Veilingnieuws: het portretminiatuur van Aurelia Elisabeth gravin van Limburg Stirum (1812-1899)

Afb. Aurelia Elisabeth gravin van Limburg Stirum (1812-1899). Foto met dank aan Veilinghuis Van Spengen.

Op 15 december wordt er bij Veilinghuis Van Spengen een portretminiatuur geveild van Aurelia Elisabeth gravin van Limburg Stirum (1812-1899). Zij was dame-du-palais in de jaren 1857-1876 en dame-du-palais honorair vanaf 1876 tot aan haar overlijden van de Koninginnen Sophia, Emma en Wilhelmina.

Zij huwde in 1830 mr. René Frédéric baron Groeninx van Zoelen, heer van Ridderkerk, Oud- en Nieuw-Herkingen en Roxenisse (1800-1859), die onder meer lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal zou worden.

Het miniatuur wordt getaxeerd op 1000-1500 euro en is gesigneerd en gedateerd J.C. Valois 1879.

Veilingnieuws: het portret van Cornelia van den Corput – tante van de gebroeders De Witt

Afb. Cornelia van den Corput, portret door Hendrick Bloemaert. Foto met hartelijke dank aan het Venduehuis in Den Haag/https://www.venduehuis.com.

Op dinsdag 15 december vindt bij het Venduehuis in Den Haag de Old Masters, Nineteenth Century & Early Modern Art veiling plaats. Lees het verhaal bij het afgebeelde portret hieronder of kijk in de online catalogus van het Venduehuis voor wat er verder geveild wordt op https://wavemaker.venduehuis.com/auction?auction=323. De kijkdagen zijn van 8–14 december van 10.00-16.00 uur en dit kan uitsluitend op afspraak.

Cornelia van den Corput werd geboren op 29 april 1606 als dochter van Johan van den Corput en Maria Buijsen. Haar vader was schepen van Breda en rentmeester van Hoge en Lage Swaluwe. Op 5 september 1628 trad zij in het huwelijk met Quintijn de Veer, heer van Callantsoog (1594-1675). Haar echtgenoot werd baljuw en directeur van de posterijen van Den Haag. Het echtpaar kreeg meerdere kinderen, waaronder dochter Maria de Veer (1630-1673). Deze trad in 1654 in het huwelijk met mr. Johan Coenen (1627-1681) en zij zijn de voorouders van de huidige jonkheren Coenen. Cornelia van den Corput overleed op 65-jarige leeftijd op 10 maart 1672. Door haar overlijden hoefde zij de tragische gebeurtenissen later dat jaar niet meer mee te maken: haar neven Cornelis de Witt (1623-1672) en raadspensionaris Johan de Witt (1625-1672), zoons van haar zuster Anna de Witt née van den Corput (1599-1645), werden op 20 augustus 1672 door Orangisten op gruwelijke wijze vermoord en verminkt.

Op haar portret door Hendrick Bloemaert (1601-1672) is Cornelia 63 jaar oud. Het portret meet 95,5×78 cm en wordt getaxeerd op 7000-9000 euro.

Van 8-14 december hebt u tussen 10.00 en 16.00 uur de gelegenheid om de Kijkdagen van het Venduehuis in Den Haag te bezoeken. Let op: vanwege Covid-19 kan dit uitsluitend op afspraak. Meer hierover leest u op de website van het Venduehuis https://www.venduehuis.com.

Werkgroep Adelsgeschiedenis: online webinar 10 december – Valbijl of vangnet?

Afb. Vereniging Natuurmonumenten: in de beginjaren een deftig gezelschap.

Online webinar 10 december, 20.00-21.00 uur

Valbijl of vangnet? Natuurmonumenten, de adel en de verwerving van landgoederen en buitenplaatsen in de twintigste eeuw
Dr. Michiel Purmer

Programma webinar
20:00 uur: opening door Leon Wessels
20:05 uur: lezing Michiel Purmer
20:40 uur: discussie onder leiding van Leon Wessels
21:00 uur: einde webinar
*De Zoom meeting room is vanaf 19:30 uur geopend.

