Afb. 1. Mellina Anna Alberda van Nijensteyn (1756-1822), gehuwd met mr. Johan Hendrik baron Mollerus, heer van Westkerke en Wulpendaal (1750-1834).
Enige tijd geleden wist de stichting Adel in Nederland (AiN) een klein portretje op een veiling aan te kopen. Het betreft een pastelportretje van Mellina Anna Alberda van Nijensteyn (1756-1822), die een dochter was van de Groningse jonker Mello Alberda van Nijensteyn, heer van Nijensteyn, en Anna Christina van Echten.
Mellina huwde in 1777 mr. Johan Hendrik baron Mollerus, heer van Westkerke en Wulpendaal (1750-1834), die een indrukwekkende bestuurlijke carrière had en onder meer minister van staat en vice-president van de Raad van State zou worden. In 1816 werd hij in de Nederlandse adel verheven en in 1820 volgde de titel baron bij eerstgeboorte.
Wat het portretje bijzonder maakt, is dat het tot voor kort in privébezit was en dat het bestaan ervan bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) onbekend was. Wel is hier een portret van haar echtgenoot geregistreerd. Van het echtpaar Mollerus-Alberda van Nijensteyn stammen alle jonkheren en baronnen Mollerus af en daarom kan Mellina als een stammoeder beschouwd worden.
Op vrijdag 7 juli a.s. gaat AiN het portretje overdragen aan de Menkemaborg in Groningen, dat een dependance is van het Groninger Museum. De Menkemaborg werd eeuwenlang bewoond door de jonkers Alberda van Menkema, familie van Mellina Alberda, en hier zijn vele herinneringen aan haar familie bewaard gebleven, zoals het portret van haar grootvader.
Maakt u deze schenking mede mogelijk?
U kunt op vrijdag 7 juli bij deze overdracht aanwezig zijn als u een donatie doet, waarmee deze aankoop en schenking mede mogelijk zal worden. Er is een ontvangst met koffie en thee, er wordt u iets meer verteld over Mellina Alberda en de Menkemaborg en natuurlijk krijgt u de gelegenheid om de schoonheid van de Menkemaborg met de omringende tuinen zelf te aanschouwen. Over uw donatie kunt u contact met ons opnemen via info@adelinnederland.nl.
Afb. 2. De Menkemaborg in Groningen: van 1682 tot in 1902 in het bezit van de Groninger jonkers Alberda van Menkema. In 1927 werd de borg opengesteld als museum.
Afb. 1. Twee zilveren onderborden, beide met het alliantiewapen Van Heeckeren-Hope, die bij grote diners onder de porseleinen borden werden geplaatst; werden de borden verwisseld na iedere nieuwe gang, dan bleef de tafel niet leeg en kon men op deze zilveren onderborden de wapens van het echtpaar Van Heeckeren-Hope bewonderen. Foto met hartelijke dank aan het Venduehuis in Den Haag.
Op dinsdag 20 juni eindigt de online Exclusive Jewellery & Watches and Fine Silver veiling bij het Venduehuis in Den Haag, met o.a. twee zilveren onderborden met het alliantiewapen Van Heeckeren-Hope. Lees het verhaal hierbij hieronder en kijk voor de online catalogus om te zien wat er verder geveild wordt op https://auctions.venduehuis.com/nl/#/auctions/ba86a1f1-ba0f-4f8f-818e-7b1c9f217a62?lot_status=all
Afb. 2. Hendrik Jacob Carel Jan baron van Heeckeren, door Narcisse Garnier – Geheugen van Nederland :Home: Info, Publiek domein.
Hendrik Jacob Carel Jan baron van Heeckeren (1785-1862) werd geboren in een familie die eeuwenlang in de graafschap Zutphen de meest invloedrijke was. Vanaf 1625 was het bijna altijd een Van Heeckeren, die landdrost van Zutphen was en aan het hoofd van het bestuur stond. Zijn vader, Evert Frederik baron van Heeckeren, was onder meer heer van Enghuizen en in dit bezit zou hij zijn vader opvolgen. Zijn moeder, Henriette Jeanne Susanne Marie des H.R. Rijksgravin van Nassau La Lecq, stamde uit een bastaardtak van de Nassau’s en was een rechtstreekse nakomelinge van Prins Maurits, een zoon van Willem van Oranje. Als erfdochter bracht zij Beverweerd en Odijck in de familie en ook in dit bezit zou Hendrik opvolgen.
