
Otto Willem Arnold baron van Verschuer en Janneke Dekker, Mariënwaerdt 13 maart 2023.
‘Stad der paleizen’ werd er eens over Oldenhove gezegd en wie nu Oldenhove bezoekt, kan zich hier nog steeds een goed beeld vormen van de adellijke representatie van weleer door de aanwezigheid van de vroegere havezaten. Om toegelaten te kunnen worden tot de Ridderschap moest men beschikken over een havezate, die ‘adellijk betimmerd’ moest zijn. In de praktijk kwam dit neer op een omgracht huis, met brug, bijgebouwen, lanen beplant met bomen, een omringende siertuin en een bijbehorend landgoed met boerderijen, die voor pachtinkomsten zorgden.
In Vollenhove ontwikkelde zich echter stadshavezaten, die niet aan al deze kenmerken konden voldoen, vanwege de beperkte ruimte. Deze hadden zeker wel allure door hun uiterlijk en bijbehorende siertuinen, die het karakter kregen van een hof door tuinmuren met toegangspoorten. Eens stonden er veertien havezaten in Vollenhove, waarvan Oldruitenborgh de meest imponerende gevel had door zijn lengte.
Oldruitenborgh gaat terug tot in 1460, toen het als huis en hof in het bezit was van de adellijke familie Van den Rutenberg. Door huwelijk vererfde het op het adellijke geslacht Van Echten en Philip van Echten liet het in 1755 bij testament na aan Arend Sloet (1722-1786). Hij stamde uit het bekende adellijk geslacht Sloet, dat gedurende vele eeuwen een vooraanstaande rol in Vollenhove speelde. Meerdere havezaten zouden gedurende korte of langere tijd in het bezit zijn van deze familie. Oldruitenborgh bleef familiebezit tot het in 1947 aan de gemeente Vollenhove werd verkocht.
Afgelopen zondag werd in Stiphout in de Sint-Trudokerk de 150ste sterfdag van freule Constance van der Brugghen (1795-1873) herdacht, die kasteel Croy en haar verdere bezittingen naliet aan de stichting Geloof, Hoop en Liefde met als doel een onderdak te bieden aan behoeftige bejaarden in Stiphout en Aarle-Rixtel. Op het altaar stonden haar zelfportret en een monstrans. Hierin zouden edelstenen zijn opgenomen uit een halsketting, die freule Constance kreeg van Koning Lodewijk Napoleon, bij zijn bezoek aan Croy. Het Sint Antoniusgilde bracht op deze bijzondere herdenkingsdag van een bijzondere freule een vendelgroet bij het graf van freule Constance. Lees het verhaal over kasteel Croy, de familie Van der Brugghen en freule Constance hieronder.
Kasteel Croy in Aarle-Rixtel in Noord-Brabant heeft een rijke geschiedenis met vele eigenaren. De laatste adellijke familie die het in eigendom had, was het geslacht Van der Brugghen. De stamvader was begin 16e eeuw gegoed in Gulik en zijn achterkleinzoon kreeg in 1653 van Keizer Ferdinand III bevestiging van zijn adeldom. In de 17e eeuw werden nakomelingen officieren in dienst van de Republiek, maar in de 18e eeuw maakte Dirk Willem van der Brugghen (1717-1770) fortuin als opperkoopman en resident te Soerabaja en diens zoon, Jan Anthony van der Brugghen (1747-1817) kocht in 1772 het kasteel Croy en werd heer van Croy en Stiphout.
Duel
Zes jaar later verkocht hij het aan zijn halfbroer jonkheer mr. Joan Carel Gideon van der Brugghen (1753-1828), die hem als heer van Croy en Stiphout opvolgde. Hij huwde Margaretha Geertruida Falck (1761-1843) en het echtpaar kreeg drie zoons en een dochter. Hun jongste zoon, jonkheer Louis Charles Auguste van der Brugghen (1797-1820) overleed op jonge leeftijd na een duel, waarbij het onduidelijk is of hij bezweek aan zijn verwondingen of mogelijk zelfmoord pleegde. Hun oudste zoon, jonkheer mr. Joan Gideon Willem Karel van der Brugghen (1783-1826) vestigde zich op de Utrechtse goederen van zijn echtgenote en zij overleden op jonge leeftijd. Zij lieten drie kinderen na, waarvan één kleindochter op kasteel Croy zou komen wonen bij haar grootmoeder en hier uiteindelijk ook ongehuwd zou overlijden. Grootmoeder Margaretha Geertruida Falck woonde hier toen samen met haar ongehuwde zoon en dochter.
