Veilingnieuws 26 & 27 mei Venduehuis in Den Haag: de kinderen Mees

Afb. Links Rudolf Adriaan Mees (1845-1885) en rechts Anna Jacoba Mees (1847-1887). Portret door Jacob Spoel. Foto met hartelijke dank aan het Venduehuis in Den Haag/www.venduehuis.com.

Old Master Paintings, 19th Century & Early Modern Art veiling bij het Venduehuis in Den Haag: op woensdag 26 mei is de zaalveiling en op donderdag 27 mei is de online veiling met dit portret van de kinderen Mees. Lees het verhaal hierbij hieronder of kijk in de online catalogus van het Venduehuis voor wat er verder geveild wordt voor de zaalveiling op https://wavemaker.venduehuis.com/auction?auction=360 en voor de online veiling op https://wavemaker.venduehuis.com/auction?auction=361.

De familie Mees is een familie die opgenomen is in het blauwe boekje van het Nederland’s Patriciaat. De familie gaat terug tot in de 16 eeuw in Aken, waar de stamvader Joris Mees in 1585 vermeld werd, toen deze een kwart van het huis Der Goldene Berg kocht. In of voor 1594 vestigde hij zich in Rotterdam, waar zijn nakomelingen eeuwenlang een vooraanstaande rol zouden spelen, en een andere tak vestigde zich in Groningen. De Rotterdamse tak verwierf bekendheid door de vele bankiers die het voortbracht en de firma R. Mees & Zoonen geldt als de oudste Rotterdamse bank. De familienaam leeft nog steeds voort in de huidige bank ABN-AMRO MeesPierson. De familie splitste zich in verschillende takken en komt voor met de namen Mees, Alting Mees, Dorhout Mees, Kreunen Mees, Mom Faure Mees en Uniken Mees. De familie is door huwelijk geparenteerd aan vele adellijke families.

De twee kinderen op het portret zijn links Rudolf Adriaan Mees (1845-1885) en rechts Anna Jacoba Mees (1847-1887). Hun vader, Rudolf Mees (1815-1899) was lid van de firma R. Mees en Zoonen, voorzitter van de Inrichting voor Doofstommenonderwijs en penningmeester van de Spaarbank in Rotterdam. Hun moeder, Clasina Catharina Mees (1821-1847), was een achternichtje van haar echtgenoot.

Beide kinderen hebben hun moeder nooit gekend, omdat deze overleed toen Rudolf Adriaan twee jaar en Anna Jacoba zeven maanden oud was: ‘Na eene allergelukkigste Echtverbindtenis van ruim drie jaren overleed heden, in den ouderdom van zes-en-twintig jaren, mijn hartelijk geliefde Echtgenoot CLASINA CATHARINA MEES, mij twee kinderen nalatende. Rotterdam 17 december 1847 R. Mees.

Hun vader hertrouwde drie jaar later Machtilda Catharina Johanna Vink en kreeg met haar acht kinderen, waarvan er twee jong zouden sterven. Rudolf Adriaan Mees werd, geheel in de familietraditie, ook lid van de firma R. Mees en Zoonen. Hij trouwde Anna Maria Gerarda Pijnappel, de dochter van een Delftse hoogleraar, en kreeg drie kinderen. Hun enige zoon werd eveneens lid van de firma en zou kinderloos overlijden. Anna Jacoba huwde prof. dr. Daniel Eliza Siegenbeek van Heukelom en kreeg één zoon, die ongehuwd zou overlijden. Zowel Rudolf Adriaan als Anna Jacoba zouden voor hun vader komen te overlijden.

Van beide kinderen bestaat een tweede dubbelportret, dat nog steeds familiebezit is. Het hier afgebeelde portret is geschilderd door Jacob Spoel (1820-1868), is gesigneerd ‘J. Spoel’, meet 118×90 cm en wordt getaxeerd op 1500-2000 euro. De veilingopbrengst was 3800 euro.

Benieuwd naar wat er verder geveild wordt bij het Venduehuis in Den Haag? Kijk in de online catalogus van het Venduehuis voor wat er verder geveild wordt voor de zaalveiling op https://wavemaker.venduehuis.com/auction?auction=360 en voor de online veiling op https://wavemaker.venduehuis.com/auction?auction=361.

