Op zondag 17 december wordt bij Veilinghuis Peerdeman in Utrecht een portret geveild van Elisabeth van Spengler. Zij werd op 17 januari 1824 in Haarlem geboren als Elisabeth Rookmaker. Haar vader, Hendrik Rookmaker (1786-1860), begon als eenvoudig soldaat, maar werd onder Napoleon uiteindelijk kapitein. Hij maakte vele veldtochten mee: in Pruisen (1806), Zweden en Pommeren (1807) en Noord-Duitsland (1808-1810). Ook maakte hij deel uit van de Grande Armée (1812) en vocht in Tirol en Italië (1813 en 1814). In 1813 wist hij in Tirol met 40 soldaten ongeveer 300 Tirolers en Oostenrijkers gevangen te nemen en raakte hierbij gewond. Door het korps officieren van zijn regiment werd hij vervolgens met algemene stemmen voorgedragen voor het Legioen van Eer. Na de val van Napoleon trad hij in Nederlandse dienst en werd tenslotte majoor-commandant en ontving de Militaire Willems Orde.
Elisabeth huwde in 1850 op 25-jarige leeftijd jonkheer Arnold Willem Frederik van Spengler (1824-1896). Hij was de zoon van een officier, die de rang van generaal-majoor-inspecteur zou bereiken en zelf werd hij uiteindelijk majoor bij de militaire administratie en daarna rentmeester bij het Kroondomein. De Van Spenglers kwamen oorspronkelijk uit de Palts en voorvader Johann Spengelaer kwam in de 17e eeuw met een Palts regiment naar Nederland en trad hier in dienst van de Republiek. In 1816 werd een Van Spengler in de Nederlandse adel verheven met het predikaat jonkheer.
Uit het huwelijk van Elisabeth met jonkheer Arnold van Spengler werden vier zoons geboren, waarvan de de tweede ‘… op den aanvalligen leeftijd van 2 jaren en 10 maanden…’ in 1858 overleed. De twee jongste zoons werden officier bij de infanterie en bij de Koninklijke Marechaussee. Haar oudste zoon vertrok om onbekende redenen – meestal geen goed teken – naar Argentinië en overleed daar op een onbekend gebleven moment. ‘Vrouwe Elizabeth Rookmaker’ overleed zelf ‘zacht en kalm tot diepe droefheid’ van haar echtgenoot, kinderen en kleinkinderen ‘in den ouderdom van ruim 67 jaar’ op 13 april 1891 in Roosendaal.
Haar echtgenoot overleefde haar 5 jaar en overleed toen ‘… na langdurig kwijnende ziekte (…) in den ouderdom van bijna 70 jaar …’ In zijn necrologie werd zijn militaire carrière uitgebreid beschreven en hoe hij wegens lichaamsgebreken op pensioen gesteld was. ‘Doch de man, die uit eene familie was gesproten welke Koning en Vaderland trouw lief had en die zelf zulke gewichtige diensten had bewezen, zou nog verder een nuttig, werkzaam leven leiden.’ Vanwege zijn langdurige dienst van 30 jaar was hij gerechtigd tot het dragen van het ereteken hiervoor. In lovende woorden schreef men verder: ‘Hij was de echte type van een edelman, een fier krijgsman, een man die Koning en Vaderland en ‘t Huis van Oranje oprecht beminde, die gaarne van zijne herinneringen uit zijne eervolle loopbaan sprak en uit wiens gesprekken telkens bleek oprechte deelnemende belangstelling in den gang der zaken in ons dierbaar Vaderland.’
Het portret betreft lotnummer 5298, meet 76×60 cm en de richtprijs is 300-500 euro.
Link naar de website van Veilinghuis Peerdeman: www.veilinghuispeerdeman.nl.