Slag bij Waterloo
Deze ongehuwde zoon, jonkheer George Tammo Theodorus Adrianus van der Brugghen (1784-1864), volgde zijn vader als heer van Croy en Stiphout op. Hij maakte carrière als militair en vocht eerst als officier in het Franse leger, maar koos nadien aan het einde van de Franse tijd voor het Nederlandse leger. Hij vocht vervolgens in de rang van kapitein mee in de Slag bij Waterloo in 1815 en raakte hier gewond. Hiervoor werd hij datzelfde jaar onderscheiden als Ridder in de Militaire Willemsorde 4e klasse en later als Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Ook werd hij bevorderd tot luitenant-kolonel.
Geloof, Hoop en Liefde
De ongehuwde dochter, jonkvrouwe Joanna Caroline Constance Wilhelmine van der Brugghen (1795-1873), plaatselijk beter bekend als freule Constance, bewoonde uiteindelijk alleen kasteel Croy. Hoewel protestants gedoopt, liet zij zich twee jaar voor haar overlijden roomskatholiek dopen. In haar testament gaf zij kasteel Croy een bijzondere bestemming: 20 arme bejaarden uit Stiphout en 10 uit Aarle-Rixtel kregen hier onderdak in een tehuis onder de naam Geloof, Hoop en Liefde.
In 1969 kwam er aan het bejaardentehuis in kasteel Croy een einde en vestigde zich hier de Katholieke Charismatische stichting, tot ook deze in 1990 het kasteel verliet. Kasteel Croy en het landgoed van 254 hectare worden nu beheerd door de stichting Geloof, Hoop en Liefde, die het beheren in de geest van freule Constance.
Jonkheer mr. Theodorik Karel Maria Joseph (‘Dirk’) van Sasse van IJsselt had als jurist een indrukwekkende loopbaan en werd uiteindelijk in de jaren 1957-1972 directeur afdeling Privaatrecht en in de jaren 1966-1973 loco-secretaris-generaal op het Ministerie van Justitie. Van 1961-1974 was hij lid van de Staatscommissie voor het Internationaal Privaatrecht. Daarnaast was hij lid van de Hoge Raad van Adel en ridder van eer en devotie bij de Orde van Malta.
Gedurende zijn leven ontving hij meerdere eerbewijzen: Officier in de Orde van Oranje-Nassau (1952), Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (1966) en het Duitse Grosse Verdienstkreuz mit Stern (1972). De oorkondes van deze onderscheidingen worden nu te koop aangeboden op Marktplaats met daarbij tevens de toespraak, die door de Duitse ambassadeur bij de verlening in 1972 werd uitgesproken. Daarnaast zit hierbij ook de bul van zijn benoeming tot ridder van eer en devotie bij de Orde van Malta met daarbij de brief van ‘uw toegenegen vader’, die hem als kanselier hierover informeert.
Het onderstaande verhaal stond in het digitale magazine van AiN, jaargang 1, nr. 1 – februari 2017. Dit magazine wordt per mail aan de donateurs van de stichting Adel in Nederland toegestuurd.
Mr. Willem Frederik Hendrik baron van Wassenaer, heer van Weurt en Briellaard (1820-1892) had een glansrijke start in het leven: geboren in een vermogende familie, die tot de oudste overgebleven adellijke geslachten van Nederland behoorde, deed hij ook nog eens een zeer aanzienlijk huwelijk toen hij in 1848 in het huwelijk trad met Justina Goverdina Johanna Adolphine gravin van Rechteren (1828-1892).
Zijn schoonvader won vooraf inlichtingen over hem in en kreeg te horen dat hij “… een heel goed zacht humeur, zeer godsdienstige beginselen, veel kinderlijke liefde voor zijne ouders, doch geen bijzonder verstand…” had. Toch sloot hij zijn rechtenstudie met een promotie af, werd lid van de Provinciale Staten van Gelderland, raadslid en wethouder van Ede en kamerheer i.b.d. van Koning Willem III.
