillen op den uitkijk na een mannelijk offer gezeten heeft, is nu juist niet mijn ideaal van een prettige logé! Venijnig, haatdragend en kwaadsprekend tracht ze altijd den boel in de war te schoppen, om dan in troebel water te visschen. Waarna weet de lezer reeds…”

Hélène bleef ongehuwd en de laatste jaren van haar leven verbleef zij, mogelijk vanwege haar gezondheid, in de Franse badplaats Biarritz. Hier overleed op 28 december 1905 op drieënveertigjarige leeftijd “… tot onze diepe droefheid onze geliefde zuster en behuwdzuster…” jonkvrouwe Hélène Marie Wilhelmine Tindal.

E. Oudshoorn – barones van Pallandt (1930-2024) – de laatste Van Pallandt op Eerde

Afb. 1. Erin Oudshoorn née barones van Pallandt (1930-2024) voor kasteel Eerde. Foto met hartelijke dank aan Harry Woertink/Weblog Oud Ommen. Hier kunt u ook een In Memoriam teruglezen In memoriam Erin Oudshoorn-Barones van Pallandt (1930 – 2024) | OudOmmen.nl

Op zondag 14 januari jl. overleed in Ommen Erin Oudshoorn née barones van Pallandt. Zij werd geboren in Eerde, Ambt-Ommen 28 november 1930 als dochter van Philip Dirk baron van Pallandt, heer van Eerde (1889-1979) en Wilhelmina Maria Voorwijk (1902-1989).

Zij groeide samen met haar jongere zusje Irthe André de la Porte née barones van Pallandt (1933-2017) op landgoed Eerde op, bezocht hier de Quaker school en gaf uiteindelijk als lerares wiskunde zelfs les op Eerde, op de Internationale School Eerde, die zich op het huis gevestigd had. In 1950 trad zij in het huwelijk met Cornelis Oudshoorn (1917-1990), die directeur van deze Internationale School zou worden. Uit hun huwelijk werden drie kinderen geboren, die net als zij zouden opgroeien op Eerde. Ook al was Eerde uiteindelijk geen particulier familiebezit meer, toch bleven Erin en haar zusje Irthe er met hart en ziel mee verbonden – een verbondenheid die, ondanks het verdwijnen nu na ruim drie eeuwen van de Van Pallandt naam op Eerde, thans wordt voortgezet door hun beider nakomelingen in de vrouwelijke lijn.

Eerde: familiebezit sinds 1708
Eerde werd in 1708 gekocht door de kolonel-commandant Johan Warner des H.R. Rijksbaron van Pallandt (1655-1741), die uiteindelijk generaal zou worden. Samen met zijn echtgenote Johanna Elisabeth van Baer (ca. 1660-1723) liet hij op Eerde een nieuw en groots huis bouwen, waarvan de bouw in 1715 voltooid werd. Dit jaartal en het alliantiewapen van het echtpaar Van Pallandt-Van Baer herinneren nog heden in de voorgevel van het huis hieraan.

Afb. 2. Het alliantiewapen Van Pallandt-Van Baer boven de ingang van Eerde. Links het familiewapen Van Pallandt (gedwarsbalkt van zes stukken, zwart en goud), vastgehouden door een schildhouder van de Van Pallandts: een man met zwart haar en een baard, die een hellebaard vasthoudt. Rechts het familiewapen Van Baer (in goud een rode schuinbalk), vastgehouden door een leeuw, de schildhouder van de Van Baers. Links en rechts van het raam militaire symbolen die verwijzen naar de militaire loopbaan van generaal Johan Warner des H.R. Rijksbaron van Pallandt: banieren, kanonnen, kanonskogels, trommels, zwaarden, musketten en trompetten.

Opvallend aan de geschiedenis van Eerde is, dat de rechte verervingslijn regelmatig onderbroken werd, maar dat het streven er steeds op gericht was om Eerde voor de familie Van Pallandt te behouden. De voornoemde generaal had een zoon, maar deze overleed kinderloos en daarom liet hij Eerde vererven op een neef. Ondanks de enorme omvang van uiteindelijk zo’n 1700 hectare van het landgoed, was het vinden van een rijke huwelijkspartner steeds een noodzaak vanwege “…de considerable kosten van onderhoud welk aan dat Perceel vast zijn…”, zoals een Van Pallandt in 1816 al opmerkte. Eerde vererfde daarom in 1823 niet op de oudste zoon, maar op de tweede. Een generatie later was er een gunstig huwelijk met een buitengewoon vermogende freule Van Heeckeren, maar dit huwelijk bleef kinderloos. Een opvolger werd gevonden in een neef, die een vermogende juffrouw Nobel huwde. Hun enige zoon liet Eerde in 1913 bij testament opnieuw na aan een neef: de vader van Erin en Irthe.