Za. 22 mei online lezing Museum Prinsenhof: vooroudervervalsing bij familieportretten

Afb. De monumentale portretten van Frans Banningh Cocq en Maria Overlander, die in de 19e eeuw een nieuwe identiteit kregen.

Op zaterdag 22 mei is er een online lezing door David de Haan, conservator kunstcollecties, die het verhaal vertelt bij de monumentale portretten van Frans Banninck Cocq (1605-1655) en zijn echtgenote Maria Overlander (1603-1678).

De portretten stonden sinds eind 19e eeuw bekend als afbeeldingen van mr. Floris Elias (1627-1684) en echtgenote Debora Pancras (1627-1668), waarvan de huidige jonkheren (Witsen) Elias afstammen, maar deze identiteit bleek een 19e-eeuwse uitvinding.

De portretten waren afkomstig van kasteel Ilpenstein in Waterland, dat door Frans Banninck Cocq (bekend van de Nachtwacht) begin 17e eeuw nieuw gebouwd werd, maar de indruk wekte dat het een middeleeuws kasteel was. Nadien kwam het in handen van het machtige Amsterdamse regentengeslacht De Graeff, waarvan nakomelingen als jonkheren De Graeff binnen de Nederlandse adel voortleven.

In 1872 werd kasteel Ilpendam verkocht en afgebroken en veel van wat hier in voorgaande eeuwen bijeengebracht was, vond zijn weg naar de veiling. De portretten van Frans Banning Cocq en echtgenote Maria Overlander werden gekocht door Burchard Theodoor Elias (1807-1882), die uiteindelijk ontvanger van de directe belastingen in Amsterdam zou worden. Zijn zoon, jonkheer mr. Hendrik Alexander Elias (1838-1917) erfde de portretten. Hij werd in 1929 verheven in de Nederlandse adel met het predikaat jonkheer. Beide portretten vererfde vervolgens op diens zoon prof. jonkheer dr. Gerhard Joan Elias (1879-1951), die onder meer hoogleraar elektrotechniek aan de Technische Hogeschool in Delft zou worden. Diens weduwe, Viktoria Maria Margarete Elias née Schloss (1885-1975) legateerde de portretten aan de stad Delft, die inmiddels een nieuwe identiteit hadden gekregen.

Benieuwd naar de ontdekkingstocht over de ware identiteit bij deze portretten? Meld u dan aan voor deze online lezing van het Museum Prinsenhof op zaterdag 22 mei tussen 14.00 en 15.00 uur via https://www.museumprinsenhofdelftevents.nl/depotschatten22mei

De reconstructie van de tuinen van het geslacht Van Brederode in Vianen

Afb. 1. Plattegrond slot Batestein en tuinen in vogelvlucht, anoniem, 1632. Collectie Rijksmuseum Amsterdam.

In Vianen wordt er al jaren gewerkt aan plannen om de tuinen van kasteel Batestein te reconstrueren. Het kasteel brandde in 1696 af, werd daarna gesloopt en ook van de eertijds befaamde tuinen bleef niets over, maar de plek werd nooit bebouwd en alles lijkt aanwezig om zichtbaar te maken van wat ooit was. Link naar een reportage door RTV Utrecht https://www.rtvutrecht.nl/nieuws/2182632/tuinteam-van-paleis-het-loo-steunt-aanleg-kasteeltuin-vianen-fantastisch-initiatief.html

Van Brederode
Het geslacht Van Brederode pretendeerde af te stammen van de graven van Holland, iets wat Reinoud III van Brederode in 1531 een (niet voltrokken) doodvonnis van Keizer Karel V opleverde, en bekleedde als Eerste Edele van Holland de eerste plaats onder de leden van de Ridderschap van Holland.