Hierbij bleef het echter, want de gesteldheid van zijn echtgenote noodzaakte een teruggetrokken leven en veel zorg. Deze werd gevonden in het landelijk Ermelo waar een villa werd betrokken en omdat deze toch enige voorouderlijke allure moest uitstralen, werd het er een met een torentje.
Op 6 april 1892 overleed baron Van Wassenaer: “Heden overleed op den Huize “Riethorst” Mr. W.F.H. Baron van WASSENAER, Kamerheer i.b.d. van wijlen Z.M. den Koning, in den ouderdom van bijna 72 jaren.” Een half jaar later overleed “… in den ouderdom van 64 jaar, onze innig geliefde Moeder en Behuwd moeder…” Beiden rusten op het oude begraafplaatsje van Ermelo waar hun bemoste zerken nog steeds te vinden zijn.
Bronnen & Literatuur
Nederland’s Adelsboek, jaargang 97 (2012). ‘s-Gravenhage, 143-146.
J. Aalbers, M.J. van Gent, S. Groenveld, A. Janse, Y. Kuiper, Heren van Stand Van Wassenaer 1200-2000. Achthonderd jaar Nederlandse adelsgeschiedenis (Zoetermeer, 2001) 213 en 214.
Louise van Wassenaer-Wiarda, Van Wassenaer. Een familie in portretten (Amsterdam, 2014) 188-191
en (1828-1892).
Wilt u ook 4 keer per jaar het digitale magazine van AiN ontvangen met verhalen zoals deze? Word dan nu donateur! De Stichting Adel in Nederland heeft als doel het digitaal aanbieden van informatie over adel in Nederland in de ruimste zin. Voor € 17,50 per jaar kunt u donateur worden, ontvangt u 4 keer per jaar het digitale magazine en steunt u ons in onze werkzaamheden. Bovendien krijgt u voorrang bij door AiN georganiseerde excursies. AiN heeft de culturele ANBI-status en daardoor kunt u als donateur bij de opgave voor de inkomstenbelasting giftenaftrek krijgen.
Meer weten en opgeven als donateur? Stuur dan een mail naar info@adelinnederland.nl.
In 1816 werd Henricus Wilhelmus Antonius baron van Erp, heer van Baerle en Baarlo (1759-1820) benoemd in de Ridderschap van Limburg en in 1822 volgde de erkenning van de titel baron/barones voor zijn kinderen. Twee zoons opteerden na 1830 voor de Belgische nationaliteit en hun nakomelingen behoren tot de Belgische adel. Vier dochters bleven ongehuwd en bewoonden kasteel Baerlo. Op de website van stichting Dodenakkers – Kenniscentrum Funerair Erfgoed is een zeer interessant verhaal te lezen over de grafkelder van de laatste drie freules Van Erp.
In 1890 deden drie freules een verzoek aan het parochiebestuur van Baarlo (Li.) om voor henzelf en hun ‘naastbestaanden’ een bijzondere begraafplaats te verkrijgen in de kelder, gelegen onder het (oude) kerkhof. De familie Van Erp tot Holt en Baerle was in 1787 in bezit gekomen van het Huis en de Heerlijkheid Baarlo. Leden van de familie zouden het kasteel in Baarlo bewonen tot 1906. Toen er nog begraven mocht worden in de kerk had de familie een tweetal grafkelders in de kerk in gebruik. De grafkelder op het koor was voor de familie zelf en die voor het Onze Lieve Vrouwe altaar voor de bedienden.
Link naar het hele verhaal op de site van stichting Dodenakkers – Kenniscentrum Funerair Erfgoed https://www.dodenakkers.nl/limburg/baarlo-de-grafkelder-van-de-familie-van-erp-tot-holt-en-baerle.html?fbclid=IwAR00o5_QJ4woN8aKXpzfzpkI_XgrZTCOmfTCR_v1rQ0Nvbue0FDb9st-kZU
Op maandag 13 maart eindigt de online Next Door veiling bij het Venduehuis in Den Haag met een brede keuze aan schilderijen en werken op papier, zilver, Europees en Aziatisch porselein, meubelen, design en andere kunstvoorwerpen. Bieden kan al vanaf 35 euro! Hierbij onder meer schilderijen door jonkvrouwe Agnes van den Brandeler en Henriette Reuchlin-Lucardie. Lees het verhaal hierbij hieronder of kijk in de online catalogus van het Venduehuis om te zien wat er verder geveild wordt op https://auctions.venduehuis.com/nl/#/auctions/7bfda611-429b-46c3-83aa-0aa6d4308859?lot_status=all
Lot 139 betreft een gezicht op Chatou door jonkvrouwe Agnes van den Brandeler (1918-2003). Jonkvrouwe Agnes van den Brandeler werd geboren op 18 oktober 1918 in Delft als dochter van jonkheer ir. Willem Cornelis Quirin van den Brandeler (1885-1971) en Hillegonda barones van Randwijck (1888-1970). In 1963 huwde zij haar verre familielid jonkheer ir. Andries Louis van den Brandeler (1902-1991), met wie zij de 19e-eeuwse geneesheer en curator van de Latijnse school dr. Martinus van den Brandeler (1790-1869) als gemeenschappelijke voorvader deelde.