Philip Dirk baron van Pallandt erfde in 1913 Eerde van zijn familielid. Naar verluid troffen zij elkaar een enkele keer, toen hij op Eerde werd uitgenodigd om te komen jagen. Het totale bezit werd toen getaxeerd op ruim 1 miljoen gulden (nu: ruim 11,6 miljoen euro). Philip Dirk was op dat moment 23 jaar oud. Het was een erfenis, die rijk aan goederen was, maar zonder bijbehorend vermogen. De vader van Philip Dirk raadde hem de erfenis af, want zonder bijbehorende ruime financiële middelen zou het beheer te grote uitdagingen geven. In 1924 schonk hij Eerde aan de Orde van de Ster van het Oosten en Eerde zou onder leiding van Krishnamurti gedurende een aantal jaren zelfs een middelpunt in de wereld zijn, door de Sterkampen die hier georganiseerd werden. In 1931 kreeg Philip Dirk alles terug geschonken en een lange weg begon voor hem om Eerde voor de toekomst veilig te behouden.

Afb. 3. Eerde met majestueuze schoonheid oprijzend uit de grachten.
Afb. 4. Herfsttaferelen op Eerde met zicht over de slotgracht op het huis dat in 1715 voltooid werd door Johan Warner des H.R. Rijksbaron van Pallandt.

Wiener Ball 3 februari: er zijn nog kaarten te koop (maar wacht niet te lang!)

Afb. 1. De binnenkomst van de 52 debutanten in 2020. Foto met hartelijke dank aan Hans Hampsink.

Het Wiener Ball op zaterdag 3 februari 2024 komt nu snel dichterbij en voor wie nog toegangskaarten wil kopen, moet nu snel zijn, want de belangstelling is dit jaar erg groot! Kaarten zijn heel eenvoudig online te bestellen op de webpagina https://wienerball.huisterduin.com/

Het Wiener Ball vindt ook dit keer plaats in het Grand Hotel Huis ter Duin in Noordwijk en deze locatie staat, zoals altijd, garant voor service en kwaliteit. De aankomende debutanten zijn al weken aan het oefenen met danslessen voor hun debuut, waarbij de jongedames in het wit met diadeem in het haar zullen verschijnen en de jongeheren in rok of uniform.

Voor de perfecte muzikale begeleiding van onder meer de Weense wals staat ook dit keer in de grote zaal het Johan Strauss Ensemble uit Oostenrijk garant. Daarnaast is er een tweede podium waar het combo van de Koninklijke Marechaussee speelt en is er na afloop ook weer de disco, waar de dansvloer nog tot in de late uurtjes geopend is!

Ook u kunt deel uitmaken van deze bruisende avond en genieten van traditie in een feestelijke sfeer! Het Wiener Ball is voor iedereen toegankelijk mits u een kaart heeft gekocht en zich aan de dresscode houdt (dames in het lang en heren in smoking/rokkostuum).

Kijk voor meer informatie over deze unieke avond en de kaartverkoop op de webpagina https://wienerball.huisterduin.com/

Afb. 2. Hunne Keizerlijke en Koninklijke Hoogheden Sandor en Herta Margarete von Habsburg-Lothringen, Aartshertog en Aartshertogin van Oostenrijk, behoorden in 2020 tot de balgasten uit het buitenland. In de afgelopen jaren waren zij al vaker op het Wiener Ball. Foto met hartelijke dank aan Hans Hampsink.
Afb. 3. Links de toenmalige Commandant der Strijdkrachten luitenant-admiraal Rob Bauer met echtgenote Maaike en rechts Commissaris van de Koning in Zuid-Holland Jaap Smit met echtgenote, op het Wiener Ball in 2020. Foto met hartelijke dank aan Hans Hampsink.

Hieronder de openingsdans op het 51e Wiener Ball door de debutanten.

 

Werkgroep Adelsgeschiedenis: webinarreeks Collectioneurs nobles – adellijke verzamelpraktijken in België en Nederland

Afb. Een galerij in het kasteel Beloeil van de Prinsen De Ligne in België met een klein deel van hun verzameling. Coll. Stad Antwerpen, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, K 258731 (M-546a).

De Werkgroep Adelsgeschiedenis (www.adelsgeschiedenis.nl) is opgericht in 1993 en heeft als voornaamste doel het bevorderen van de beoefening van en de kennis over de geschiedenis van de (Nederlandse) adel. Dit doet de werkgroep door middel van het uitgeven van het Jaarboek Virtus en monografieën in de Reeks Adelsgeschiedenis. Daarnaast organiseert de werkgroep symposia om het contact tussen onderzoekers en belangstellenden te vergroten. Ook organiseert ze voor haar leden excursies en webinars.

Op donderdagavond 1 februari, 29 februari en 25 maart is de beurt aan de volgende sprekers.

Programma webinar
20:00 uur: Opening
20:05 uur: Lezing
20:40 uur: Discussie
21:00 uur: Einde webinar

*De Zoom meeting room is vanaf 19:45 uur geopend.