De Vereniging Natuurmonumenten is, met ruim negentig landgoederen of landgoedonderdelen in beheer, een van de grootste landgoedbezitters in Nederland. Veel van die landgoederen waren ruim een eeuw geleden nog particulier bezit van edelen. In de twintigste eeuw zijn vele adellijke landgoederen overgegaan van particulieren naar stichtingen, verenigingen en andere organisatievormen. Naar schatting wordt nog maar dertig procent van de kastelen en buitenplaatsen in Nederland particulier bewoond. In deze webinar presenteert Michiel Purmer een onderzoek naar de schenking en verkoop van adellijke landgoederen aan Natuurmonumenten in de twintigste eeuw. Wist de vereniging ten koste van de adel haar grondbezit uit te breiden of was Natuurmonumenten juist een middel voor adellijke landgoedbezitters om voorvaderlijk erfgoed te behouden?

Aanmelden kan via deze link https://docs.google.com/forms/d/e/1FAIpQLSfilYeWQ_kbwPWDG–GT2_Cc3QUtj3c5FjP-ZZpKyEHhnh5Eg/viewform

Overleden: jonkheer Ursul Philip de Geer (1946-2020)


Jonkheer Ursul Philip de Geer werd geboren op 3 januari 1946 in Zeist. Zijn vader, jonkheer Louis de Geer (1911-2009), stamde uit een geslacht van kooplieden, dat teruggaat op een stamvader die als eigenaar van goederen in 1393 in de buurt van Luik vermeld werd. Een voorvader ontvluchtte eind zestiende eeuw om geloofsredenen Luik  en kwam uiteindelijk in Dordrecht terecht. Diens zoon, Louis de Geer (1587-1652), maakte fortuin als koopman in onder meer ijzer, geschut en wapens en exploiteerde ijzermijnen, wapen- en munitiefabrieken in Zweden. Hier werd hij verheven in de Zweedse adel en nog heden leven hier nakomelingen als baronnen De Geer af Finspång/De Geer af Leufsta en graven De Geer af Leufsta voort. Louis de Geer wordt tot de rijkste Nederlanders van zijn tijd gerekend en op de lijst Rijksten van de zeventiende eeuw staat hij met een vermogen van ruim 1.500.000 miljoen gulden op de zevende plaats. In 1815 werd een voorvader van Ursul de Geer ingelijfd in de Nederlandse adel met het predikaat jonkheer.

Ursul de Geer groeide in Zeist op als tweede zoon in het gezin met één oudere broer, twee jongere broers en een jonger zusje. Hier maakte hij het in zijn jonge jaren nog mee dat hij als ‘jonker’ werd aangesproken. Zijn vader was kunstschilder en ook zijn moeder, Maria Elisabeth Anna van der Tak (1910-2001), was in de schone kunsten geïnteresseerd en was zangeres.

Al op jonge leeftijd kwam hij zelf in aanraking met het theater en een blijvende indruk maakte het eerste toneelstuk dat hij zag in Theater Figi: De Meeuw van Tsjechov. Hij vond het een toneelstuk ‘om nooit meer te vergeten’ en het zou uiteindelijk leiden tot een carrière als regisseur en acteur. Bij het grote publiek werd hij vooral bekend als televisiepresentator; eerst als talkshowpresentator van het programma Ursul de Geer, maar later vooral met het programma ’t Is hier fantasties. Hierin volgde hij, steeds correct gekleed, met zegelring en zoals altijd zorgvuldig formulerend, vakantievierende jongeren in het buitenland, die zich aan veel drank te buiten gingen. Zijn tv-carrière maakte hem jarenlang tot één van de meest bekende leden van de Nederlandse adel.

