T/m 25 september is er op kasteel Doorwerth een tentoonstelling te zien over de rol van de vrouw in de jacht. Eeuwenlang werd deze gedomineerd door mannen, maar de tentoonstelling laat zien dat er zeker ook vrouwen waren die jaagden, met bekende voorbeelden als Jacoba van Beieren met haar valkenjacht en de eigenzinnige 18e eeuwse eigenaresse van kasteel Doorwerth Charlotte Sophie des H.R. Rijksgravin Bentinck née des H.R. Rijksgravin von Aldenburg (1715-1800).
Nog onlangs haalde deze gravin het nieuws vanwege haar bijzondere, geschreven nalatenschap: haar unieke correspondentie, met 25.000 brieven van en aan derden als Voltaire, Frederik de Grote en Lafayette, is voorgedragen voor nominatie op de erfgoedlijst van Unesco (zie: www.geldersarchief.nl/nieuws/2016/correspondentie-charlotte-sophie-bentinck).
Inmiddels zijn er in de 21e eeuw meer jagende vrouwen dan mannen en hier spelen motieven mee als duurzaamheid, weten waar je voedsel vandaan komt en één zijn met de natuur. De tentoonstelling werd samengesteld door het Nederlands Jachtmuseum, dat in kasteel Doorwerth gevestigd is, samen met het Geldersch Landschap & Kasteelen. Link naar meer informatie over deze tentoonstelling: www.glk.nl/actueel/evenementen1/evenement/?bericht=2683.
Kasteel Doorwerth kent een lange geschiedenis met kleurrijke verhalen en was eigendom van adellijke geslachten als Van Dorenweerd, Van Homoet, Schellart van Obbendorf, Von Aldenburg en Bentinck. In de 19e eeuw ontfermde een baron Van Brakell zich over het kasteel en restaureerde het groots. Zijn nakomelingen verkochten het weer, maar leven nog steeds voort met de indrukwekkende naam Van Brakell van Wadenoyen en Doorwerth. Hierna zette de neergang weer in, tot de militair en historicus Frederic Adolph Hoefer (1850-1938), die met een barones Van Heemstra gehuwd was, zich het lot van het kasteel aantrok en er het artilleriemuseum in ondergebracht werd. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog ging het kasteel bijna ten onder, maar een grootscheepse restauratie en herbouw maakt dat Doorwerth er nog steeds uitziet, zoals een kasteel er moet uitzien: met een slotgracht, een voorburcht, torens, tinnen en transen. En wat een geluk voor ons dat dit gebeurd is, want het kasteel kunnen we nu in al zijn schilderachtigheid bezoeken!