Collectioneurs nobles – adellijke verzamelpraktijken in België en Nederland

Ulrike Müller en Gerrit Verhoeven, 1 februari

Het rariteitenkabinet, de beeldencollectie en de vooroudergalerij waren voor edelen minstens zo belangrijk als de stoeterij en het landschapspark, zo stelt de ten geleide van de nieuwe editie van Virtus | Jaarboek voor Adelsgeschiedenis. Onderdeel van dit gloednieuwe jaarboek van de Werkgroep Adelsgeschiedenis is het dossier Collectioneurs nobles. Continuity and Change in Aristocratic Collecting Practices in Belgium and the Netherlands (1750-1950) dat onder gastredactie van Müller en Verhoeven werd samengesteld. In het dossier passeren de meest markante verzamelaars uit Nederland en België de revue.  Müller en Verhoeven nemen u mee in de wereld achter de rariteitenkabinetten en schilderijenlijsten, in de briefwisselingen en onder de veilinghamer en vertellen u meer over het thema van dit bijzondere dossier.

De verzamelende baron – W.A.A.J. Schimmelpenninck van der Oye, Duivenvoorde en zijn familiecollectie

Simone Nieuwenbroek, 29 februari

Vanaf het moment dat hij in 1912 het landgoed, het kasteel en de familiecollectie in Voorschoten erfde, droeg Willem Anne Assueer Jacob baron Schimmelpenninck van der Oye (1889-1957) zorg voor de geschiedenis die zijn voorouders gedurende ruim zeven eeuwen hadden opgebouwd. Talloze briefjes met genealogische aantekeningen van zijn hand, rekeningen van restauratoren en briefwisselingen laten zien hoe sterk hij zich verbonden voelde met zijn familiegeschiedenis. Daarbij drukte de baron op een bijzondere manier zijn eigen stempel op de ‘collectie Duivenvoorde’: hij deed grote moeite om via veilingen en particuliere verkopen verdwenen delen van de oorspronkelijke familiecollectie terug te brengen op Duivenvoorde. Waarom was de baron zo gedreven om de oude collectie Duivenvoorde te reconstrueren, hoe verschilt dit van de verzamelmotieven van zijn voorouders en hoe kunnen we dit zien in het licht van de identiteitscrisis waarin de Nederlandse adel in de vroege twintigste eeuw verzeild was geraakt?

De Collection de Ramaix – Het corps diplomatique, de adellijke status en de herwaardering van Delfts blauw

Jo Tollebeek, 25 maart

Mis de webinars niet en meld u aan voor de eerste webinar of direct voor de gehele reeks via dit aanmeldformulier: https://forms.gle/y3cs2ThnNorvZgzz9

 

Margriet & Pieter: 57 jaar getrouwd en ‘eerste burger aan het Hof’, maar hoe ‘burgerlijk’ was dit huwelijk?

Afb. Prof. mr. Pieter van Vollenhoven en H.K.H. Prinses Margriet. Een portretfoto ter gelegenheid van de 80ste verjaardag van prof. mr. Pieter van Vollenhoven. Foto met hartelijke dank aan en © RVD – Anko Stoffels

Vandaag vieren H.K.H. Prinses Margriet en prof. mr. Pieter van Vollenhoven hun 57-jarige huwelijk. Van harte gefeliciteerd! Nadat hij in het huwelijk trad met H.K.H. Prinses Margriet was een veel terugkerende opmerking door de jaren heen, dat Pieter van Vollenhoven de eerste burger was die een Oranje huwde. Maar hoe ‘burgerlijk’ was dit huwelijk eigenlijk? En als we naar de groepsfoto kijken van familie, getuigen en bruidspersoneel, zien we dat dan terug?

Afb. 1. Het familiewapen Van Vollenhoven.
Afb. 1. Het familiewapen Van Vollenhoven met het familiemotto Semper Fidelis – Altijd Trouw.

Een ver familielid van Pieter van Vollenhoven (zij delen een 18e eeuwse voorvader) was de diplomaat en oud-gezant dr. Maurits Willem Raedinck van Vollenhoven (1882-1976), die zelf gehuwd was met een Bourbon uit een zijlinie van de Spaanse Koninklijke familie met de titel Duque (hertog) de Durcal. Hij schreef in 1917 een lijvig boekwerk getiteld ‘Het geslacht Van Vollenhoven’, waarin de stamreeks teruggaat tot een Ridder Radinck van Vollenhove, die in 1212 te Zwolle overleed; een fraaie maar zeer fantasievolle stamreeks, zal blijken, die alleen interessant is om bekeken te worden vanuit het perspectief hoe hij destijds aan het belang van een oude en adellijke afkomst hechtte. Op Huis Sparrendaal, waar deze Van Vollenhoven woonde, hangt nog heden een fraai gecalligrafeerde stamboom, die daarvan getuigt.

Afb. 2. Dr. M.W.R. van Vollenhoven, gezant en schijver van het familieboek. Foto met dank aan Nederland's Patriciaat 1926.
Afb. 2. Dr. M.W.R. van Vollenhoven, gezant en schrijver van het familieboek. Foto met dank aan Nederland’s Patriciaat 1926.

