Overleden Mr. Frans Jozef Pieter Marie baron van Hövell tot Westervlier en Wezeveld, geboren Vught 23 maart 1950, overleden Breda 7 januari 2016.
In Memoriam
Zelf schreef hij zijn naam altijd als ‘Van Hövell tot Westerflier’ en toen ik hem daar eens naar vroeg, schudde hij licht geërgerd zijn hoofd en verzuchtte dat hij de naam veel te lang vond en bovendien onjuist, want de naam van het huis in Diepenheim was immers Westerflier en niet Westervlier. Frans Jozef Pieter Marie werd geboren op 23 maart 1950 te Vught als baron van Hövell tot Westerflier, maar zijn vader vroeg twaalf jaar later samen met andere familieleden naamsverbetering aan en op 24 oktober 1962 werd deze gewijzigd in Van Hövell tot Westervlier en Wezeveld.
Zijn vader, mr. Arnold Marie Jozef baron van Hövell tot Westervlier en Wezeveld, was een telg uit een oudadellijk Overijssels geslacht, waarvan de stamvader in 1374 voor het eerst vermeld werd met de naam Rolof van Hovele. Eeuwenlang bekleedden zijn voorouders bestuurlijk functies, beheerden zij hun bezittingen en werden verschreven in de Ridderschap van Overijssel, totdat hen hier de toegang tot geweigerd werd, omdat zij na de Reformatie de moederkerk trouw bleven. De havezate Westerflier kwam door het huwelijk begin 17e eeuw met de erfdochter Elisabeth van Heerdt tot Westerflier in de familie, maar werd in 1719 verkocht. Het Wezeveld werd in 1705 door koop familiebezit en bleef dit vervolgens eeuwenlang. In 1815 werd een voorvader wederom benoemd in de Ridderschap van Overijssel en vijf jaar later werd de titel van baron voor de familie erkend.
Zijn moeder, jonkvrouwe Walburga Antonia Maria von Fisenne, stamde uit een oud Luiks geslacht van hoge ambtenaren, waarvan de stamvader omstreeks 1480 geboren werd. In 1701 werd een voorvader door Keizer Leopold I erkend in de H.R. Rijksadelstand en in 1866 werd haar grootvader ingelijfd in de Nederlandse adel met het predikaat van jonkheer.
Hij groeide op in Vught met twee oudere zusjes en een oudere broer en vier jaar na hem werd er nog een zusje geboren. Zijn vader was rechter in de Arrondissementsrechtbank te ’s-Hertogenbosch en werd hiervan later vicepresident. Ook was hij jarenlang lid van de Hoge Raad van Adel.
Na zijn middelbare schoolopleiding voltooid te hebben, ging hij rechten studeren in Leiden en werd vervolgens eerst gemeenteambtenaar in Bemmel en later advocaat en procureur in Nijmegen, waarvan de laatste jaren in Breda. Met zijn juridische kennis was hij het NKS Kenniscentrum voor Kasteel en Buitenplaats tot grote steun en als vrijwilliger ondersteunde hij de directie bij het schrijven van bezwaar- en beroepschriften, waardoor meerdere keren aantasting van een buitenplaats of een bedreigd kasteel voorkomen kon worden. Eén van de hoogtepunten was de kasteelplaats van de Stoutenburg die zo behouden kon worden. Om de doelstellingen van de NKS ook na zijn overlijden te kunnen blijven ondersteunen, werd deze door hem bedacht met een zeer gewaardeerd legaat.
In de loop der jaren werd zijn belangstelling voor de beeldende kunst en museologie steeds groter en hiervoor ging hij zelfs terug in de collegebanken. Daarnaast had de adelsgeschiedenis zijn grote interesse en was hij jarenlang een trouw deelnemer aan excursies en symposia van de Stichting Werkgroep Adelsgeschiedenis, waar hij steeds een zeer geïnteresseerde gesprekspartner was over wat er op deze dagen verteld werd. De laatste jaren was daarbij ook AiN onderwerp van gesprek tussen ons beiden, waarbij hij waardevolle adviezen gaf. Ook zijn familiegeschiedenis kon rekenen op zijn grote belangstelling en met veel genoegen vertelde hij dat de familiedag het afgelopen jaar op historische grond plaatsvond: de havezate Westerflier in Diepenheim.
Op 7 januari 2016 kwam hij onverwachts te overlijden: “Verdrietig geven wij kennis van het plotselinge overlijden van onze lieve broer, zwager, oom en oud-oom Mr. Frans Jozef Pieter Marie baron van Hövell tot Westervlier en Wezeveld.” Baron Van Hövell werd vijfenzestig jaar en wordt diep betreurd door zijn zusjes, broer, schoonzusje, neven, nichtjes en verdere familieleden die “… hem zullen blijven herinneren als iemand die zich altijd betrokken voelde bij onze gezinnen.”
De plechtige uitvaart vond plaats op vrijdag 15 januari in de kerk O.L.V. ten Hemelopneming te Joppe, waarvan de eerste steen in 1866 gelegd werd door zijn overgrootvader Van Hövell, die ook de bouw financierde en die op het nabijgelegen Huis Joppe woonde. Aansluitend vond de bijzetting plaats op het kerkhof waar zovelen van zijn familieleden rusten en dat gedomineerd wordt door de familiegrafkelder van zijn overgrootouders Van Hövell-Boreel de Mauregnault, waarboven zich een obelisk verheft als symbool van standvastigheid en deugd.
Gebruikte bronnen o.a.: meerdere jaargangen van het Nederland’s Adelsboek en ‘Kasteel & Buitenplaats’ september 2016, jaargang 18, nr. 54.