Onderstaand verhaal is één van de verhalen die in het digitale magazine van AiN heeft gestaan. Bent u ook benieuwd naar dit digitale magazine? Voor 17,50 euro per jaar wordt u donateur en steunt u ons in onze werkzaamheden. U ontvangt dan vier keer per jaar het digitale magazine en krijgt voorrang bij door AiN georganiseerde excursies. Voor meer informatie mail naar nieuwsbrief@adelinnederland.nl.
Wie in de grote zaal van kasteel Heeswijk de portrettengalerij van de familie Van den Bogaerde van Terbrugge bekijkt, ziet daar tussen al deze adellijke allure ook het portret hangen van Jacoba Jansen (1842-1915), in de wandeling ‘Juffrouw Koosje’ genaamd. Koosje werd geboren als Jacoba Janssen, dochter van de hoofdonderwijzer van Heeswijk en kreeg een relatie met jonkheer Donat Thédore Albéric van den Bogaerde van Terbrugge (1829-1895).
Zij woonden ongehuwd samen op het kasteel Nemerlaer en ontvingen hier hun vrienden, die zelfs op hun beider verjaardagen werden uitgenodigd. Hun gasten waren steeds vol lof over hun gastvrijheid en zo schreef één van hen: ‘Jhr. en Mejuffrouw. Hiermede mijn woorden m.i. nagekomen te zijn, zeg ik UEd (Uw Edele – red.) dank voor de goede ontvangst, ’t gulle onthaal en den aangenamen kout (conversatie – red.)…’
Na het overlijden in 1890 op kasteel Heeswijk van de broer van jonkheer Albéric verhuisde hij met juffrouw Koosje naar kasteel Heeswijk. Hier overleed hij in 1895, nadat hij enkele uren voor zijn overlijden kerkelijk gehuwd was met juffrouw Koosje; zo kon hij op zijn sterfbed toch nog de laatste sacramenten ontvangen.
Voor Koosje was bij testament goed gezorgd: zij kreeg een toelage van 500 gulden per maand en het recht om de kastelen Heeswijk en Nemerlaer te blijven bewonen met daarin alle aanwezige meubelen. Hier lieten de erfgenamen uit de familie Van den Bogaerde het niet bij zitten en in 1896 werd zij afgekocht voor 61.500 gulden (nu ruim 850.000 euro) onder de voorwaarde o.a. dat zij de kastelen binnen twee maanden verlaten zou hebben.
En hoe het verder ging met de nu vermogende juffrouw Koosje? Zij huwde, inmiddels vierenvijftig jaar oud, datzelfde jaar Johannes Hendrikus van Balkom, die drieëntwintig jaar jonger was dan zij. Als smid had hij in het poortgebouw van kasteel Heeswijk gewoond en kende hij het spreekwoord ‘een ijzer in het vuur hebben’ blijkbaar goed. Hij had geduldig zijn tijd afgewacht en trouwde nu een vermogende vrouw. Juffrouw Koosje overleed in 1915 tweeënzeventig jaar oud. En haar weduwnaar? Hij hertrouwde twee jaar later op tweeënvijftigjarige leeftijd met een bruid van eenentwintig jaar en kreeg met haar zes kinderen.
Het portret van Juffrouw Koosje hangt tegenwoordig tussen de familieportretten in de grote zaal op kasteel Heeswijk – een plek waar zij in het verleden niet tussen hoorde, maar waar het heel terecht nu wel hangt.
Bron o.a.: R.W.A.M. Cleverens (1991). Kasteel Heeswijk en de geslachten Van den Bogaerde van Terbrugge en De Looz-Corswarem. Heeswijk.