Geen adellijke oorsprong dus voor de familie Van Vollenhoven, maar de familie is wel in het blauwe boekje van het Nederland’s Patriciaat opgenomen. In de uitgave van 1925, gewijd aan ‘Rotterdamsche Geslachten’, werd de familie voor het eerst genoemd. In het voorbericht werd de aankondiging gedaan van een blauw boekje “… welke wij bij voldoende belangstelling – waaraan wij niet twijfelen – zeer spoedig ter perse zullen leggen.” Een jaar later was dit al het geval en de grote drijvende kracht achter het artikel over de Van Vollenhovens zal de voornoemde diplomaat zijn geweest, die prominent voorin in kleur staat afgebeeld. Helaas “… is deze genealogie niet zoo volledig als wij wel wenschten”, stond er in de inleiding en dit “Vindt zijn oorzaak in het feit, dat het geslacht in de oudere generatiën de Doopsgezinde leer was toegedaan, waardoor de kerkelijke archieven, voor zoover het doopdata betreft, geen of weinig licht brachten.” De stamreeks begon dan ook pas met een Lubbert, die vermoedelijk identiek was met een Lubbert Anthonisz., die in 1622 in het Kohier van het Hoofdgeld in Schiedam vermeld werd. Er bestond wel enige twijfel hierover, want er werd aan toegevoegd: “… hij moet alsdan hoog bejaard zijn geweest.”

Op pagina 279 t/m 337 wordt vervolgens een overzicht geboden van de verschillende takken van de familie: Van Vollenhoven, Messchert van Vollenhoven, Van der Poorten van Vollenhoven, Snellen van Vollenhoven en Van der Wallen van Vollenhoven. Tussendoor staan foto’s en portretten, waarbij vooral het prominent afgebeelde en door Charles Howard Hodges geschilderde portret opvalt van Johanna Anna van Vollenhoven (1767-1846), die met mr. J. baron van Syrum gehuwd was.

Tot slot is er een bijlage met veertien generaties Van Vollenhovens, die teruggaat tot de reeds eerder genoemde Ridder Radinck van Vollenhove uit 1212. De redactie van het blauwe boekje vermeldde hierbij echter kritisch dat de notaris, die hiervoor de afschriften maakte uit een authentiek stuk uit 1572, niet heel nauwgezet te werk was gedaan, want zij “… trof op tal van plaatsen onjuiste lezingen aan; in de laatste acht regels vonden wij er b.v. meer dan vijftien! De geheel interpunctie is fictie van den notaris.” Over de adellijke allianties van deze veertien generaties schreef men bovendien, dat “… de alliantiën met de Friesche geslachten niet in de bestaande geslachtsregisters van adellijke families zijn terug te vinden.” Hiermee werd de adellijke afstamming door de redactie ontkracht.

Deze vermeende adellijke afkomst werd in 1967 echter, zonder eerder geuite twijfels daarover, opgenomen in de afstammingsreeks van Pieter van Vollenhoven, die in het gedenkboek staat, dat door mr.dr.drs. J.P.D. van Banning ter gelegenheid van het huwelijk van Pieter en Prinses Margriet werd geschreven. De bron voor deze stamreeks was het al eerder genoemde boek van Maurits van Vollenhoven.

Datzelfde jaar werd, nadat het huwelijk tussen Prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven was voltrokken, de familie toevalligerwijs opnieuw opgenomen in het blauwe boekje. Ook dit keer werd er aandacht besteed aan de vermeende adellijke afstamming en de juistheid van de gegevens: “Wij achten de afstamming van het thans wederom behandelde geslacht uit de oudadellijke Overijsselse Van Vollenhovens dan ook nog steeds uitermate dubieus.” Als stamvader werd nu Wolfert Lubbertsz. genoemd, die in de jaren 1578-1622 in Schiedam werd vermeld en schipper was. Zijn nakomelingen waren kooplieden en haringreders. In 1751 huwde een voorvader van Pieter van Vollenhoven, de koopman en touwslager Jan van Vollenhoven (1723-1770), de vermogende Rotterdamse regentendochter Maria van der Hoeven (1730-1798). Een familielid van haar werd in 1815 in de Nederlandse adel verheven met het predikaat jonkheer. Met dit huwelijk kregen de Van Vollenhovens toegang tot het bestuur, want hun oudste zoon werd raad en vroedschap, en later burgemeester van Rotterdam, terwijl een tweede zoon (voorvader van Pieter van Vollenhoven) raad en vroedschap, en later wethouder aldaar werd. Zo kwamen enkele Van Vollenhovens op de grens van de oude en nieuwe tijd op het pluche te zitten.

In de 19e en 20e eeuw is er bij de Van Vollenhovens een klein aantal huwelijken met adel (Backer, Berg, De Gijselaar, Van de Poll, Van Styrum), maar deze beperken zich vooral tot de tak van de reeds eerder genoemde diplomaat Maurits van Vollenhoven. Verder zijn er vooral veel huwelijken met vergelijkbare families uit de blauwe boekjes, zoals ook in de tak waar Pieter van Vollenhoven toe behoort, waarbij het grote aantal huwelijken opvalt met Rotterdamse geslachten. Over de tak van Pieter van Vollenhoven volgt hieronder uitgebreide informatie.