Een oud rijmpje zegt: Brederode de edelste, Wassenaar de oudste, Egmond de rijkste, Arkel de boudste. Van deze vier leeft alleen de familie Van Wassenaer nog voort. De familienaam Brederode werd ontleend aan het kasteel Brederode bij Santpoort, dat nu nog als ruïne bestaat. Door huwelijk kwam de familie in het bezit van de vrije heerlijkheid Vianen en woonde hier op kasteel Batenstein. Omstreeks 1630 liet Johan Wolfert van Brederode (1599-1655) hier de befaamde tuinen aanleggen.

Johan Wolfert huwde twee keer: in 1619 Anna Johanna Gravin van Nassau-Siegen (1594-1636) en in 1638 Louise Christine Gravin van Solms-Braunfels (1606-1669). Door dit laatste huwelijk werd hij zwager van Stadhouder Frederik Hendrik. Johan Wolfert werd onder meer gouverneur van ’s-Hertogenbosch en veldmaarschalk van het Staatse leger. Uit beide huwelijken zou hij in totaal twintig kinderen krijgen, maar één generatie later zou met het overlijden van zijn zoon Wolfert van Brederode (1649-1679) het geslacht in de mannelijke lijn uitsterven. Diens lichaam werd bijgezet in de kerk te Vianen en in het graf werd een koperen plaat neergelegd, waarop het wapen Bederode stond, zodat ‘niemant t’eenigen tyde sigh dese Wapenen, Naem of Geslachte aen en matige, toe-eygene of reclamere’.

Na eeuwenlang een vooraanstaande positie te hebben ingenomen onder de Hollandse adel, kwam het geslacht Van Brederode in de laatste generaties tot nog grotere luister, maar stierf vervolgens uit, waarop men schreef ‘in opbloey neergetoghen’.

Afb. 2. Portret van Johan Wolfert van Brederode (1599-1655), portret toegeschreven aan Jan van Rossum. Collectie Rijksmuseum Amsterdam.

 

AiN: aankoop portret De Geer van Rijnhuizen-Luden

Afb. John Töpfer met het portret bij Veilinghuis Van Spengen in Hilversum, dat dit jaar 75 jaar bestaat: www.vanspengen.nl.

Vandaag konden we bij Veilinghuis Van Spengen (http://www.vanspengen.nl) in Hilversum dit portret van mevrouw De Geer van Rijnhuizen née Luden ophalen, dat door de stichting Adel in Nederland is aangekocht. Het betreft een pastel en wordt toegeschreven aan Heinrich Siebert. Er moet een kleine restauratie plaatsvinden aan het portret en de lijst moet uitgebreider gerestaureerd worden. Het verhaal bij dit portret gaan we uitzoeken en natuurlijk publiceren.

Veilinghuis Van Spengen is één van de gewaardeerde Vrienden van AiN, die ons steunt in onze werkzaamheden.

Kastelen (helaas) nog dicht, maar deze kasteeltuinen en -winkels zijn al wel te bezoeken

Afb. 1. Kasteel Cannenburch in Vaassen.

Helaas blijven de kasteelmusea nog even gesloten, maar er zijn verschillende kasteeltuinen waar u kunt wandelen, waar de kasteelwinkel geopend is en waar u op het terras kunt zitten.

Kasteel Cannenburch
Kasteel Cannenburch werd eeuwenlang tot in 1881 bewoond door de baronnen D’Isendoorn à Blois. De Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen (GLK) beheert het kasteel sinds 1950 en heeft het zó ingericht alsof de familie D’Isendoorn even weg is. U kunt hier wandelen in het park met zijn spiegelende waterpartijen en op zaterdag en zondag een bezoek brengen aan de Landwinkel.

Lees meer op https://www.glk.nl/landschappen-kastelen/activiteiten-excursies/details/landwinkel-geopend

Afb. 2. Kasteel Rosendael in Rozendaal bij Arnhem.

Kasteel Rosendael
Kasteel Rosendael is ook  één van de zeven opengestelde kastelen van Geldersch Landschap & Kasteelen (GLK). Rosendael kwam in 1977 als legaat van Willem Frederik Torck baron van Pallandt (1892-1977) in het bezit van GLK en die restaureerde huis en park, met daarin de beroemde Bedriegertjes, zorgvuldig. Inmiddels zijn de winkel en het park van dinsdag t/m zondag van 11.00 tot 17.00 uur te bezoeken. Het terras van de Oranje-rie is open op dinsdag t/m zondag van 12.00 tot 17.00 uur.