Afb. 3. Elisabeth Hope, door Narcisse Garnier – http://beeldbank.cultureelerfgoed.nl/
Elisabeth Hope (1794-1860) stamde uit de internationaal vermaarde bankiersfamilie Hope. Haar vader, John Williams Hope, begon zijn carrière als klerk met de naam John Williams bij Hope & Co en werd uiteindelijk geadopteerd door de legendarische bankier Henry Hope (1735-1811), die hem niet alleen zijn naam gaf, maar hem ook zijn enorme fortuin naliet. Haar moeder, Ann Goddard, was een nichtje van Henry Hope. Hoewel het een gedroomd huwelijk leek, was het niet gelukkig en Ann verliet uiteindelijk haar gezin en volgde haar grote liefde, een adellijke officier, met wie zij na het overlijden van haar echtgenoot ook zou huwen.
In 1816 traden Hendrik en Elisabeth in het huwelijk. Hendrik was op dat moment adjudant van Koning Willem I en lid van de Ridderschap van Gelderland. In latere jaren werd hij lid van de Provinciale Staten van Gelderland en lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, maar het beheer van zijn uitgestrekte bezittingen, die hem tot één van de grootste grootgrondbezitters in Nederland maakte, vroeg van hem zijn meeste aandacht.
Met het geld van de Hope’s introduceerde hij vernieuwingen in de landbouw en maakte gebruik van bv. nieuwe mestmethoden. Hij investeerde daarnaast in het fokken van ossen- en schapenrassen. Ook werd het grondbezit fors uitgebreid. In 1821 werd Sonsbeek bij Arnhem aangekocht en startte hij hier grootschalige verfraaiingen aan het huis en het park. Zo werd hier de befaamde Grote Waterval aangelegd voor het kolossale bedrag van 70.000 gulden – hiervoor kocht men in die tijd een klein landgoed. In 1836 werd de verbouwing van kasteel Beverweerd voltooid en ook hier werd het park uitgebreid verfraaid.
Afb. 4. Een detail van één van de twee zilveren borden, met goed zichtbaar (links) het familiewapen Van Heeckeren en (rechts) het familiewapen Hope. Foto met hartelijke dank aan het Venduehuis in Den Haag.
Het grootste bouwproject was Enghuizen. In 1843 volgde na twintig jaar werkzaamheden de feestelijke intocht onder drie erebogen van het echtpaar Van Heeckeren-Hope, die met hun twee kinderen in een koets door de uitgelopen dorpsbevolking van Hummelo enthousiast werd ontvangen. Het kolossale nieuwe landpaleis lag in een groot landschapspark, dat tijdgenoten ‘het schoonste oord onzes landes’ noemden. Bovenin de gevel prijkte trots het alliantiewapen Van Heeckeren-Hope, de scheppers van al deze pracht, dat ook op de zilveren onderborden is gegraveerd.
Koning Willem II dineerde er, in de zomer van 1848 logeerde Koningin Anna Paulowna hier zelfs enkele weken en vele gasten zouden volgen. In 1860 overleed Elisabeth van Heeckeren-Hope en twee jaar later haar echtgenoot Hendrik van Heeckeren. Bij zijn overlijden schreef men over hem dat hij ‘onder de rijkste ingezetenen van het land behoorde’. Zijn bezittingen werden geschat op 6 ½ miljoen gulden.
Afb. 4. Enghuizen in Hummelo, gebouwd door het echtpaar Van Heeckeren-Hope. Bovenin de voorgevel is het alliantiewapen Van Heeckeren-Hope te zien. Foto G.L. Hasseleij Kirchner, 1891. Collectie beeldbank Nederlandse Kastelenstichting.