Agnes van den Brandeler is haar leven lang een zeer productief kunstschilderes geweest. Zij volgde onder meer een opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Zij maakte vele reizen, waarvan de neerslag in haar schetsboeken en schilderijen is terug te zien. In 1991 richtte zij haar eigen stichting op, om haar artistieke nalatenschap te behouden en toegankelijk te maken. Agnes van den Brandeler overleed op 15 maart 2002 in Hengelo (Gld). In 2009 volgde een biografie door Alied Ottevanger en Ileen Montijn, die een zeer mooi beeld biedt van haar leven en werk.
Het betreft een gouache op papier, is een gezicht op Chatou, is gesigneerd, meet 44,5×62 cm en bieden kan vanaf 40 euro.
Lot 377 betreft een stilleven met appels en kannen door Henriette Johanna Reuchlin née Lucardie (1877-1970), echtgenote van jonkheer Maarten Reuchlin (1873-1925). Henriette Johanna Lucardie werd geboren op 28 april 1877 in Rotterdam als dochter van Jean Pieter Johannes Lucardie en Maria Veder. Haar vader was makelaar in Rotterdam en directeur Rotterdamse Visscherij. De familie Lucardie werd in 1925 genoemd voor opname in het Blauwe Boekje van het Nederland’s Patriciaat, maar de opname werd nooit geëffectueerd. Op 28 maart 1901 trad zij in het huwelijk met jonkheer Maarten Reuchlin. Hij was, naast wijnkoper, lid van de firma M. Reuchlin & Zoon in Rotterdam, een firma in wijnen en gedestilleerde dranken, commissaris van de Holland-Amerika Lijn en bestuurslid van enkele verzekeringsmaatschappijen.
Haar schoonvader, jonkheer Otto Reuchlin (1842-1924) was directeur van de Ned.-Amerikaansche Stoomvaart Mij, die onder de naam Holland-Amerika Lijn grote bekendheid genoot. Ook haar zwager, jonkheer Johan George Reuchlin (1874-1912) was hiervan directeur. In 1912 werd haar zwager uitgenodigd om als gast tijdens de eerste reis op de Titanic mee te varen – hij was één van de drie Nederlandse passagiers en één van de ruim 1500 slachtoffers bij de ondergang van de Titanic.
Henriette Johanna Lucardie en Maarten Reuchlin kregen samen één zoon. Haar echtgenoot overleed in 1925 in het Zwitsers Davos, waar hij vermoedelijk om gezondheidsredenen verbleef, op 52-jarige leeftijd. Zijzelf bleef actief als kunstenares, na een opleiding aan de Rotterdamse academie, en kreeg onder meer etslessen van Antoon Derkzen van Angeren en lessen in lithograferen van Simon Moulijn. Daarnaast schilderde en aquarelleerde zij en maakte pentekeningen en hout- en kopergravures. Zij schilderde portretten, landschappen, stillevens en bloemen in impressionistische stijl en exposeerde in binnen- en buitenland. Als kunstenares was zij lid van Arti et Amicitiae in Amsterdam, de Vereeniging Sint Lucas in Amsterdam en van de Rotterdamsche Kunstenaars-Sociëteit. Museum Boymans van Beuningen bezit een collectie grafiek van haar.
Op 20 september 1970 overleed zij in Rotterdam en werd bijgezet bij haar echtgenoot in het familiegraf op begraafplaats Crooswijk.
Het schilderij betreft een stilleven met appels en kannen, is gesigneerd, meet 63×75 cm en bieden kan vanaf 35 euro.