Lees meer op https://rosendael.glk.nl/?_ga=2.185217001.1941572728.1620842824-954433844.1620842823

Slot Zuylen
Slot Zuylen werd tot 1951 bewoond door de baronnen Van Tuyll van Serooskerken, maar om de continuïteit van het kasteel en de inboedel te garanderen, werd het geheel vervolgens in 1952 in een stichting ondergebracht. Slot Zuylen is sindsdien opengesteld voor bezoekers. Vanwege het Coronavirus is het nu tijdelijk niet te bezoeken, maar u kunt er wel wandelen en op zaterdag en zondag kunt u tussen 11:00 en 16:00 uur bij het Koetshuis terecht voor heerlijke broodjes, koffie, thee en andere lekkernijen.

Lees meer op https://www.slotzuylen.nl/

Afb. 3. Slot Zuylen in Oud-Zuilen bij Utrecht.

 

 

Fonds voor Cultuurparticipatie, nieuwe leden RvT: Anne-Marie Bruggert en Robert Quarles van Ufford

Afb. Anne-Marie Bruggert en Robert Quarles van Ufford: nieuwe leden van de raad van toezicht van het Fonds voor Cultuurparticipatie.

Met ingang van 1 mei ’21 zijn Anne-Marie Bruggert en Robert Quarles van Ufford door minister van Engelshoven voor vier jaar benoemd tot lid van de raad van toezicht van het Fonds voor Cultuurparticipatie.

Jonkheer Robert Quarles van Ufford (1967) is historicus met een internationale carrière gericht op cultuur en maatschappelijke ontwikkeling en een focus op duurzaam beheer en toegankelijkheid van erfgoed. Daarnaast is Robert ook goed bekend met de podiumkunsten en het brede culturele veld. Robert was directeur van de Nationale Monumentenorganisatie, lid van Programmaraad Dutch Culture van OCW en Algemeen Secretaris Nationale UNESCO Commissie waar hij betrokken was bij bijvoorbeeld de Werelderfgoed Conventie en het Unesco Scholennetwerk.

Anne-Marie Bruggert (1967) is voormalig hoofd Financiën afdeling kunsten en erfgoed bij het ministerie OCW en was o.a. programmamanager Cultuur bij Gemeente Arnhem. Na een carrière bij de overheid heeft ze de overstap gemaakt naar de advieswereld (op gebied van o.a. data vraagstukken overheid). Tegelijkertijd heeft ze ook de overstap van finance naar digitalisering gemaakt en is ze nu gespecialiseerd in automatiseringsoplossingen en informatievraagstukken. Op dit moment is Anne-Marie Consultant bij Telengy Management & Advies.

Webinar 27 mei – De macht van de brief

De macht van de brief: de correspondentie van de Hollandse en Friese stadhoudersvrouwen, 1552-1820
Ineke Huysman

In de vroegmoderne tijd speelden de echtgenotes van de Hollandse en Friese stadhouders een niet te onderschatten rol. Het voeren van correspondenties was voor deze vrouwen hét middel om hun netwerk te onderhouden en invloed uit te oefenen. Van deze briefwisselingen is veel bewaard gebleven, maar er is nog maar weinig over geschreven. Door de digitalisering van de correspondenties van deze stadhoudersvrouwen komt daar nu verandering in. Aan de hand van een aantal smaakmakende voorbeelden uit deze correspondenties vertelt onderzoeker Ineke Huysman over de manier waarop deze vrouwen zich door middel van hun brieven hebben doen gelden.

Programma webinar 27 mei van de Werkgroep Adelsgeschiedenis

20.00 Opening
20.05 Lezing door Ineke Huysman
20.40 Discussie
21.00 Einde webinar

* De Zoom meetingroom is vanaf 19.30 uur geopend.