Afb. 1. Thijs Blankevoort, directeur Bubb Kuyper Veilingen in Haarlem, overhandigde het Van Heerdt-Clignett archiefje aan John Töpfer, directeur stichting Adel in Nederland. De portretfoto betreft barones Van Heerdt-Clignett.
Onlangs kocht de stichting Adel in Nederland op een veiling bij Bubb Kuyper Veilingen in Haarlem een klein archief van baron en barones Van Heerdt-Clignett en gisteren heeft John Töpfer, directeur stichting Adel in Nederland, dit archief in ontvangst mogen nemen. Naast een fraaie portretfoto van barones Van Heerdt bevat het archief persoonlijke brieven, herinneringen uit Ned.-Indië, genealogische aantekeningen en zeer aardige voorbeelden van de teken- en schildervaardigheden van baron Van Heerdt. Een publicatie over deze zaken volgt in de toekomst in het magazine van AiN.
Bubb Kuyper Veilingen organiseert sinds 1986 twee keer per jaar veilingen van boeken, manuscripten, documenten, enz., waarbij steeds weer bijzondere zaken op adellijk gebied worden aangeboden. Het veilinghuis is een gewaardeerde Vriend van AiN en steunt ons in onze werkzaamheden. Voor meer informatie, kijk op https://www.bubbkuyper.com/
Gistermiddag ging de reis door naar het Groninger Museum om het pastelportretje van een Groningse freule over te dragen. Ook dit is door AiN op een veiling aangekocht en krijgt, na conserverende maatregelen, een veilige, nieuwe plek op de Menkemaborg. Meer hierover leest u binnenkort op onze website!
Afb. 2. In de hal van het Groninger Museum: John Töpfer met het portretje van een in Groningen teruggekeerde freule. Het portretje zal binnenkort op de Menkemaborg een nieuw, passend thuis gaan vinden.
Afb. Huis Westerveld in Elden, ansichtkaart part. coll.
Mr. Cuno baron van Voorst tot Voorst, uit het bericht hiervoor, werd geboren op het huis Westerveld in Elden onder Nijmegen. Het huis kwam in de familie door het huwelijk van zijn moeder Barbara Catharina Josephina Debets (1818-1889), erfdochter van Westerveld, met zijn vader Eduwardus Ludovicus baron van Voorst tot Voorst (1810-1891).
Na hun overlijden vererfde het op hun zoon Walter (1844-1922), maar “…de sobere levenswijze van zijn familie namen…” hij en zijn echtgenote “… niet volledig over”, aldus het familieboek. Hun zoon, wederom een Walter (1882-1951), leefde op nog grotere voet en had zelfs zijn eigen renpaarden.
Dit alles kon niet lang stand houden en in 1931 was alle glorie voorbij en werd hij failliet verklaard. Het huis werd op een publieke veiling door de bank verkocht voor 183.400 gld.
In 1944 brandde huis Westerveld door oorlogshandelingen af, maar wat resteert, is de aanleg, die als zeer waardevol bekend staat.
Afb. Mr. Cuno baron van Voorst tot Voorst, foto part. coll.
Mr. Cuno baron van Voorst tot Voorst werd geboren op 29 november 1847 op het huis Westerveld in Elden als zoon van Eduwardus Ludovicus baron van Voorst tot Voorst en Barbara Catharina Josephina barones van Voorst tot Voorst née Debets. Hij groeide op in een gezin waarin achttien kinderen werden geboren, maar waarvan de eerste vier al op zeer jonge leeftijd kwamen te overlijden.
Na een juridische studie vertrok hij naar Ned.-Indië en zijn broer Ernest Louis baron van Voorst tot Voorst bracht hem voor vertrek naar Nijmegen, zoals het achterschrift op deze foto vermeldt, die bij deze gelegenheid aan Ernest werd geschonken: “Van Cuno aan Zijnen broeder Ernest toen hij naar Indië den 15 Nov. 71 vertrok en door hem naar Nijmegen werd gereden.”
In Indië werd hij eerst 3e substituut-griffier bij het hooggerechtshof en later 1e commies bij het departement van Justitie te Batavia. Het familieboek noemt hem “…een zeer bekwaam en veelbelovend man, die echter door ziekte gedwongen werd te repatriëren.”