Benieuwd naar wat er verder geveild wordt? Kijk dan in de online catalogus van het Venduehuis in Den Haag: https://auctions.venduehuis.com/nl/#/auctions/7bfda611-429b-46c3-83aa-0aa6d4308859?lot_status=all
De Werkgroep Adelsgeschiedenis (www.adelsgeschiedenis.nl) is opgericht in 1993 en heeft als voornaamste doel het bevorderen van de beoefening van en de kennis over de geschiedenis van de (Nederlandse) adel. Dit doet de werkgroep door middel van het uitgeven van het Jaarboek Virtus en monografieën in de Reeks Adelsgeschiedenis. Daarnaast organiseert de werkgroep symposia om het contact tussen onderzoekers en belangstellenden te vergroten. Ook organiseert ze voor haar leden excursies.
Onlangs verscheen de nieuwe Virtus, het jaarboek van de Werkgroep Adelsgeschiedenis. De adel had een buitengewone interesse in exotische dieren. In paleistuinen en op buitenplaatsen waren veel menagerieën. Maar ook zangvogels, roofvogels (zoals valken voor de valkenjacht) en de adelsvrienden bij uitstek, het paard en de hond, trokken de aandacht van edellieden. Met de kat was de relatie meer ambivalent, en ongedierte haatte men.
Dit meertalige tijdschrift is een forum voor wetenschappelijke artikelen over onderzoek naar de geschiedenis van adel en patriciaat en verwante onderzoeksgebieden zoals genealogie, heraldiek en kastelen. De artikelen kennen verschillende invalshoeken: politiek, sociaaleconomisch, gender, identiteit en materiële cultuur.
Virtus is te bestellen bij Uitgeverij Verloren: https://verloren.nl/Webshop/Detail/catid/21412/eid/59769/virtus-29-2022
Link naar de inhoudsopgave: https://ugp.rug.nl/virtus
Richard Maximilian Ferdinand Bethell, geboren Cyprus 23 februari 2023, zoon van the Hon. Richard Alexander David Bethell of the Barons Westbury en Alexa Wendela Bethell née jonkvrouwe Hooft Graafland.
De jonggeborene zal, Deo volente, in de toekomst opvolgen als 8th Baron Westbury.
Philip Pieter Jacob Oostlander, geboren Leusden 1 maart 2023, zoon van Matthijs Oostlander en Iris Tatiana Johanna Oostlander née jonkvrouwe Hooft Graafland.
Op de foto het imposante huis dat mr. Gijsbert Carel Duco Reinout baron van Hardenbroek (1859-1941) en zijn echtgenote Coenradina Carolina Theodora barones van Hardenbroek née jonkvrouwe de Pesters (1865-1923) op hun buitenplaats Nienhof in Bunnik in de jaren 1892-1894 lieten bouwen.
De buitenplaats Nienhof was afkomstig uit de familie De Pesters en kwam door huwelijk in 1885 met de erfdochter in het bezit van baron Van Hardenbroek. In 1887 werd hij burgemeester van Bunnik, Odijk en Werkhoven en toen werd een passend huis noodzakelijk geacht. Van 1892 tot 1894 werd er druk gebouwd en het resultaat was een kasteelachtig en representatief huis met sierlijke torentjes. Door de bekende tuinarchitect L.A. Springer werd een parkachtige tuin aangelegd met een slingerende vijver, romantische laantjes en bosschages met hier en daar boomgroepen.
In 1923 kwam er een einde aan het gelukkige gezinsleven toen barones Van Hardenbroek verongelukte. Op zaterdagmorgen 14 april reed haar chauffeur door een defect in de stuurinrichting tegen een boom op de Bunnikschen Weg. Zowel de chauffeur, als barones Van Hardenbroek en haar Engelse dame van gezelschap raakten ernstig gewond en werden opgenomen in het Diaconessenhuis te Utrecht. Hier bezweek een dag later aan haar verwondingen “…onze innig geliefde Echtgenoote, Moeder, Behuwd- en Grootmoeder…” op 58-jarige leeftijd. Haar echtgenoot verkocht daarop het huis en in 1929 werd alles door de nieuwe eigenaren gesloopt – een kwestie van geld, want de belastingen werden te hoog en het huis was onverkoopbaar.
Link naar meer informatie over buitenplaats Nienhof: www.buitenplaatseninnederland.nl/bunnik-nienhof.html.