Afb. 3. De ouders van Pieter van Vollenhoven: Pieter van Vollenhoven en Jacoba Gijsberta Stuyling de Lange. Foto met dank aan Max Koot/RVD.
Afb. 3. De ouders van Pieter van Vollenhoven: Pieter van Vollenhoven en Jacoba Gijsberta Stuyling de Lange. Foto met dank aan Max Koot/RVD.

De overgrootvader van Pieter van Vollenhoven
De wijnkoper Pieter van Vollenhoven (1828-1896), was gehuwd met Cornelia Rijshouwer (1833-1904). Zij was de dochter van een directeur van een distilleerderij en haar familie werd in 1925 in het blauwe boekje genoemd met de vermelding: “De genealogie van dit geslacht is in bewerking.” Het moet een uitgebreide genealogie zijn, want deze is nog steeds niet verschenen, maar door deze vermelding kan de familie Rijshouwer wel tot het patriciaat gerekend worden.

De grootvader van Pieter van Vollenhoven
De graanfactor en lid van de firma Bingham & Co Willem Jan van Vollenhoven (1862-1926), huwde Auguste Philippine Buck (1869-1948). Haar vader was makelaar in koffie en lid van de firma Leonard Jacobson & Zoon, en haar familie is terug te vinden in het blauwe boekje.

De vader van Pieter van Vollenhoven
De directeur van Bingham & Co. N.V. Pieter van Vollenhoven (1897-1977) huwde Jacoba Gijsberta Stuyling de Lange (1906), die de dochter was een advocaat en rechter-plv. De familie De Lange is een patriciaatsfamilie uit het blauwe boekje, die al in de 17e eeuw tot aanzien kwam en Jacoba Gijsberta verkreeg samen met haar zusje in 1974 naamswijziging door de toevoeging van de naam Stuyling.

Overige familieleden uit de tak waaruit Pieter van Vollenhoven stamt
Ook de enige broer van Pieter van Vollenhoven, Willem Jan van Vollenhoven, huwde met iemand uit het blauwe boekje, Joanna Louise van Ommeren, die uit een bekende Rotterdamse redersfamilie stamde. Verder zijn er in de naaste familie nog twee oudtantes, die met partners uit de patriciaatsfamilies Blom en Moll trouwden. Eén oudoom huwde buiten het blauwe boekje met een meisje Rochussen, maar mogelijk behoorde zij tot de familie waarvan de opname in het blauwe boekje in 1925 werd aangekondigd, maar die nooit verwezenlijkt werd. Van de vijf huwelijken van nakomelingen van dit echtpaar Van Vollenhoven-Rochussen, waren er drie met leden van de patriciaatsfamilies Dutilh, Van Heek en Van Stolk.

Wat zeggen deze huwelijken en genoemde functies nu over de maatschappelijke positie van de familie Van Vollenhoven?

Historica en schrijfster drs. Reinildus E. van Ditzhuyzen – zelf afkomstig uit een patriciaatsfamilie en misschien kleurt dit enigszins haar volgende uitspraak – zei over de families in het blauwe boekje eens het volgende: “Het Nederlandse patriciaat is vergelijkbaar met adel in andere landen. De familie Van Vollenhoven staat minimaal op één lijn met de Von Amsbergs (de familie van Prins Claus – schr.), als het niet hoger is.” Voor een klein aantal families binnen het blauwe boekje geldt dit zeker, maar voor de grote meerderheid zeer zeker niet. Met deze opmerking gaat zij voorbij aan het gegeven dat aan de familie van Prins Claus wel degelijk adeldom is verleend in 1891 en aan de Van Vollenhovens niet. Ook aan de huwelijken en functies bij de Von Amsbergs gaat zij voorbij: In de laatste drie generaties sloten deze huwelijken met vooral oude adel en ook vervulden zij traditionele elite-functies in de advocatuur, het leger en aan het Hof. Kijken we tot slot naar de kwartierstaat van Prins Claus, dan zien we dat hij acht adellijke overgrootouders had, waarvan er vier tot de oude adel en vier tot jonge adel behoorden.

Dr. Vincent A.M. van der Burg, oud-Tweede Kamerlid, oud-voorzitter van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde en elite-onderzoeker, zei eens: “Als de familie Van Vollenhoven Duits was geweest was ze al lang in de adelstand verheven, met titel en al, vanwege de verdiensten van de familieleden” en ook dit behoeft enige nuance. In Nederland voldeden de Van Vollenhovens niet aan de verschillende criteria, zoals het behoren tot een familie die voor 1795 minimaal drie generaties lang zitting had in het bestuur van één van de stemhebbende steden, om in de adel verheven te worden, maar ook in Duitsland zouden zij niet verheven zijn. Ook hier golden zekere criteria, waarbij Hof, leger, hoge posities bij de overheid en in handel of industrie een aanbeveling waren, maar de Van Vollenhovens waren vooral plaatselijke notabelen met hier en daar een enkele ambtsdrager als burgemeester of gezant.