Uiteindelijk keerde hij terug naar zijn oude liefde en begon hij weer met regisseren. Een oude doos vol familiepapieren leidde in 2019 nog tot een terugkeer op de planken met de voorstelling Liever ongelukkig met parels dan zonder, waarin hij vol smaak vertelde over zijn kleurrijke familiegeschiedenis.

Begin dit jaar regisseerde hij zijn laatste toneelstuk De Aanslag, waarvan de vierde try-out door Covid-19 werd stopgezet. In juni werd hij geïnterviewd voor Cultuur in Actie!, een nationale online ketendemonstratie, waarmee aandacht werd gevraagd voor het belang van de culturele sector, die zwaar te lijden heeft onder Covid-19. Hier sprak hij vol vuur over zijn grote liefde, het toneel:

“Het brengt je in een andere wereld. Kunst staat tegenover het vooroordeel. Kunst laat je voelen wat andere mensen denken en voelen, op het toneel. Je wordt op scherp gezet. Je geest wordt verscherpt en er gebeuren dingen op het toneel die magisch zijn. Die iets bij je binnenbrengen. Die iets bij je teweegbrengen wat je misschien niet eens kan benoemen. Maar dat is zó ver weg van de dagelijkse strijd om het bestaan en het werken wat je doet. En dat is onwaarschijnlijk belangrijk. Dat het veel meer is dan de som der delen. En dát is waarom ik verslaafd ben geraakt aan toneel.”

Op 7 december kwam jonkheer Ursul Philip de Geer, na een periode van afnemende gezondheid, op 74-jarige leeftijd te overlijden. Hij laat een partner na, Gwen van der Meer, en twee dochters uit een eerdere relatie.

In het komende magazine van de stichting Adel in Nederland, dat digitaal aan de donateurs wordt toegestuurd, komt een uitgebreid In Memoriam met daarin onder meer aandacht voor de genoemde kleurrijke familiegeschiedenis.

Zo. 13 dec.: lezing ‘Adel in de Achterhoek – het belang van afkomst en familie’


Voor adel is afkomst van groot belang. Door geboorte behoor je tot de adel en krijg je een titel of predikaat. Huwelijken vergrootten in het verleden het bezit en politieke invloed. Voor adel in de Achterhoek was afkomst en familie extra belangrijk. Het zorgde tot 1795 ervoor dat zij de meest bevoorrechte groep was en nog lang daarna prominent bleef.

John Töpfer (1967) is docent geschiedenis en directeur van Stichting Adel in Nederland. In deze lezing vertelt hij over de bijzondere positie die de adellijke families in de Achterhoek eeuwenlang binnen de Nederlandse adel innamen.

De  lezing start om 13.00 uur (max 15 personen) in het Auditorium van de Musea Zutphen. Bij voldoende aanmeldingen is er een tweede lezing om 14.45 uur.
Toegang tot de lezing is gratis, meld je wel even aan via  info@museazutphen.nl o.v.v. ‘Lezing Adel in de Achterhoek’.

Indien de lezing van 13.00 uur vol is ontvang je bericht dat je doorgeschoven wordt naar de tweede lezing.

Boekennieuws: Willem Lodewijk: stadhouder en strateeg (1560-1620-2020)

Graaf Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg is een van degenen die aan de wieg van de Republiek hebben gestaan. In de laatste decennia van de zestiende eeuw wist hij, samen met zijn neef Maurits, het grondgebied van de nieuwe staat veilig te stellen en uit te breiden. Tijdens het Twaalfjarig Bestand, de adempauze in de strijd tegen Spanje van 1609 tot 1621, droeg hij ertoe bij dat tijdens de godsdiensttwisten de contraremonstranten in de Gereformeerde Kerk het pleit wonnen. In zijn eigen gewesten, Fryslân, Stad en Lande (Groningen) en Drenthe, bracht hij als stadhouder rust in de bestuurlijke verhoudingen. Hij stimuleerde er bovendien de calvinisering en was betrokken bij de oprichting van universiteiten in Franeker en Groningen.