Teruggekeerd in Nederland overleed hij hier op het ouderlijk huis Westerveld op 5 maart 1874 nog maar zesentwintig jaar oud. Wat bleef, is deze foto en de herinnering aan twee broers die het begin van een spannende wereldreis deelden.
Afb. Kasteel Bergh in ‘s-Heerenberg: vanaf de 12e eeuw bewoond door de heren en later graven Van den Bergh, tot het in de 18e eeuw vererfde op de Duitse prinselijke familie Von Hohenzollern-Sigmaringen. Deze verkocht het in 1912 aan de Nederlandse patriciaatsfamilie Van Heek. Wat niet veel mensen weten, is dat de graven Van den Bergh een zijtak zijn van het geslacht Van Wassenaer: Willem II van der Leck (1404-1465) volgde zijn grootvader van moederszijde op als heer Van den Bergh en nam diens naam en wapen over. Van vaderszijde stamde hij echter uit de familie Van der Leck, die uit de tak Polanen van het geslacht Van Wassenaer stamde .
Stichting Huis Bergh en Stichting Werkgroep Adelsgeschiedenis nodigen u van harte uit voor het symposium: ‘Nieuw licht op Bergh, recent historisch onderzoek naar kasteel, landgoed en bewoners’. Op dit symposium belichten verschillende onderzoekers hun recente onderzoeksresultaten. Michiel Faber, Johan Visser MA, en ir. Peter Verhoeff vertellen ons over de hoog adellijke familie Van den Bergh.
Historisch onderzoek Op dit symposium belichten verschillende onderzoekers hun recente onderzoeksresultaten. Michiel Faber, student aan de Research Master Medieval Studies aan de Universiteit Utrecht, zal vertellen over zijn onderzoek naar de heren en graven Van den Bergh ten tijde van de Gelderse Oorlogen (1479 ca. 1525). De tweede spreker is Johan Visser MA, promovendus geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Hij ontving voor zijn masterscriptie naar de stad Zutphen in 1572, de Fruinprijs 2022. In zijn lezing deelt hij met ons zijn eerste onderzoeksresultaten naar de brieven van Maria van Nassau (1539-1599), zuster van Willem van Oranje en echtgenote van graaf Willem IV van den Bergh. Tot slot zal tuinhistoricus ir. Peter Verhoeff ons vertellen over de gevonden restanten van de 17e -eeuwse tuin bij Huis Bergh. De tuin, die oorspronkelijk stamt uit 1460, is in deze periode opnieuw aangelegd in Hollands-classicistische stijl. De hoog adellijke familie Van den Bergh wilde met deze tuin haar prestige onderstrepen.
Programma
13.15 – 13.30 uur
Inloop met koffie/thee en cake in Habsburgerzaal van Huis Bergh
13.30 – 14.00 uur
Opening en welkom, inleiding en toelichting dagprogramma door Heidi van Limburg Stirum, directeur Huis Bergh
14.00 – 15.30 uur
Reeks lezingen door Michiel Faber, Johan Visser MA en ir. Peter Verhoeff
15.30 – 16.00 uur
Samenvatting en afsluiting door de dagvoorzitter
16.00 – 16.05 uur
Dankwoord door Ben Olde Meierink, voorzitter Werkgroep Adelsgeschiedenis
Jonkheer Cornelis Willem Maurits Quarles van Ufford, geboren Sissinghurst 1 juni 2023, zoon van jonkheer Maurits Willem Jacob Quarles van Ufford en Joanna Mary Louise Quarles van Ufford née Dimsey.
Benjamin Wolf Boeles, geboren Amsterdam 31 mei 2023, zoon van Joost Pieter Boeles en Céline Lara barones van Asbeck.
Kate Sophie van der Kwaak, geboren Aerdenhout 30 mei 2023, dochter van Maarten van der Kwaak en Romée Linde barones van Asbeck.
Afb. 1. Het zilveren schepenzegel van mr. Appollonius Jan Cornelis baron Lampsins, heer van Swieten (1754-1834). Foto met hartelijke dank aan het Zeeuws Veilinghuis in Middelburg.
