Overleden Eugène ridder de Stuers, geboren 14 juli 1934 Bir el Mellah (Marokko), overleden Bad Kreuznach (Duitsland) 3 februari 2016.
In Memoriam
Eugène ridder de Stuers werd geboren op 14 juli 1934 te Bir el Mellah in Marokko. Zijn vader, jonkheer Eugène Hendrik Eduard de Stuers, was een telg uit een geslacht dat teruggaat tot begin 17e eeuw in het Vlaamse Nieuwkerken. In 1791 werd een voorvader door Keizer Leopold II van Oostenrijk in de Zuid-Nederlandse adel verheven met de persoonlijke titel van ridder, maar hiervan werd hij vervallen verklaard vanwege het niet-lichten van het diploma. Eén van zijn zoons werd in 1843 verheven in de Nederlandse adel met de titel van ridder bij eerstgeboorte en van hem is Eugène ridder de Stuers een rechtstreekse nakomeling. Naast militairen en diplomaten was er ook een sterke kunstzinnige kant in de familie en zo bracht de familie een concertzangeres, een conservator van het Rijksmuseum en de bekende jonkheer mr. Victor de Stuers voort, de grondlegger van de Nederlandse Monumentenzorg.
Zijn moeder, Carolina Adriana barones van Wassenaer, was van het kasteel Hoekelom afkomstig en stamde uit het oud-adellijk geslacht Van Wassenaer, waarvan de stamvader Philips van Wassenaer in 1200 genoemd werd als getuige van graaf Dirk VII van Holland. Zijn nakomelingen noemden zich Van Duvenvoirde naar het kasteel Duvenvoorde waar zij heer van waren, maar in de 17e eeuw werd de naam Van Wassenaer weer aangenomen, nadat de hoofdtak was uitgestorven. De familie voerde eeuwenlang de titel van baron, maar deze werd in de Franse Tijd verboden. In 1822 werd voor een voorvader de titel van baron erkend.
Drie jaar na hem werd er nog een zusje geboren en hij groeide met haar op in Marokko, eerst in Safi, later in Ain Djemaa, waar zijn vader planter was. In 1948, hij was toen veertien jaar, besloten zijn ouders uiteen te gaan. Beiden hertrouwden. Zijn moeder met de Fransman Georges Alphonse Marie Seux en zijn vader met de Française Maud Anne Marie Frédérique uit de grafelijke familie le Gallic de Kerizouët. Door deze huwelijken kreeg hij er in de jaren die volgden nog drie zusjes en een broertje bij. Zijn ouders bleven in Marokko wonen, waar zijn vader inmiddels industrieel was geworden, maar hij en zijn oudste zusje vertrokken vanwege hun opleiding naar Nederland en gingen in Schiedam wonen. Nadat hij deze voltooid had, vestigde hij zich als kweker in het Franse Plan de Grasse. In latere jaren woonde hij in Montauroux, tot hij een reizend bestaan ging leiden en zich uiteindelijk in Dockweiler in Duitsland vestigde.
In 1981 werd hij na het kinderloos overlijden van zijn verre achterneef, de conservator van het Rijksmuseum dr. Charles Hubert ridder de Stuers (1894-1981), opvolger in de titel van ridder en werd daarmee de 5e ridder als rechtstreekse nakomeling van François Vincent Antoine 1e ridder de Stuers (1792-1881). Tegelijkertijd werd hij hierdoor de ‘chef de famille’, omdat alle andere en oudere takken van de familie inmiddels in de mannelijke uitgestorven waren.
In zijn laatste levensfase verbleef hij in de Pro Seniore Residenz Salinen in Bad Kreuznach, waar hij liefdevol verzorgd werd en waar hij op 3 februari kwam te overlijden: “In lieve en goede herinnering nemen wij afscheid van onze broer en oom.” Eugène ridder de Stuers werd eenentachtig jaar en wordt diep betreurd door zijn zusters, broer, zwager, neven, nichten en verdere familieleden. Het afscheid vond plaats op 8 februari in het Bestattungshaus Bechter in Bad Kreuznach.