Margaretha van Reede leefde in roerige tijden met als dieptepunt het Rampjaar 1672, waarin de Republiek door onder meer de Franse troepen werd aangevallen, die in februari 1673 het kasteel Amerongen van de Van Reedes in de brand staken. Hierover schreef zij kort daarop op 27 februari: ‘dat de franse hetselfve aen de vier hoecke soude aen brant gesteecke hebbe (…) het soude twee dage brant hebbe.’
Margaretha van Reede stond er alleen voor in deze moeilijke jaren, omdat haar echtgenoot, de diplomaat Godard Adriaan baron van Reede (1621-1691), veel in het buitenland verbleef. Eén à twee maal per week schreef zij echter trouw aan haar echtgenoot en besprak in deze brieven de dagelijkse beslommeringen, de herbouw en het beheer van kasteel Amerongen, de financiën en gebeurtenissen in de naaste familie. Vrijwel steevast liet zij de brieven aan haar echtgenoot beginnen met de aanhef ‘Mijn heer en lieste hartge’ en eindigde deze met ‘uhEd (U hoog Edele – red.) getrouwe wijff, M. Turnor’
Over deze brieven verscheen een bijzonder boekje, dat op kasteel Amerongen nog steeds te koop is: D. Pezarro, Mijn heer en liefste hartje, (Amerongen, 1991).
Voor meer informatie over kasteel Amerongen en bezoekmogelijkheden zie: https://www.kasteelamerongen.nl/