De zaak Delphine Boël (3), door jonkheer mr. Dolph Boddaert

Afb. Het wapen Boël. Afbeelding met dank aan Mimich – Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=9102615.

Het laatste artikel over de zaak Boël in Adel in Nederland dateert van 20 mei 2017 (zie: https://www.adelinnederland.nl/zaak-delphine-boel-2-jonkheer-mr-dolph-boddaert/). In dat artikel moest worden bericht, dat de vorderingen van Delphine Boël tot ontkenning van het vaderschap van haar wettige vader Jacques Boël en de vaststelling van het vaderschap van koning Albert II waren afgewezen door de rechtbank in Brussel.

Delphine is van deze uitspraak in beroep gegaan bij het Gerechtshof in Brussel en met succes. In een uitvoerig gemotiveerde uitspraak van 25 oktober 2018 heeft het Hof beslist, dat Jacques Boël niet meer de wettige vader is van Delphine. Bovendien heeft het Hof beslist, dat koning Albert II DNA zal moeten afstaan, ten einde vast te stellen of hij inderdaad de natuurlijk vader is van Delphine.

De procedure bestond uit twee onderdelen.

In de eerste procedure had Delphine gevorderd, dat de wettelijke band met Jacques Boël zou worden verbroken. Jacques Boël had zelf ingestemd met deze vordering van Delphine. Hij had zich vrijwillig onderworpen aan een DNA – test, die aangaf, dat hij niet de verwekker van Delphine is geweest. Maar koning Albert II was in deze procedure als procespartij tussengekomen en had betoogd, dat het bezit van de wettige staat en de integratie in een familiestructuur aan toewijzing van de vordering in de weg zou staan. De Rechtbank was met deze redenatie meegegaan.

Het Gerechtshof heeft nu beslist, dat koning Albert helemaal niet bevoegd was om in deze procedure tussen te komen. Een procedure tot ontkenning van wettigheid kan alleen worden gevoerd door het kind zelf, door de moeder, door de wettige vader of door een man die beweert de natuurlijke vader te zijn. Maar een man, die juist beweert, dat hij niet de natuurlijke vader is, heeft met deze procedure niets te maken, aldus het Hof. Verder achtte het Hof het in overeenstemming met de wettelijke bepalingen en met het Mensenrechtenverdrag om de wettelijke status in overeenstemming te brengen met de biologische werkelijkheid.

De tweede procedure strekte tot vaststelling van het vaderschap van koning Albert II. Deze kon alleen slagen, wanneer de wettelijke band tussen Delphine en Jacques Boël zou zijn verbroken. Nu hierover een beslissing is gevallen, rest nog slechts de vraag of koning Albert II inderdaad de verwekker van Delphine is geweest. En het Hof heeft nu beslist, dat koning Albert DNA materiaal zal moeten afstaan aan een daartoe aangewezen deskundige. Koning Albert II heeft drie maanden de tijd om van de uitspraak in cassatie te gaan.

Bergen 6 november 2018