Dr. Jaap Moes, schrijver van ‘Onder Aristocraten’, heeft het in zijn onderzoek naar de ‘Nationale notabelenelite 1848-1914’ over vier groepen: adel, oud patriciaat, zelfbenoemd (of nieuw) patriciaat en andere burgers. Over dit ‘zelfbenoemd patriciaat’ zegt hij onder meer dat dit deftige families zijn, die in 1848 nog niet eerder bestuurlijke macht uitoefenden en dat deze zichzelf vaak een aristocratisch aureool gaven door dubbele namen of een bezit van een buitenplaats. Bij de familie Van Vollenhoven zie je dit zeker terug met vier verschillende dubbele achternamen binnen de familie: Van der Poorten van Vollenhoven, Messchert van Vollenhoven, Snellen van Vollenhoven en Van der Wallen van Vollenhoven. De al vaker genoemde diplomaat Maurits van Vollenhoven had dan wel geen dubbele achternaam, maar was wel heer van Cleverskerke, fabriceerde een indrukwekkende adellijke stamreeks en huurde de buitenplaats Sparrendaal.

Samenvattend kun je zeggen: de familie Van Vollenhoven is één van de ruim 1800 patriciaatsfamilies in Nederland en maakte (en maakt) als plaatselijke notabelen deel uit van de nationale elite en sommige familieleden zijn door werk, huwelijk en netwerk deel gaan uitmaken van de regionale en landelijke elite.

Afb. 4. Prinses Margriet en mr. Pieter van Vollenhoven met hun naaste familie, getuigen en bruidspersoneel. Foto met dank aan Max Koot/RVD.
Afb. 4. Prinses Margriet en mr. Pieter van Vollenhoven met hun naaste familie, getuigen en bruidspersoneel. Foto met dank aan Max Koot/RVD.

Wie is wie op de huwelijksfoto met familie, getuigen en bruidspersoneel?
Op de groepsfoto van Prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven met hun familie, getuigen en bruidspersoneel zie je mooi terug hoe adel en patriciaat door huwelijk, werk en netwerk samenkomen:

1. H.K.H. Prinses Beatrix
2. Z.K.H. Prins Claus (1926-2002)
3. H.M. Koningin Juliana (1909-2004)
4. H.K.H. Prinses Christina, bruidsmeisje
5. Jacoba Albertine Christine Ruth Wilhelmine (‘Coosje’) van der Hoeven, kleindochter van de particulier secretaris van Koningin Juliana
6. Z.K.H. Prins Bernhard (1911-2004)
7. H.K.H. Prinses Margriet
8. Mr. Pieter van Vollenhoven
9. Jonkheer Arnoud Jan de Beaufort
10. Jacoba Gijsberta van Vollenhoven née Stuyling de Lange (1906-1983), uit een patriciaatsfamilie, moeder van Pieter van Vollenhoven
11. Willem Jan van Vollenhoven (1897-1977), vader van Pieter van Vollenhoven
12. Joanna Louise van Vollenhoven née van Ommeren, uit een patriciaatsfamilie, schoonzusje van Pieter van Vollenhoven
13. Willem Jan van Vollenhoven (1934-2006), broer van Pieter van Vollenhoven, getuige, later bankier en commercieel directeur van de Havenbank
14. Willem Fredrik Jacob Mörzer Bruyns (1913-1996), uit een patriciaatsfamilie, kapitein bij de Maatschappij ‘Nederland’, getuige
15. Charlotte Clara Veronica (‘Lot’) barones Bentinck, (studie)vriendin van Prinses Margriet, bruidsmeisje, haar grootvader was als opperstalmeester, grootmeester en kamerheer i.b.d. aan het Hof verbonden geweest
16. Marguerite Michelin (1908-1983), dochter van een predikant en (studie)vriendin van Koningin Juliana, getuige (zij was bruidsmeisje bij het huwelijk van Juliana en Bernhard)
17. Fokje Margaretha Brandsma, (studie)vriendin van Prinses Margriet, bruidsmeisje, zij zou later dat jaar in het huwelijk treden met mr. Floris Aernout Bierman
18. Dr. Louis Joseph Maria Beel (1902-1977), Minister van Staat, vice-president van de Raad van State, getuige
19. H.K.H. Prinses Irene
20. Z.K.H. Carel Hugo Prins de Bourbon Parme (1930-2010)
21. Mr. Floris Aernout Bierman, uit een patriciaatsfamilie, jeugdvriend van Pieter van Vollenhoven, bruidsjonker, later Business Unit Manager van de business unit Zout binnen de divisie Zout en Basischemie van het concern Akzo Nobel
22. Prof.mr. Jan Volkert Rypperda Wierdsma (1904-1981), uit een patriciaatsfamilie, getuige
23. Lt.Gen. Heije Schaper (1906-1996), staatssecretaris, oud-Chef Militair Huis van de Koningin, getuige
24. Mr. Jan Otto Lodewijk (‘Jol’) baron van Boetzelaer, (studie)vriend van Pieter van Vollenhoven, bruidsjonker, later directeur Smith New Court Securities
25. Mr. Philip Houben, uit een patriciaatsfamilie, jeugdvriend van Prinses Margriet, bruidsjonker, later burgemeester van Maastricht.

