Op 9 maart 2016 heeft de minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur uitspraak gedaan op het bezwaarschrift van Carlos prins de Bourbon de Parme tegen de beschikking waarbij aan zijn zoon Carlos Hugo Klynstra naamswijziging in De Bourbon de Parme was toegestaan. Het bezwaarschrift is ongegrond verklaard en binnenkort zal deze naamswijziging bij Koninklijk Besluit bekend worden gemaakt, zodat Carlos Hugo als prins de Bourbon de Parme in het filiatieregister van de Hoge Raad van Adel ingeschreven kan worden. Wij hebben jonkheer mr. Dolph Boddaert, oud-advocaat en lid van de Raad van Advies van Stichting Adel in Nederland, bereid gevonden hierop een toelichting te geven.
Prins Carlos Hugo de Bourbon junior
Carlos prins de Bourbon de Parme geboren in 1970 heeft enige jaren een relatie gehad met Brigitte Klynstra, geboren in 1959. Brigitte raakte in verwachting en op 20 januari 1997 is in Nijmegen haar zoon geboren, die bij de burgerlijke stand is aangegeven als Carlos Hugo Roderik Sybren Klynstra, in de wandeling Carlos Hugo. Het kind was voor Carlos ongewenst: Kort na de geboorte verklaarde hij, dat het een “zelfstandige beslissing van Brigitte was om moeder te worden”. Brigitte heeft Carlos al in een vroeg stadium gevraagd om mee te werken aan een akte, waarbij hij zijn vaderschap zou erkennen, maar dit werd door Carlos geweigerd. Hij verklaarde dat het “uitgesloten was, dat er een familierechtelijke betrekking tussen hem en het kind zou komen”.
Op 25 juni 1998 heeft Brigitte een verzoek ingediend bij de rechtbank Zutphen om vast te stellen, dat Carlos de vader is van Carlos Hugo (artikel 1:207 B.W.). Carlos heeft in deze procedure wel verweer gevoerd, maar zijn vaderschap niet betwist.
De Rechtbank heeft eerst op 9 juli 1998 een tussenbeschikking gewezen. Daarbij is een bijzonder curator voor Carlos Hugo benoemd, om de minderjarige in rechte te vertegenwoordigen. (artikel 1:212 B.W). De zaak is daarna mondeling behandeld op de zitting van 18 maart 1999, en op 1 april 1999 is een eindbeschikking gewezen. Daarbij heeft de Rechtbank in rechte vastgesteld, dat Carlos de vader van Carlos Hugo is. De Rechtbank heeft hierbij overwogen, dat voorop staat het belang van de minderjarige om te weten van welke ouders hij afstamt, en dat daaraan geen twijfel zal bestaan.
Deze uitspraak heeft tot gevolg, dat Carlos Hugo met terugwerkende kracht tot zijn geboorte de status heeft van kind van zijn vader. In sommige publicaties wordt steeds weer vermeld, dat het zou gaan om een “onwettig” dan wel “buitenechtelijk” kind. Deze terminologie is onjuist. Op 1 april 1998 is het Burgerlijk Wetboek gewijzigd. Vanaf die datum bestaat er geen enkel verschil meer tussen kinderen, die buiten het huwelijk, dan wel binnen het huwelijk geboren zijn. Sinds die datum is ook de mogelijkheid van “wettiging” afgeschaft. Deze wetswijziging kwam niet uit de lucht vallen. Al in 1979 is in het bekende Marckx arrest door het Europese Hof in Straatsburg vastgesteld, dat het maken van onderscheid tussen “wettige” en “niet – wettige” kinderen in strijd is met het mensenrechtenverdrag. Het Burgerlijk Wetboek is hieraan aangepast. Anno 2016 worden er meer kinderen buiten, dan binnen huwelijk geboren. Het komt dan ook onjuist en discriminerend voor om nog steeds te spreken over “buitenechtelijke kinderen”.
Carlos Hugo is dus gewoon een kind van zijn vader. In geval van overlijden van zijn vader heeft hij aanspraak op een gedeelte van zijn nalatenschap. Verder is de vader zo nodig gehouden om gedurende de minderjarigheid van Carlos Hugo in zijn onderhoud te voorzien. Uit persberichten valt af te leiden, dat Carlos aan deze verplichting heeft voldaan.
Er werd geen akte van naamkeuze opgemaakt. Carlos was destijds niet bereid eraan mee te werken dat Carlos Hugo zijn naam en titel kreeg. Hierdoor bleef Carlos Hugo vooralsnog de naam van zijn moeder houden.
Maar volgens de wettelijke bepalingen kon Carlos Hugo, nadat hij de leeftijd van 18 jaar had bereikt, op de destijds gemaakte keuze terugkomen. (artikel 1:7 B.W. en artikel 5 van het “Besluit regels voor geslachtsnaamwijziging”, K.B. van 6 oktober 1997). Al kort na de geboorte van Carlos Hugo is er door specialisten in het familierecht op gewezen, dat dit zou gaan gebeuren, en dat Carlos daarom zijn zoon beter direct had kunnen erkennen.
Carlos Hugo heeft vrij kort na het bereiken van de 18-jarige leeftijd, op 18 maart 2015, dit verzoek tot naamswijziging ingediend en met succes. De Minister van Justitie heeft op dit verzoek op 14 september 2015 positief beslist, in die zin, dat hij voornemens is een voordracht te doen voor een Koninklijk Besluit, strekkende tot inwilliging van het gedane verzoek. Deze mededeling geldt als een beschikking (volgens art. 1:7 lid 6 B.W.), die vatbaar is voor bezwaar en beroep. Het uiteindelijke K.B. is niet meer vatbaar voor bezwaar en beroep.
Carlos heeft tegen de beschikking van de Minister een bezwaarschrift ingediend. De tekst van dit bezwaarschrift is niet bekend gemaakt. Men kan slechts gissen naar de inhoud hiervan.
De Minister heeft op 9 maart 2016 uitspraak gedaan op het bezwaarschrift, waarbij de bezwaren van Carlos ongegrond zijn verklaard, en de oorspronkelijke beschikking is gehandhaafd.
Deze uitspraak was zonder meer te verwachten omdat het verzoek tot naamswijziging van Carlos Hugo geheel in overeenstemming is met de betreffende wettelijke bepalingen. Artikel 5 van het “Besluit regels geslachtsnaamwijziging” bepaalt luid en duidelijk: “op verzoek van een meerderjarige wordt zijn geslachtsnaam gewijzigd”. In artikel 4 (dat een andere situatie beschrijft) wordt nog bepaald, dat het verzoek wordt afgewezen indien een betrokkene weigert hiermee in te stemmen. Artikel 5 kent die bepaling niet.
Tegen de beschikking van de Minister staat nog beroep open bij de Rechtbank. Mocht dat geen resultaat opleveren, dan volgt er een Koninklijk Besluit, waarbij Carlos Hugo de naam en de adellijke titulatuur van zijn vader krijgt en zal worden aangeduid als “Zijne Koninklijke Hoogheid Carlos Hugo Roderik Sybren prins de Bourbon de Parme”.
Bergen 10 maart 2016
Dolph Boddaert