Meld u snel aan via https://docs.google.com/forms/d/e/1FAIpQLSe5fe87uexTcl16mJjO60HnqgverIleC1P5ZyKS7WgzW2_R8Q/viewform?fbclid=IwAR2t9jLR5yr3tHOc_YZO988tMLSA9liah7mZbAemtaS_2RUPQLKM77aGzJs

Veilingnieuws Bubb Kuyper: familiearchieven Gericke van Herwijnen en Mulert

Afb. 1. De documenten in het archief Gericke van Herwijnen betreffen o.a. mr. Joseph Louis Heinrich Alfred baron Gericke van Herwijnen (1814-1899) (rechtsboven), die in de jaren 1871-1874 minister van Buitenlandse Zaken was. Foto’s van documenten met hartelijke dank aan Bubb Kuyper Veilingen in Haarlem en het portret met dank aan RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.

Van 18 t/m 21 mei vindt er bij Bubb Kuyper Veilingen in Haarlem ( www.bubbkuyper.com) een grote veiling plaats van boeken, prenten, kaarten, documenten, enz. Lees hieronder het verhaal over de aangeboden familiearchieven Gericke van Herwijnen en Mulert. Of kijk in de online catalogus voor wat er verder wordt aangeboden op https://www.bubbkuyper.com/index.php?option=com_virtuemart&view=category&virtuemart_category_id=323&virtuemart_manufacturer_id=0&Itemid=3

Kavel 74/2247 betreft een grote collectie manuscriptdocumenten uit de archieven van de eigenaren van Heerlijkheid Wuustwezel in België: baron De Vinck en baron Gericke van Herwijnen. De familie De Vinck behoort tot de Belgische adel en was in het bezit van Wuustwezel. Dit vererfde door huwelijk op de familie Gericke van Herwijnen.

De familie Gericke is afkomstig uit Brandenburg en jonkheer Johann Eberhard Paul Ernst Gericke, heer van Herwijnen (1785-1845) kwam in Nederlandse dienst en werd uiteindelijk gouverneur van Limburg. Hij werd in 1833 verheven in de Nederlandse adel met het predikaat jonkheer. Zijn zoon mr. Joseph Louis Heinrich Alfred baron Gericke van Herwijnen (1814-1899) was onder meer gezant te Brussel en minister van Buitenlandse Zaken. Hem werd in 1846 de titel baron bij eerstgeboorte verleend.

De collectie bevat o.a. drie (vertrouwelijke) handtekening gesigneerde brieven van Willem III van Nederland (één in het Frans), waaronder één waarin hij F. de Blochausen, “Minister van Staat, President van het Luxemburgsche Gouvernement” beschuldigt van “schandelijke en verachtelijke handelingen” “15den februari 1885”; 3 telegramberichten van “Alexander Prins der Nederlanden” (Alexander van Oranje-Nassau); een merkwaardig “geheim” document uit de jaren 1830, ondertekend door S.M. [Sa Majesté], waarin Koning Willem I (?) Advies krijgt over een scheiding tussen Noord- en Zuid-Nederland. In afwachting van genoemde scheiding krijgt Willem I de titel “Koning der Nederlanden, Groothertog van Belgien en Luxemburg”.

Kavel 74/2303 betreft een klein archiefje bestaande uit manuscriptdocumenten uit de jaren 1538-1807 betreffende de familie Mulert. De familie Mulert behoort tot de oude Overijsselse adel. In 1609 huwde Johan Mulert (†1623), officier in Statendienst, met Ida de Baecke (†1642). Door dit huwelijk kwam het huis Backenhagen bij Delden in het bezit van de familie Mulert. Documenten in deze collectie zijn onder meer de huwelijkse voorwaarden tussen de families van Johan Mulert en Ida de Baecke van 1 april 1609, Ida de Baecke’s testament aangaande eigendommen nabij Vollenhove ondertekend in augustus 1641, verschillende pandbrieven aan hun zoon Johan en kleinzoon Johan Ludolph (o.a. door de luitenant-stadhouder en de bisschop van Keulen), een opdrachtbrief voor de eerstgenoemde als raadslid van de Admiraliteit van Noord-Holland, en diverse schuldbewijzen.

