In december 1918 werd jonkheer Henri Maria Joseph Franciscus Edmundus van Grotenhuis op 28-jarige leeftijd burgemeester van Angerlo, na eerst gemeente-secretaris in Borne te zijn geweest. Naast zijn burgemeesterschap was hij lid van de Ridderschap van Gelderland.
Op woensdag 14 januari 1920 zorgde het hoge water in de rivieren er voor dat de wegen naar Angerlo onder water stonden. Na een bezoek op woensdagavond aan de sociëteit te Doesburg besloot jonkheer Van Grotenhuis toch in het donker over de ondergelopen weg naar huis in Angerlo terug te fietsen. Terwijl hij door het water fietste, heeft hij waarschijnlijk de naastliggende diepe sloten niet kunnen onderscheiden. Hierdoor kwam hij in een sloot terecht en verdronk.
Pas op maandagmiddag, op de vijfde dag van zijn vermissing, vond men na lang dreggen de fiets en het lichaam van de jonkheer. Jonkheer Van Grotenhuis werd slechts 29 jaar oud. Op donderdag 22 januari werd in alle eenvoud zonder bloemen de “… innig geliefde Zoon en Broeder…” begraven op het R.K. Kerkhof van Gendringen, waarbij de burgemeesters van Wehl, Gendringen en Dinxperlo aanwezig waren, evenals enkele officieren uit het garnizoen te Doesburg – mogelijk degenen waarmee hij zijn laatste borrel genuttigd had in de herensociëteit van Doesburg.