Gebruikte bronnen:
Nederland’s Adelsboek, diverse jaargangen
Nederland’s Patriciaat, diverse jaargangen
Dr. M.W.R. van Vollenhoven, Het geslacht van Vollenhoven (1917)
Drs. Reinildis E. van Ditzhuyzen, Het huis van Oranje (1997)
Dr. Jaap Moes, Onder Aristocraten (2012)
Mr.dr.drs. J.P.D. van Banning, Het huwelijk van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Margriet (1967)
Dorine Hermans, Pieter van Vollenhoven, Burger aan het hof (2003)

Bent u ook geïnteresseerd in adellijk erfgoed en nieuws en wilt u de werkzaamheden van onze stichting ook in 2024 mogelijk blijven maken? Word dan voor 17,50 euro per jaar donateur van onze Stichting Adel in Nederland door een mail te sturen naar info@adelinnederland.nl.  U ontvangt dan dit jaar  drie keer ons digitale magazine boordevol informatie. Daarnaast krijgt u korting op en voorrang bij door AiN georganiseerde excursies. De Stichting Adel in Nederland heeft de Culturele ANBI-status en hierdoor kunt u als donateur bij de opgave voor de inkomstenbelasting giftenaftrek krijgen.

Renze RTL4: het verschil tussen Zwaluwenburg en Zwaluwenberg

Afb. 1. De Zwaluwenburg

Gisteravond ging het in de talkshow Renze op RTL 4 over de locatie waar de PVV, VVD, NSC en BBB zich hebben teruggetrokken om te vergaderen: Zwaluwenberg. Terwijl de voordelen werden genoemd van het op een besloten plek vergaderen en het interieur werd geroemd, werd er op de achtergrond een foto geprojecteerd van de buitenkant van het huis. Dit betrof echter Zwaluwenburg en niet Zwaluwenberg.

Zwaluwenburg
Zwaluwenburg (oorspronkelijk Zwaluwenborg genaamd) is een landgoed in de gemeente Elburg en vlakbij het dorp ‘t Harde gelegen. Het huis werd in 1728 gebouwd door Anthonie Swier van Haersolte, heer van Elsen, Bredenhorst, Staverden en Zwaluwenburg (1690-1733) en Coenradina Wilhelmina van Dedem (1701-1751). Beiden stamden uit riddermatige families. Het werd in grootse stijl gebouwd met een voorplein met twee bouwhuizen, die door twee gebogen galerijen met daarboven een balustrade verbonden zijn met het huis. Bovenin het halfronde fronton zal oorspronkelijk het alliantiewapen Van Haersolte-Van Dedem hebben gezeten, maar dit werd in latere tijden vervangen.

Naast het beheer van zijn goederen was Anthonie lid van de Ridderschap in Overijssel, kwartierschout van Oisterwijk, commandeur van Philippine en raad in de admiraliteit van West-Friesland. Daarnaast was hij commandeur van de Duitsche Orde in Utrecht. Het echtpaar kreeg vier dochters en een zoon en deze laatste, Coenraad Willem van Haersolte (1727-1799), volgde zijn vader als heer van Elsen, Bredenhorst, Staverden en Zwaluwenburg op. Een generatie later werd het bezit onder zijn zoons verdeeld en werd uiteindelijk Zwaluwenburg verkocht.

Zwaluwenberg
Zwaluwenberg is een landgoed in de gemeente Hilversum. Het huis werd in 1916 in de Engelse landhuisstijl gebouwd door jonkheer Ernest de Pesters (1868-1955) en Grace Mac Coll (1884-1933), die van Schotse afkomst was. Boven de entree werd het familiewapen De Pesters aangebracht met links en rechts een Engelse roos en een Nederlandse tulp om de herkomst van het echtpaar te illustreren. Het echtpaar woonde hier met hun drie dochters en zoon en werd omringd door personeel.

Een voorvader van Ernest de Pesters werd in 1706 door Keizer Joseph I in de Rijksadelstand verheven en in 1814 werd de familie opgenomen in de Nederlandse adel. Ernest de Pesters was directeur van de Amstelbrouwerij, die door zijn vader en oom Van Marwijk Kooy werd opgericht. De succesvolle groei van de Amstelbrouwerij maakte deze landadellijke levensstijl mogelijk en het huis werd gebouwd om op grote voet te kunnen leven en te ontvangen. Zo was Grace de Pesters een groot liefhebster van ballet en trad zelfs de beroemde ballerina Anna Pavlova hier in het huis op.