Afb. 2. Portret door Jan Palthe van Margaretha Sautijn (1726-1805) met haar zoon Appolonius Jan Cornelis Lampsins (1754-1834) en haar moeder Constantia Catharina Munter (1684-1768). Collectie Zeeuws Maritiem muZEEum Vlissingen. Foto met dank aan collectie RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.
Lot 9 betreft een schepenzegel van mr. Appollonius Jan Cornelis baron Lampsins, heer van Swieten (1754-1834). Hij stamde uit een geslacht, waarvan de stamvader begin 16e eeuw in Oostende genoemd werd. In 1636 werd zijn voorvader Cornelis Lampsins (1600-1664), die onder meer schepen en burgemeester van Vlissingen was, door Koning Lodewijk XIV van Frankrijk verheven tot Baron van Tabago en Ridder in de Orde van St. Michel.
Appollonius baron Lampsins werd in 1814 erkend als Edele van Zeeland en een jaar later volgde de titel baron. Voorgaande generaties behoorden tot de regenten van eerst Vlissingen en later van Middelburg, maar zelf werd hij in 1771 poorter van Amsterdam. De band met Amsterdam kwam door zijn moeder, Margreta Sautijn, die aan vele Amsterdamse regentenfamilies verwant was.
Naast vele bestuurlijke functies in Amsterdam werd hij onder meer directeur van de kolonie Suriname en geheimraad en kamerheer van de Koning van Pruisen. Na zijn opname in de Nederlandse adel werd hij Lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, lid van de Ridderschap van Zeeland en kamerheer i.b.d. van Koning Willem I.
Hij huwde eerst in 1773 Anna Margaretha Hartsinck (1751-1783) en tweede in 1809 Anna Martina van Kretschmar (1751-1832). Uit het eerste huwelijk werden drie dochters en drie zoons geboren, waarvan twee zoons doodgeboren werden. Slechts één kind behoorde ook tot de Nederlandse adel: mr. Jan Pieter Cornelis (baron) Lampsins, heer van Oost- en West-Souburg (1774-1848). Deze werd op zijn eigen verzoek in 1845 van de adelslijsten geschrapt en met zijn kinderloos overlijden stierf de familie uit.
Het zilveren schepenzegel Lampsins wordt getaxeerd op 2.500-3.000 euro.
Lot 8 betreft een schepenzegel van mr. Pieter Elias (1756-1813). Hij stamde uit een geslacht, waarvan de stamvader in de 15e eeuw genoemd werd in de Meierij van ’s-Hertogenbosch. Een voorvader vestigde zich omstreeks 1559 in Amsterdam en hij en zijn nazaten kwamen daar tot aanzien als zeepzieders en oliekopers. Door hun maatschappelijke positie, functies en huwelijken ging de familie deel uitmaken van de Amsterdamse regentenfamilies.
Pieter Elias vervulde vele bestuurlijke functies, waaronder baljuw en dijkgraaf van Amstelland en baljuw van Waveren, Botshol en Ruige Wilnis. Ook werd hij lid van de raad en wethouder van Amsterdam. In 1779 huwde hij Anna Elisabeth van Couwenhoven (1757-1827). Nakomelingen uit dit huwelijk werden vanaf 1896 in de Nederlandse adel verheven.
Het zilveren schepenzegel Elias wordt getaxeerd op 1.750-2.250 euro.
Afb. 1. Verenigd op het Tulpenbal in de wintertuin van Grand Hotel Krasnapolsky in Amsterdam: de balgasten uit vijfentwintig verschillende landen.
In de wintertuin van Grand Hotel Krasnapolsky kwamen zaterdagavond 29 mei jl. ruim 200 gasten uit meer dan vijfentwintig verschillende landen bijeen voor een stijlvolle avond, waarbij de aanwezigen zich door vriendschap en traditie verbonden voelden, maar de sfeer ook ongedwongen en hartelijk was. Het was voor velen een weerzien met elkaar en Amsterdam, maar ook werden er nieuwe vriendschappen gesloten. Eregast dit keer was Z.K.H. Kroonprins Leka II van Albanië. Kroonprins Leka is de kleinzoon van Koning Zog I van Albanië (1895-1961) en Koningin Geraldine (1915-2002), een geboren Hongaarse Gravin Apponyi de Nagy-Appony.
