Carolina Johanna Jacoba (‘Roline’) Gräfin zu Castell-Rüdenhausen née Hintzen werd geboren op 7 december 1952 in Rotterdam en werd vernoemd naar haar grootmoeder Carolina Johanna Jacoba Hintzen née Pels Rijcken. Haar vader, George Herman Hintzen, was een telg uit een patriciaatsfamilie uit het Blauwe Boekje. Haar moeder, Agneta Gerarda Krantz, stamde uit een geslacht, dat eveneens in het Blauwe Boekje vermeld staat.
De familie Hintzen stamt uit het Duitse Varel en in de eerste helft van de 19e eeuw vestigde een voorvader zich in Amsterdam. In de volgende generatie werd een voorvader lid van de Firma R. Mees & Zoonen, wethouder in Rotterdam en Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Diens zoon, de grootvader van Roline, werd eveneens lid van de Firma R. Mees & Zoonen en huwde een meisje Pels Rijcken, die een barones Van Heeckeren van Brandsenburg tot overgrootmoeder had – een gegeven dat haar verwant maakte aan haar toekomstige echtgenoot. Met hem deelde zij de gemeenschappelijke voorvader Jacob Derk van Heeckeren, heer van Ruurlo, Enghuizen, Brandsenburg en Barlham (1665-1749), die onder meer landdrost van Zutphen was.
Het gezin Hintzen-Krantz zou zich uiteindelijk in Sint-Michielsgestel vestigen en bewoonde daar het huis Zegenwerp, een historisch landhuis uit de 18e-eeuw met grote ramen in Empirestijl en een klassiek fronton. Hier kwam in 1972 Christian zu Castell-Rüdenhausen deel uitmaken van het gezin.
Christian Friedrich Casimir Graf zu Castell-Rüdenhausen (1952-2010) was een zoon van de 4e Fürst Zu Castell-Rüdenhausen en werd geboren op Schloss Rüdenhausen in Duitsland. Via zijn grootmoeder, een Gravin Bentinck, was hij een nakomeling van de familie Van Heeckeren van Wassenaar op kasteel Twickel. Kasteel Twickel en de bijbehorende bezittingen werden door ‘tante Mieschen’ in 1953 ondergebracht in een stichting en na haar overlijden in 1975 kreeg Graaf Christian het woonrecht in een zijvleugel. Daarom verhuisde hij naar Nederland, werd werkzaam bij de Van Lanschot Bank in Amsterdam, waarvan zijn toekomstige schoonvader één van de directeuren was, en werd vervolgens opgenomen in het gezin Hintzen-Kranz, om de Nederlandse taal te leren spreken.
Het leidde uiteindelijk tot hun huwelijk en op 17 september 1977 werd dit ingezegend in de Nederlands Hervormde kerk in Vught. Kranten spraken over een ‘sprookjeshuwelijk’ en ruim zestig verwanten uit de vorstelijke familie Zu Castell-Rüdenhausen en grafelijke familie Zu Solms-Laubach (de familie van de moeder van Graaf Christian) waren naar Nederland afgereisd. Onder de bruiloftsgasten bevond zich ook Z.K.H. Prins Louis Ferdinand van Pruisen, kleinzoon van Keizer Wilhelm II en Chef de Famille van het Huis Hohenzollern. Een zoon van hem was gehuwd met het zusje van Graaf Christian, maar zijn aanwezigheid kwam ook voort uit persoonlijke vriendschap.
Roline droeg een bruidsjurk die door een naaister van de familie Zu Castell-Rüdenhausen gemaakt was, met een eeuwenoude sluier en een diadeem uit de familie Zu Solms-Laubach. Na de kerkelijke inzegening vond er een huwelijksreceptie op huis Zegenwerp plaats, terwijl de avond ervoor een groot diner op kasteel Ammersoyen was, waar natuurlijk Frankensekt geschonken werd van het eeuwenoude familiewijngoed: Castell-Herrenberg.
Na hun huwelijk woonden Roline en Christian aanvankelijk eerst in Amsterdam, maar nadat de restauratie van kasteel Twickel voltooid was, bewoonden zij hier de zijvleugel met hun twee zoons en dochter en volgden er ‘vele goede en gelukkige jaren op kasteel Twickel’, aldus het College van Regenten, medewerkers en vrijwilligers van Stichting Twickel in hun annonce na haar overlijden. Hoewel zij geen eigenaar waren, waren zij voor de buitenwereld wel het gezicht van Twickel en vervulden deze representatieve rol op waardige wijze. Met veel tact werd Graaf Christian met zijn inbreng uiteindelijk van grote betekenis voor Twickel. Samen werden zij het ‘hart van Kasteel Twickel’ genoemd. Gravin Roline was degene die muziek op het kasteel bracht – een passie die haar steeds zou blijven kenmerken; zo nam zij tijdens de huwelijksdienst van één van haar zoons zelf plaats achter de vleugel in de kerk van Delden.
Na het overlijden van haar echtgenoot in 2010 maakte zij plaats voor de volgende generatie op kasteel Twickel en betrok zij huis Bagatelle in Delden, een neo-classicistisch huis uit ca. 1870, dat deel uitmaakt van het goederenbezit van de Stichting Twickel. Ook in deze jaren wordt zij door haar kinderen en kleinkinderen herinnerd om haar muziek, originaliteit en liefde. Hier, in Delden, overleed zij na een periode van afnemende gezondheid op 30 juni 2024. De afscheidsdienst vond plaats in de kerk van Delden, waarna de rouwstoet te voet vertrok naar de begraafplaats. Hier werd, tegenover de grafkelder Van Heeckeren van Wassenaar, Carolina Johanna Jacoba Gräfin zu Castell-Rüdenhausen née Hintzen herenigd met haar echtgenoot Christian Friedrich Casimir Graf zu Castell-Rüdenhausen.