Benieuwd naar wat er verder geveild wordt? Kijk dan in de online catalogus op https://www.bubbkuyper.com/index.php?option=com_virtuemart&view=category&virtuemart_category_id=323&virtuemart_manufacturer_id=0&Itemid=198

Afb.2. In dit charter uit het familiearchief Mulert worden onder meer de broers Johan Mulert tot Ordel, lid van de Ridderschap van Overijssel, en Peter Mulert tot Campherbeek genoemd. De zoon van Johan, ook Johan geheten, huwde Ida de Baecke, die Backenhagen in de familie Mulert bracht.

 

Crowdfunding actie voor de tuin van Museum Van Loon

Afb. Team Museum Van Loon (Merel, Gijs, Tristan en Annette) in de tuin, Mymollseye 2021.

De tuin van Museum Van Loon, een uniek museum in Amsterdam over de geadelde regentenfamilie Van Loon, is levend erfgoed en daar moet intensief voor gezorgd worden. Door de coronacrisis is dit echter niet meer zo makkelijk. Daarom heeft Museum Van Loon uw hulp hard nodig!

De tuin van Museum Van Loon is een bijzonder stukje groen in Amsterdam. Bezoekers hebben vaak geen idee dat er zo’n grote tuin verscholen zit achter de gevel van het grachtenpand. Andere mensen kennen de tuin juist wél, door de Open Tuinen Dagen of de Opera in de Grachtentuin die wij elk jaar organiseren.

Levend erfgoed
De tuin heeft onderhoud nodig: minstens vier keer per jaar verschillende tuinbeurten en nieuwe beplanting. En dit onderhoud is erg kostbaar en door de corona-situatie waarin we met zijn allen zitten helaas niet meer zo vanzelfsprekend…

Vanwege de coronacrisis is het museum en ook de tuin alweer een hele tijd gesloten. En dat raakt ons diep. Het museum ontvangt namelijk geen structurele subsidies en we zijn dus erg afhankelijk van onze bezoekers. Door de tijdelijke sluitingen van het museum kunnen we helaas niet zoveel bezoekers ontvangen als we zouden willen. Ook financieel zijn wij hierdoor heel hard getroffen en hebben we alle hulp nodig om onze tuin ook in 2021 (en verder) weer te laten bloeien. Dit is waarom we deze actie in het leven hebben geroepen.

Lees en zie meer over deze actie en zie hoe ook u een bijdrage kunt doen (iedere bijdrage is welkom!) op https://www.voordekunst.nl/projecten/11684-help-onze-tuin-bloeien-in-2021

Oprichting stichting Dag van het Kasteel

Afb. Voorzitter jonkheer drs. Robert Quarles van Ufford (links) en penningmeester drs. Max graaf Schimmelpenninck (rechts) met de oprichtingsakte van de stichting Dag van het Kasteel. Foto met hartelijke dank aan de Nederlandse Kastelenstichting, kenniscentrum voor kasteel en buitenplaats.

Sinds 28 april jl. is de oprichting van stichting Dag van het Kasteel een feit. Namens de Nederlandse Kastelenstichting, initiatiefnemer van de Dag van het Kasteel, hebben de bestuursleden jonkheer drs. Robert Quarles van Ufford (voorzitter) en drs. Max graaf Schimmelpenninck (penningmeester) de akte van oprichting van de nieuwe stichting getekend.

Bij de oprichting van Stichting Dag van het Kasteel zijn de volgende bestuursleden benoemd: Nathalie barones van Verschuer-des Tombe (voorzitter), Marit Berends (secretaris) en Hidde van Kersen (penningmeester).

Op de Dag van het Kasteel, die ieder jaar op Tweede Pinksterdag georganiseerd wordt, staan kastelen en buitenplaatsen volop in de aandacht. Meer dan 100 deelnemers vertellen op deze dag de bijzondere verhalen bij dit unieke erfgoed. Dit jaar is het thema ‘Wat? Water! De rol van water op kastelen en buitenplaatsen’.

De eerst volgende Dag van het Kasteel is op 24 mei, tweede pinksterdag. Benieuwd naar meer informatie hierover en de activiteiten op deze dag? Kijk dan op www.dagvanhetkasteel.nl.