Na het overlijden van Grace de Pesters verliet de familie het huis, maar bleef tot in 1951 eigenaar. In dat jaar werd het verkocht aan de Staat der Nederlanden en werd het in gebruik gegeven aan de inspecteur-generaal der Krijgsmacht Z.K.H. Prins Bernhard, die er al sinds 1946 zijn kwartieren had. In 1966 werd uiteindelijk het familiewapen De Pesters boven de entree verwijderd en werd dit aan de familie De Pesters ter beschikking gesteld.

Afb. 2. De voorzijde van Zwaluwenberg. Foto met dank aan en door Pvt pauline – Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=19396318

Het verhaal bij het Schimmelpenninck graf in de Bergkerk: een zoon eert zijn vader

Afb. 1. Het graf van Gerrit Schimmelpenninck (1725-1804) in de Bergkerk in Deventer.

Van mr. Rutger Jan Schimmelpenninck (1761-1825), heer van Nijenhuis, Peckedam en Gellicum, Comte (graaf) de l’Empire, stammen alle huidige graven en jonkheren Schimmelpenninck af. Hij werd geboren in Deventer en groeide hier op in een huis aan De Brink. Zijn vader, Gerrit Schimmelpenninck (1725-1804), was in Deventer wijnkoper. Het huis van de familie Schimmelpenninck is nog steeds te zien op De Brink en in de voorgevel herinnert een herdenkingssteen aan Rutger Jan Schimmelpenninck: RUTGER JAN SCHIMMELPENNINCK RAADSPENSIONARIS DER BATAAFSE REPUBLIEK GEBOREN TE DEVENTER 31 OCTOBER 1761 GROEIDE OP IN DIT HUIS.

Afb. 2. Gerrit Schimelpenninck (1725-1804). Portret door Louis-Léopold Boilly. Foto met dank aan collectie RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis/179182.

Rutger Jan had in de Franse tijd een stormachtige carrière en bracht het in de jaren 1805-1806 tot raadspensionaris van Nederland, waarmee hij veel invloed kreeg. De enkele jaren geleden verschenen biografie over hem door Edwina Hagen kreeg dan ook als titel ‘President van Nederland. Rutger Jan Schimmelpenninck 1761-1825’.

Deventer was hij toen al lang ontgroeid, maar toen zijn vader, Gerrit Schimmelpenninck, in 1804 overleed, kocht hij een dubbel graf in het koor van de Bergkerk in Deventer en liet op de grote grafzerk trots het familiewapen uitbeitelen met de familiespreuk HONOS ANTE DIVITIAS (eer voor rijkdom).

Enkele jaren daarvoor waren juist in opdracht van de overheid alle familiewapens op zerken en gebouwen weggehakt in het kader van de leuze van de Franse Revolutie ‘Vrijheid, gelijkheid, broederschap’. Daardoor is dit nu de enige zerk in deze kerk met een familiewapen en valt hij niet alleen op door zijn grootte, maar ook door zijn heraldieke pracht – een blijvend eerbetoon van een zoon aan zijn vader.

Afb. 3. Het huis waar Rutger Jan Schimmelpenninck op De Brink in Deventer opgroeide. 
Afb. 4. Boven de deur het familiewapen Schimmelpenninck: in zilver twee afgewende schuingekruiste zwarte sleutels.

Hoog water: jonkheer Van Grotenhuis verdronken

Afb. 1. Jonkheer H.M.J.F.E. van Grotenhuis (1890-1920). Foto part. coll.

In december 1918 werd jonkheer Henri Maria Joseph Franciscus Edmundus van Grotenhuis op 28-jarige leeftijd burgemeester van Angerlo, na eerst gemeente-secretaris in Borne te zijn geweest. Naast zijn burgemeesterschap was hij lid van de Ridderschap van Gelderland.

Op woensdag 14 januari 1920 zorgde het hoge water in de rivieren er voor dat de wegen naar Angerlo onder water stonden. Na een bezoek op woensdagavond aan de sociëteit te Doesburg besloot jonkheer Van Grotenhuis toch in het donker over de ondergelopen weg naar huis in Angerlo terug te fietsen. Terwijl hij door het water fietste, heeft hij waarschijnlijk de naastliggende diepe sloten niet kunnen onderscheiden. Hierdoor kwam hij in een sloot terecht en verdronk.

Pas op maandagmiddag, op de vijfde dag van zijn vermissing, vond men na lang dreggen de fiets en het lichaam van de jonkheer. Jonkheer Van Grotenhuis werd slechts 29 jaar oud. Op donderdag 22 januari werd in alle eenvoud zonder bloemen de “… innig geliefde Zoon en Broeder…” begraven op het R.K. Kerkhof van Gendringen, waarbij de burgemeesters van Wehl, Gendringen en Dinxperlo aanwezig waren, evenals enkele officieren uit het garnizoen te Doesburg – mogelijk degenen waarmee hij zijn laatste borrel genuttigd had in de herensociëteit van Doesburg.

Afb. 2. Het familiegraf Van Grotenhuis in Gendringen, dat in 1943 vernieuwd werd. De verdronken burgemeester van Angerlo ligt hier begraven met zijn vader, die burgemeester van Gendringen was, zijn moeder en enkele (jonggestorven) broers en zusjes.