Afb. 2. Z.K.H. Kroonprins Leka II van Albanië vertelde voorafgaand aan de veiling over de Queen Geraldine Foundation.
Kroonprins Leka was aanwezig op het Tulpenbal om de aanwezigen te vertellen over de Queen Geraldine Foundation, die in 2012 door zijn echtgenote Kroonprinses Elia werd opgericht, met als doel om kwetsbare en kansarme gemeenschappen en individuen in Albanië toegang te geven tot gezondheidszorg, onderwijs, veiligheid en beroepsopleiding en andere duurzame oplossingen. Hiermee kunnen zijn hun levensonderhoud ondersteunen en verbeteren. Clemens van Steijn, oprichter en president van het Tulpenbal, wist als veilingmeester 11 bijzondere kavels te veilen met een nieuw record in de geschiedenis van het Tulpenbal: 21.200 euro.
Afb. 3. Lovende woorden waren er op deze avond voor het orkest van de Tulips Society Orchestra en de twee gastoptredens met zang van hoge kwaliteit. Links mezzosopraan Zdenka Fieggen en rechts sopraan Femke Pieterse.
“Buitengewoon genereus”, noemde Kroonprins Leka de geweldige opbrengst. Hij was in de eerste plaats naar Nederland gekomen om de banden tussen Albanië en Nederland te versterken, zo vertelde hij aan AiN. De Oranjes kende hij persoonlijk van de gelegenheden waar men zich meestal treft: huwelijken en begrafenissen, maar dit was pas zijn tweede keer dat hij in Nederland was. Hij verheugde zich erop om Amsterdam met zijn vermaarde musea beter te leren kennen en hij nam zich voor om hier terug te keren met zijn echtgenote. Hij had genoten van het Tulpenbal en vertelde AiN dat hij de aanwezigheid van de verschillende generaties op deze avond in hun betrokkenheid bij liefdadigheid heel bijzonder vond.
Afb. 4. Jonkvrouwe Marjolein van Panhuys (links) en jonkvrouwe Clementine van Nispen tot Sevenaer werden op deze avond gevolgd door een cameraploeg. Beiden stonden afgelopen week in de Flair, waarin zij geïnterviewd werden over de betekenis van het van adel zijn nu. “Elkaar zien en naar elkaar omkijken”, zegt actrice en fotografe Marjolein van Panhuys hierover in dit interview. Clementine van Nispen vertelt hierin onder meer over haar eigen huidkliniek: “Ik heb alles op eigen kracht gedaan. Je kunt wel een mooie achternaam hebben, maar je hebt toch echt een goed businessplan nodig (en) ik werk er hard voor.” Naar aanleiding van de opening hiervan vorig jaar, vertelde zij AiN toen hier meer over en dit kunt u in het bericht hieronder nogmaals teruglezen.
Na het driegangen diner, werd het bal geopend en zwierden de aanwezigen in gala met kleurrijke onderscheidingen over de dansvloer. Er werd tot in de late uren gedanst en hoewel het Tulpenbal zeker geen exclusief adelsbal is (iedereen met gevoel voor stijl en traditie is welkom!), zagen we dit jaar meer leden van de Nederlandse adel dan in voorgaande jaren, waaronder bekende namen als: Von Balluseck, De Beaufort, Van Nispen tot Sevenaer, Van Panhuys, Quarles van Ufford, Van Rappard, Stoop en Versélewel de Witt Hamer.
In het volgende magazine van de stichting Adel in Nederland staat ook dit keer weer een uitgebreide reportage! Voor 17,50 euro per jaar kunt ook u donateur worden en ontvangt u dit digitale magazine in uw mailbox! Mail voor meer informatie naar info@adelinnederland.nl.
Kijk hieronder naar de openingswals van het Tulpenbal met onder meer Z.K.H. Kroonprins Leka II van Albanië.