De herdenking van het 400-ste sterfjaar van Willem Lodewijk (1560-1620) was in 2020 aanleiding om nieuwe perspectieven te ontwikkelen op het leven van deze stadhouder, die de Friezen de bijnaam Us Heit gaven. Deze bundel bevat acht bijdragen over Willem Lodewijks aandeel in de vorming van de Republiek en de geschiedenis van zijn noordelijke gewesten. Daarbij is er aandacht voor het militaire kader waarbinnen Willem Lodewijk functioneerde en voor zijn rol als pater familias in het familienetwerk van de Nassaus. Zijn beeldvorming wordt belicht aan de hand van eigentijds grafisch materiaal en de negentiende- en twintigste-eeuwse pers. Deze bundel resulteert in een herwaardering van een stadhouder die ten onrechte lange tijd in de schaduw van Maurits werd geplaatst.

Prof. dr. Hanno Brand
 is werkzaam aan de Fryske Akademy en bijzonder hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn onderzoek betreft de laatmiddeleeuwse en vroeg-moderne geschiedenis van Friesland. Hij leidt tevens een internationaal netwerk dat izch richt op de geschiedenis van nationale bewegingen in Europa.

Dr. Joop W. Koopmans is historicus en als universitair hoofddocent verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn onderzoek is gericht op politieke cultuur en media in vroegmodern Europa (1500-1800).

Link naar bestelmogelijkheid via Uitgeverij Verloren https://verloren.nl/willem-lodewijk-stadhouder

Overleden: Valéry Giscard d’Estaing (1926-2020)

Afb. Het huwelijk Giscard d’Estaing-Sickinghe in 1984 met de wederzijdse ouders en op de voorgrond de bruidskinderen v.l.n.r. Sébastien Prins Poniatowski (zijn grootvader was minister van Binnenlandse Zaken onder president Valéry Giscard d’Estaing), Camille Laborde en jonkvrouwe Magali Hooft Graafland, foto met dank aan Jhr.mr. F.O.J. Sickinghe, Liefde en leed gedurende zeven eeuwen in Groningen en de Ommelanden en daarbuiten. Het Groninger geslacht Sickinghe (Naarden, 1999).

Valéry Marie René Georges Giscard d’Estaing was in de jaren 1974-1981 President van Frankrijk. Ondanks zijn fraaie dubbele achternaam behoort zijn familie niet tot de Franse adel. In 1922 kreeg zijn familie toestemming om d’Estaing aan de familienaam toe te voegen en dit was een familie waaruit men in de vrouwelijke lijn stamde. In 2005 kocht Valéry Giscard d’Estaing samen met zijn broer en een neef het kasteel d’Estaing.

Zijn echtgenote, Anne Aymone Marie Josèphe Christiana Sauvage de Brantes, was de dochter van François Marie Joseph Abel Henri Comte (Graaf) de Brantes en Aymone Marie Sylvie Renée de Faucigny-Lucinge. De familie Sauvage de Brantes verkreeg in 1898 pauselijke adeldom met de titel Markies. De naam De Brantes was een naam die ontleend werd aan een uitgestorven adellijke familie, waaruit de familie Sauvage in de vrouwelijke lijn stamde. De Chef de Famille van de Franse adellijke familie De Faucigny-Lucinge heeft de titel Prins.

De oudste zoon van Valéry Giscard d’Estaing, Henri Marie Edmond Giscard d’Estaing, huwde in 1984 de Nederlandse jonkvrouwe Wilhelmine Jeanne Mathilde Elisabeth Sickinghe, telg uit een oudadellijke Groninger familie.

Link naar de site van de NOS met foto’s van de begrafenis https://nos.nl/artikel/2359382-franse-oud-president-giscard-d-estaing-in-besloten-kring-begraven.html